Volgens metingen van de Universiteit Wageningen en het Amsterdamse instituut voor stadsonderzoek AMS Institute was dinsdag de Indische Buurt de warmste plek in Amsterdam. Het kwik steeg daar naar 37,6 °C. In de Oosterparkbuurt werd het met 37,2 graden iets minder heet. De instituten meten de temperatuur met kleine weerstations op straat.
‘Koelst’ was het in de Watergraafsmeer met 36,4 graden, oftewel een verschil van 1,2 graden met de Indische Buurt. Hoe deze verschillen ontstaan, heeft meerdere oorzaken. Zo zijn bijvoorbeeld de temperatuur van grachtenwater en de afstand tussen huizen van invloed. Door asfalt, beton en steen, die warmte vasthouden, is het in de stad soms wel zeven graden warmer dan op het platteland en blijft het ook ’s avonds lang warm. Toch kan het in oude wijken door de smalle, schaduwrijke straatjes gemiddeld juist weer koeler zijn dan in buitenwijken.
Overigens liep de temperatuur dinsdag op sommige plekken in de zon nog hoger op dan 37, 6 graden, zoals in de Dapperbuurt waar de temperatuurmeter aan de gevel van een woning bijna 42 graden aanwees. Deze warmte was heel plaatselijk. Aan de schaduwrijke achterzijde van het huis was het tien graden koeler.
In 2019 werd het nog warmer in Amsterdam. Toen werd in Zuidoost 38,4 graden gemeten.
