Turkije heeft de tulp, België de klaproos, Oostenrijk het edelweiss en Finnen hebben het lelietje-van-dalen als nationale bloem. Sinds 4 juni is het madeliefje de bloem van ons land. Het radioprogramma Vroege Vogels organiseerde de verkiezing en 53.000 mensen brachten hun stem uit. Paardenbloem, pinksterbloem, kievitsbloem en fluitenkruid kwamen in de top vijf, maar de allerkleinste won.

Dick Feenstra

De kleine witte bloemblaadjes met een geel hartje staan voor onschuld en eenvoud, lente, geluk en jeugd. Het madeliefje is het symbool van de godin Isjtar en komt voor op de Isjtarpoort, een oude stadspoort van Babylon die meer dan 2.500 jaar geleden werd gebouwd. Keltische sagen geven de bloem magische eigenschap waardoor ze het groeiproces kan stilleggen. De fee Milka zou de zoon van de koning stiekem madeliefjes te eten hebben gegeven, waardoor hij nooit volwassen zou worden en werd er volksbloem.

In de christelijke traditie staat het madeliefje symbool voor maagdelijkheid en de Franse koning Lodewijk IX (1214-1270) liet het madeliefje, samen met de lelie, in zijn wapen opnemen. In België is het bloempje een symbool van herdenking van de Eerste Wereldoorlog, zoals de korenbloem dat is voor Frankrijk en de klaproos voor de Angelsaksische landen.

Het meizoentje, zoals ze ook genoemd wordt, ontkiemt uit zaad of de vrucht wat een nootje is en daaruit groeit een wortelrozet met gekartelde blaadjes. Op de stengeltjes die vijftien centimeter lang kunnen worden, groeit één bloemhoofdje met een geel hartje van buisbloemen waarrond een krans van witte straalbloemen. Het is een zelfbestuiver en heeft geen insecten nodig. Bij het vallen van de avond sluit het bloemhoofdje en ook kort voordat het gaat regenen. Madeliefjes groeien graag op gemaaid gras en bloeien het hele jaar door zolang het niet vriest. Het is de meest voorkomende en langst bloeiende bloem in Oost.

In het latijn heet ze bellis perenis, wat mooi overblijvend betekent. Er zijn verschillende ideeën over de herkomst van de Nederlandse naam ‘madeliefje’. Het zou een samentrekking van het woord ‘made’, wat weide of hooiveld betekent en het woord ‘lief’ zijn, omdat men de bloem graag zag in het gras. Het kan ook dat het woord afkomstig is van maagde-lief want het bloempje werd in verband gebracht met de maagd Maria.

Het madeliefje heeft geneeskrachtige werkingen. In de 15e eeuw werd de plant gebruikt bij kneuzingen, blauwe plekken en bloeduitstortingen en heeft daarnaast een reinigende en verzorgende werking. De blaadjes werden vroeger al als sla gegeten en hebben een kruidige, groene smaak. De bloemetjes smaken licht bitterzoet. Voor wildplukmaaltijden is het madeliefje prima eetbaar en levert vitaminen en mineralen. De bitterstoffen zouden een gunstig effect op de spijsvertering hebben. Ook wordt de bloem gebruikt voor het bestrijden van huidaandoeningen.

Je zou maar Madelief heten met de historie en betekenissen die het bloempje mee heeft gekregen: eenvoud, onschuld, geluk en dan wordt het ook nog de nationale bloem.