Alle bezwaren tegen het bestemmingsplan voor de Sluisbuurt op het Zeeburgereiland zijn door de Raad van State van tafel geveegd. Het bestemmingsplan maakt op onderdelen bouwhoogtes tussen de 100 en 125 meter mogelijk en daar werd in augustus bezwaar tegen gemaakt. Door de komst van de torens zou de Unesco wereld-erfgoedstatus van de stad in gevaar kunnen komen.
De vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, de stichting Monumenten Amsterdam Noord en omwonenden zijn tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden de hoogbouw niet nodig en zijn bang dat het uitzicht vanuit andere delen van de stad daardoor wordt aangetast.
Verder voeren zij aan dat de ontsluiting van het gebied niet goed is geregeld, waardoor verkeersoverlast zal ontstaan. De gemeenteraad had volgens de bezwaarmakers een fietsroute naar het Centraal Station in het bestemmingsplan moeten opnemen.
Verder vonden de bezwaarmakers dat er in het bestemmingsplan meer woningen voor ouderen en meer sociale huurwoningen mogelijk hadden moeten worden gemaakt. Bewoners van het gebied zelf zijn bang voor rukwinden en de vele schaduw die de torens gaan veroorzaken.
In de nieuwe wijk kunnen ruim 5.500 woningen worden gebouwd en kan 100.000 m2 aan diverse voorzieningen worden aangelegd. Een deel van de woningen bestaat uit hoogbouw. De eerste grote ontwikkeling in de Sluisbuurt wordt de bouw van het schoolgebouw van Inholland met kort daarna de bouw van de eerste jongeren- en studentenwoningen.
Vanaf 2020 worden de eerste tenders op de markt gebracht. Particulieren die geïnteresseerd zijn in de Sluisbuurt en de zelfbouwvorm Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO), kunnen zich daarvoor dit jaar nog gaan inschrijven. Ook komt er op termijn een wooncoöperatie in de Sluisbuurt. De volledige ontwikkeling van de nieuwe wijk gaat circa tien jaar duren.