Home IJopener Ingezonden

Ingezonden

0

De IJopener vervolgt publicatie van een reeks opinies over de omstreden oeververbinding tussen Zeeburgereiland en het Oostelijk Havengebied. Dit keer komen respectievelijk aan het woord Laurens van Dijk, bewoner van Zeeburgereiland, en Francine Swets, die op Sporenburg woont. Hiermee sluiten we de reeks voorlopig.

Foto Björn Martens

Kijk eens voorbij het eigenbelang

In de vorige IJopener betoogden Amos Gomes de Mesquita en Maarten Hilberdink waarom er noch een brug noch een pont zou moeten komen van Zeeburgereiland naar Sporenburg of Borneo. In een eerdere editie betoogde ook Paul Vlok iets dergelijks, en ik wil hier graag op beide visies reageren. Borneo/Sporenburg loopt nu al een paar jaar te hoop tegen een doorgaande fietsroute in hun buurt, in eerste instantie vanwege ‘de veiligheid’. Dat de veiligheid in Amsterdam niet afneemt wanneer je veel mensen om laat fietsen, ontging ze blijkbaar. Sindsdien wenden ze andere argumenten aan, nu in de hoop de geplande pont tegen te houden. Om er een aantal uit te halen: de pont zou weinig vervoerswaarde hebben. In het door hen aangehaalde onderzoek staat dat inderdaad, maar dat was in een vergelijkend onderzoek met een brug! Vervolgens liepen ze jaren te hoop tegen deze brug (met veel vervoerswaarde), om, nu de brug op de lange baan is geschoven, dat onderzoek uit de context te halen en te verdraaien. Daarna hun stelling dat mensen op Zeeburgereiland liever over de Amsterdamsebrug fietsen, omdat ‘dat een logische route is naar CS’. Voor mensen achter op IJburg wellicht, maar niet voor Zeeburgereiland en Steigereiland. Nog afgezien van vele andere bestemmingen, één blik op de kaart leert het tegenovergestelde. Daar is geen verkeersmodel voor nodig. Ook hun idee van ‘aansluiting op vervoersstromen’ snijdt geen hout: niemand neemt een langzame pont om bus of tram te pakken als die er op Zeeburgereiland ook al zijn. Deze verbinding is voor fietsers! Reden voor conservatisme Ook Paul Vlok redeneert zo: zonder bron stelt hij dat ‘de meeste fietsers naar scholen in het zuiden van de stad moeten’ om te concluderen dat deze verbinding onnodig is. Dat wordt omhuld met lange stedenbouwkundige overwegingen die vooral reden blijken voor conservatisme. Dat Amsterdam bestaat uit 750 jaar grachten graven, eilanden plempen en bruggen bouwen ontgaat hem kennelijk wanneer het een fietspad door zijn eigen buurt betreft. Dan is ‘de geschiedenis’ ineens reden om geen fietspad aan te leggen door een stadswijk die nauwelijks twintig jaar bestaat. Dat deze verbinding een wens is voor tienduizenden Amsterdammers gaat aan ze voorbij, en het wordt steevast afgedaan als ‘symbolisch project van de gemeente’. Dat diezelfde gemeente de paar honderd bewoners van Sporenburg heeft beloond met honderdmaal de aandacht van de tienduizenden fietsers ontgaat ze blijkbaar ook. Puntje bij paaltje: een pontje mag wel, maar niet naar hun buurt. We zouden de pont naar Azartplein moeten nemen, waardoor fietsers elke dag een kwartier (!) langer op de pont staan dan nodig, en de pont bovendien nóg minder zou varen vanwege de langere vaartijd. Ik gun deze schrijvers een ruimere en genereuze blik, met lange lijnen, voorbij het eigenbelang.

