Hij behaalde vorig jaar bij de Junioren C Finale het AV’23 clubrecord op de 800 meter en verbrak daarmee een record dat al vijfentwintig jaar stond op naam van Michael Weber. Sportieveling Jona Wong Chung (16) is in veel sporten goed en blinkt bij atletiek uit op de middellange afstanden.

Atletiek | Monique Admiraal | Foto’s Nick en Tim van der Heide

Vanaf het begin is Jona Wong Chung heel blij met zijn trainers, de broers Nick en Tim van der Heide. De groep is hecht en hij heeft veel vrienden bij AV’23. Met het team van de junioren B wordt hard getraind om in de top van de Nederlandse competitie te komen. Topsporter worden is voor Jona niet het doel, hij is ook serieus op school, maar de plannen voor de toekomst staan nog helemaal open.

 Hoe lang ben je al lid en hoe ben je bij AV’23 terecht gekomen?

‘Ik ben lid sinds de pupillen A2, dus nu vijf jaar. Daarvoor heb ik op hoog niveau aan turnen gedaan, maar had er geen plezier meer in. Ik vond het altijd al leuk om te rennen en te springen zoals salto’s maken met trampoline springen en besloot daarom op atletiek te gaan. Mijn ouders zochten een club in de buurt en zo kwam ik bij AV’23 terecht. De sfeer was veel losser dan wat ik gewend was en ik kwam meteen in een hele gezellige groep bij de twee leukste en beste trainers van de club, Nick en Tim van der Heide. De daarop volgende jaren bleven zij training geven aan onze groep en dat is ook wat wij graag wilden.’

Je moet je hele lichaam trainen

‘Ik ben B-junior en train nu vier keer per week. Voor de coronatijd trainde ik vijf keer per week en had ik op zondag ook nog training, maar dat gaat nu niet meer door helaas. Ik volg twee algemene trainingen en twee specialisatie trainingen. De algemene trainingen zijn met de hele groep en zijn heel gezellig. Als specialisatie doe ik de meerkamp training bij Nick, deze training vind ik beter, het is serieuzer. Toen ik net lid was, richtte ik mij op de meerkamp en vooral de onderdelen hoogspringen en polsstokhoogspringen. Later bleek dat ik vooral goed was in de middellange afstanden. Bij de trainingen moet ik veel tempo’s lopen, maar we doen ook veel andere soorten oefeningen. Dat vind ik heel goed, want je moet je hele lichaam trainen. Volgend seizoen gaat mijn schema wel veranderen, ik ga waarschijnlijk ook een keer per week trainen bij de milagroep van Michael Weber op vrijdag.’

‘Je wordt beter op de middellange afstand door niet alleen te focussen op conditie. Het gaat namelijk niet om een lange afstand, maar om middellang. Technisch gezien is de 800 meter ook een sprintonderdeel. Voor deze afstand moet je een goede conditie hebben, maar moet je ook hard kunnen rennen. Die combinatie moet je in je hebben en bij de wedstrijd moet je gewoon je eigen race lopen.’

Adventure Athletics is een open platform dat sporters en trainers ondersteunt bij het geven van verantwoorde en creatieve oefenstof. Wekelijks verschijnen er voorbeeldfilmpjes die een bron van inspiratie vormen voor trainers en sporters. Check www.adventure-athletics.nl

Samen hebben ze Adventure Athletics opgericht

‘Nick en Tim zijn heel creatief, de trainingen zijn afwisselend. Nick is mensendieck oefentherapeut en Tim heeft vorig jaar de opleiding tot sociaal pedagogisch hulpverlener afgerond. Ze hebben een opleiding gedaan waarbij zij de kennis toepassen in hun trainingen. Dat merk je echt! Samen hebben ze Adventure Athletics opgericht. Hierbij kunnen ze training geven aan allerlei verschillende sporters, niet alleen atleten. Ze maken veel filmpjes, ik ben in een paar van die filmpjes te zien. Je kunt de oefeningen bekijken op het Instagram account ‘Adventure_Athletics’.’

Goed ingetapt

‘Ik heb lang last gehad een knieblessure (Osgood Schlatter), dit komt veel voor bij jongens die hard groeien en veel sporten. De plek waar de kniepees aan het scheenbeen gehecht zit, is erg pijnlijk. Ik moest toen rustig aan doen en als ik meedeed met een wedstrijd, kon dat alleen als ik goed ingetapt was. Mijn ouders zijn allebei van oorsprong fysiotherapeut, dus het was wel handig dat zij mij konden intapen. Gelukkig gaat het sinds een jaar veel beter en voel ik geen pijn meer.’

