Home Overzicht Hoe benutten mensen uit Oost hun vrije tijd in coronatijd?

Hoe benutten mensen uit Oost hun vrije tijd in coronatijd?

0

Scholen en horeca zijn dicht, kantoren en instellingen gesloten. Wat overblijft zijn zeeën van tijd waarin de mensen uit Oost rust en ruimte zoeken, vaker met de hond wandelen, meer in de keuken staan, klussen, aan hun conditie werken of een tuintje aanleggen.

Lewis Daniëls

In de Van Swindendwarsstraat harkt Arno (48) de aarde bij een boom vlakbij een vuilcontainer. Hij gaat petunia’s planten en Afrikaantjes zaaien. ‘Ze storten hier altijd vuil. Door de bloemen doen ze dat hopelijk niet meer. Ik wilde vorig jaar al een perkje maken, maar dat kwam er niet van. Gisteren begon een buurman erover en besloot ik het meteen te doen. In deze sombere tijd mag de straat best worden opgefleurd.’

Buren die vanaf hun balkon toekijken en passerende buurtgenoten zijn blij met het initiatief. ‘Gelukkig is het Oosterpark vlakbij’, zegt een buurvrouw, ‘maar andere straten hebben veel meer geveltuintjes. Hopelijk is dit een begin en houdt het vuil storten zo op.’ Een buurman hoopt dat de bloemen over een week nog heel zijn. ‘Sommigen hebben overal lak aan, die dumpen het vuil gewoon op de planten.’

Buurtgenoot Joost werkt thuis sinds de lockdown. ‘Ik houd mij bezig met banktransacties en doe nu alles online. Omdat ik niet naar kantoor ga, houd ik anderhalf uur reistijd per dag over. Onze hond Biko profiteert daarvan. We gaan vaker naar het park dan normaal. Ook omdat hij erg ziek is geweest.’ Joosts vriend Nils knikt. ‘Biko had darmkanker. Ze hebben niet alles kunnen weghalen. Op een dag komt het terug, we proberen in de resterende tijd hem zoveel mogelijk te laten genieten.’ Biko is zich nergens van bewust en rent na een enthousiaste begroeting door het park. Voor hem geen anderhalve meter afstand.

Nils is muziekleraar en heeft het momenteel rustig. ‘De meeste leerlingen komen liever weer als de lockdown voorbij is. Maar een blijft komen. Heel raar om op anderhalve meter afstand les te geven. Soms wil je ingrijpen als zij haar instrument verkeerd vasthoudt of de greep van haar hand corrigeren. Dat kan nu niet.’ Door de tijd die overblijft, staat Nils vaker in de keuken. Joost grinnikt. ‘Dat is ook om elkaar te ontlopen. Ik werk meestal in de huiskamer omdat de wifi in de studeerkamer slecht is.’

Joost en Nils openen vaker een fles wijn en nemen vroeger een biertje dan voor de lockdown, maar Arno heeft sindsdien geen druppel gedronken. ‘Normaal ga ik een paar keer per week ’s avonds laat naar het café. Dat kan nu niet en ik drink nooit alleen thuis. Eigenlijk bevalt het wel.’ Hij wijst naar zijn buik.’ Maar ik zou graag als een soort beloning zien dat de kilo’s eraf vliegen. Misschien gebeurt dat nog.’

Jeannette (29) bespaart nog meer reistijd dan Joost op een dag, zij heeft twee uur meer vrije tijd. ‘Ik jog en yoga vaker en doe meer oefeningen, ben nog nooit zo in vorm geweest. Als alle beperkingen zijn opgeheven, ga ik zoeken naar tijd om zo goed bezig te blijven.’

Maarten (34) is acteur en heeft geen werk sinds de lockdown. ‘Alle voorstellingen zijn afgelast, net als de rollenspellen bij bedrijfstrainingen. We hebben online wat geprobeerd, maar dat komt niet over. Ik ben nu met mijn huis bezig, doe alle klussen die zijn blijven liggen. Goed voor het woongenot. Zo is de nood toch een deugd.’ Pierre (41) werkt in de horeca en zit daardoor thuis. ‘De eerste dagen verveelde ik mij kapot, ik moet iets te doen hebben. Mijn schoonouders wilden al lang hun huis opknappen en daar help ik ze nu bij. Zo zijn we beiden geholpen.’

Rie (66) heeft twee kleinkinderen die vaak bij haar waren. ‘De eerste week van de lockdown durfden we het niet aan ze hier te laten zijn. We beperken dat nog steeds zoveel mogelijk, maar omdat de scholen en kinderopvang zijn gesloten kan het soms niet anders. Gelukkig begrijpen ze dat ze afstand moeten houden en werkt het weer mee. We gaan veel naar het park. Als ze er niet zijn, werk ik in de tuin of zit ik achter de naaimachine. Daar heb ik nu veel meer tijd voor.’

Hennie (52) is vrijwilliger bij een buurtcentrum dat zijn deuren gesloten heeft. ‘Het lijkt een beetje vakantie, dan lees en puzzel ik veel en zo kom ik de dagen nu ook door.’ Veel uit huis gaat ze niet. ‘Alleen voor boodschappen. Als ik naar buiten wil, ga ik in de tuin zitten. Ik loop ook niet zo heel goed. Bezoek heeft ze nauwelijks. ‘We bellen en chatten wel veel en ach, aan mijn boeken heb ik ook goed gezelschap.’