Laurens van Dijk, Zeeburgereiland

Gemeente, wees eerlijk in pont-debat

De plannen voor een nieuwe oeververbinding tussen het Zeeburgereiland en het Oostelijk Havengebied hebben de afgelopen maanden veel stof doen opwaaien. Ook in de IJopener van februari 2021 wordt hierover geschreven, dit keer door Amos Gomes de Mesquita en Maarten Hilberdink. Zij noemen een aantal belangrijke feiten en pleiten voor snelle aanpassing van de Amsterdamsebrug. In een eerdere editie van de IJopener suggereert Paul Vlok om de oude lijnen van de stad als vertrekpunt te nemen om de fietsinfrastructuur uit te breiden. Hij verwijst naar de geschiedenis en de wetmatigheden van de fysieke lay-out van Amsterdam. Paul Vlok heeft, in zijn woorden, ‘een stapje terug’ gedaan en dat uitzoomen bleek nuttig. Laten we daarom eens, op eenzelfde manier uitzoomend, niet naar de inhoud maar naar het proces kijken. Naar de wijze van berichtgeving over de plannen voor een nieuwe oeververbinding tussen het Zeeburgereiland en het Oostelijk Havengebied en de besluitvormingsprocedure daarover.

Geen schoonheidsprijs

De debatten in de afgelopen tijd over een eventuele oeververbinding tussen het Zeeburgereiland en het Oostelijk Havengebied verdienen geen schoonheidsprijs. De toon was vaak fel en feiten werden niet altijd juist gepresenteerd. Die felle en vaak onaangename toon is grotendeels veroorzaakt door de gemeente zelf. Door de wijze waarop Amsterdam de berichtgeving en inspraak- en beslissingsprocedures tot nu toe heeft aangepakt, zijn discussies en inspraakrondes vaak vruchteloos gebleken. Erger nog, het gemeentebestuur dreigt besluiten te nemen die gebaseerd zijn op onvolledige en onjuiste informatie. Feiten en argumenten op basis waarvan besluiten door de gemeente genomen worden, worden vaak niet expliciet genoemd of worden foutief weergegeven. Dit wordt ook door Amos Gomes de Mesquita en Maarten Hilberdink geïllustreerd. En als het niet duidelijk is waarom een besluit genomen wordt, wordt toch min of meer een wassen neus. Een voorbeeld van een ‘feit’ dat we in allerlei gedaantes tegenkomen, is ‘reistijdwinst’. Er wordt met regelmaat gesproken en geschreven over een veronderstelde tijdwinst voor mensen die uit IJburg of van het Zeeburgereiland komen – dit lijkt een belangrijk argument voor zo’n extra verbinding te zijn. Echter, volgens de informatie van de gemeente levert een extra verbinding tussen het Zeeburgereiland en Sporenburg nauwelijks of geen tijdwinst op.

Stank en uitstoot

Ook over de gebruikers van een pont en over de pont zelf is de informatie onvolledig en verhullend: er wordt steevast van ‘fietsers’ en een ‘pont’ gesproken, terwijl het vooralsnog zo lijkt te zijn dat je niet alleen met een gewone fiets maar ook met een bromfiets op de pont mag. En dat zo’n veerpont stank en uitstoot zou kunnen geven, wordt ook nergens genoemd. En dan hebben we het nog niets eens over het kostenaspect – terwijl zo’n tijdelijke pontverbinding toch zo’n 12,5 miljoen euro zou gaan kosten…

Hoe kan het dat zoveel mensen – ja, zelfs mensen die bij het besluitvormingsproces betrokken zijn – uitgaan van een schone pont, niet voor bromfietsers, een pont die wenselijk of zelfs noodzakelijk zou zijn omdat zo’n verbinding zoveel tijdwinst zou opleveren voor mensen uit IJburg en van het Zeeburgereiland? Dit lijkt te maken te hebben met de wijze van berichtgeving door de gemeente zelf. Een berichtgeving die vaak verhullend of zelfs onjuist blijkt te zijn, welk euvel – om het allemaal nog erger te maken – niet altijd makkelijk te ontdekken is. Zo lijkt bijvoorbeeld de Variantenstudie Fietsverbinding Sluisbuurt van de gemeente Amsterdam uit juli 2017, met veel relevante feiten, niet meer te vinden…

Al is het ongeduld van veel mensen begrijpelijk, toch is het voor alle betrokkenen, aan welke kant van het water dan ook, van groot belang dat besluiten omtrent een eventuele (tijdelijke en/of definitieve) extra langzaam-verkeersverbinding met de rest van Amsterdam op grond van de werkelijke en juist benoemde feiten genomen worden. Gemeente Amsterdam, wees ook in deze beslissingsprocedure transparant en eerlijk, zelfs als dat eigenlijk niet goed uitkomt.

  • Francine Swets, Sporenburg