 800 meter is beste onderdeel

Jona heeft het clubrecord bij de C-junioren op de 800 meter, tijd 2.04,88 sec. Bij de 4×800 meter estafette heeft het C-juniorenteam met lopers Boris Aerts, Primo Burgstra, Lucas van Schaffelaar en Jona het clubrecord met een tijd van 9.13,03 sec. Tot slot ook het clubrecord op de Zweedse estafette bij de C-junioren, met lopers Lucas van Schaffelaar (400), Jona (300), Daan Pos (200) en Anders Haringsma (100) met een tijd van 2.13,16 sec.-

‘De 800 meter is mijn beste onderdeel, ik ben er goed in, maar eigenlijk vind dat ik niet leuk om te doen, omdat het heel zwaar is. Bij de Junioren C Finale vorig jaar, waar wij met ons competitieteam aan meededen lukte het mij om het clubrecord te verbreken. Daarvoor won Lucas altijd van mij op die afstand. Mijn tactiek was om achter de nummer een te blijven en dan bij de eindsprint te kijken wie er nog het meeste kracht over heeft. Op die manier wint Lucas, want hij is beter op de sprint. Bij de clubkampioenschappen vorig jaar, hadden we met de trainers een ander gameplan bedacht. Lucas ging op kop en na 300 meter zou ik hem inhalen, waarbij Lucas mij kon opjagen. Ik rende mijn eigen race en mocht niet achterom kijken. Aan het publiek kon ik horen dat Lucas ver achter was, ik bleef hard doorrennen, bleef op kop en won de race. Sindsdien doe ik het op deze manier. Toch vind ik het leuker om bij een wedstrijd mee te doen aan een meerkamp. Dat geeft meer variatie dan alleen maar focussen op die 800 meter, die ook nog eens veel stress geeft, je moet je elke keer bewijzen. Vroeger heb ik meegedaan met de cross, maar we zijn er met ons team twee-drie jaar geleden mee gestopt. Tot twee kilometer rennen vind ik leuk, maar verder is niet meer te doen.’

Jona (rood vest) met AV’23 team bij de Junioren C Finale in Vught 2019. Foto Tim van der Heide.

Zwemmen, judo, turnen en atletiek

‘Ik ben begonnen met zwemmen en heb negen diploma’s; mijn ABC, zwemvaardigheid 1-2-3 en survival zwemmen 1-2-3. Daarna deed ik judo en turnen. Bij turnen werd ik gescout en mocht ik in de Ookmeerhal op hoog niveau turnen, dit heb ik tot mijn tiende gedaan. Ik vond het op een gegeven moment niet meer leuk. De manier van trainen is heel ‘old fashioned’, ik had een Russische trainer. De nieuwsberichten over de mishandelingen verbazen mij niet, maar ik heb dit zelf gelukkig nooit meegemaakt. Judo heb ik gedaan tot de oranje band, maar mijn broer heeft zelfs de zwarte band met judo gehaald. Mijn moeder heeft vroeger aan turnen gedaan en mijn vader heeft allerlei sporten beoefend. In de familie heb ik een oom die vroeger aan atletiek deed. We wonen op IJburg, daar kun je goed sporten, er zijn fitnessveldjes waar mijn broer vaak sport en mijn moeder gaat regelmatig hardlopen met de hond. Een teamsport heb ik nooit gedaan, maar je zou kunnen zeggen dat het atletiekteam waarmee je de competitie doet, toch een soort van teamsport is. Je doet het wel met elkaar. Als ik ooit stop met atletiek, wil ik rugby gaan doen.’

School belangrijker

‘Ik zit op het Fons Vitae en doe gymnasium, twee richtingen; natuur en techniek en natuur en gezondheid. Daarbij volg filosofie als extra vak. Ik ga nu naar de vijfde klas, maar ik heb geen flauw idee wat ik worden wil, daarom heb ik mijn vakkenpakket zo breed mogelijk gekozen. Wat ik wel weet is dat ik niet een economische kant op wil. Ik wil ook geen kantoorbaan waarbij ik de hele dag achter de computer moet zitten. Afwisseling vind ik belangrijk. Mijn doel in mijn leven is niet om topsporter te worden, school vind ik belangrijker.’

Bijzondere atletiekervaring

‘Dat we vorig jaar met ons team bij de competitie van de junioren C in de finale stonden. Er doen wel tweehonderd teams mee aan de finale. Er zijn clubs met heel veel geld en grote indoorhallen (zoals bijvoorbeeld PAC Rotterdam) en dan lukt het ons als klein clubje uit de Watergraafsmeer om in de finale te komen! We hebben niet eens geld om goede hordes te kopen. Het was een geweldige dag wat begon met een mooie openingsceremonie waarbij wij met onze AV’23 vlag mochten lopen. Uiteindelijk zijn wij met ons team van acht jongens achtste geworden.’

Leukste wedstrijd

‘De leukste wedstrijden vind ik de clubkampioenschappen of trainingspakken wedstrijden van AV’23. Behalve dan dat de organisatie wel beter kan. Ik noem als voorbeeld het hoogspringen. Vaak loopt dit onderdeel zo erg uit, dat je niet op tijd bij je volgende onderdeel kan zijn. Ik hou niet van die grote officiële wedstrijden, wachten in een callroom vind ik heel stressvol.’

Trainer van de A1 pupillen en D2 junioren

‘Op zaterdag geef ik training aan twee groepen, de A1 pupillen en de D2 junioren. Bij de junioren vind ik het leuk dat ik mij kan richten op de techniek en het is fijn te merken dat zij aanwijzingen oppikken. De A1 pupillen geef ik al lang training, ze luisteren wel goed naar me. Het is leerzaam om training geven. Technisch gezien zie je wat een atleet fout doet en daardoor begrijp ik het beter als mijn eigen trainer dingen tegen mij zegt. Het samenwerken met de ouders vind ik ook leuk. Ik vind het prettig om uit te voeren wat de hoofdtrainers bedenken en heb zelf (voorlopig) niet de behoefte om hoofdtrainer te worden.’