Aan de Nieuwe Herengracht 20, vlak bij het Namenmonument, staat een witte bus met het blauw-witte logo van Dokters van de Wereld geparkeerd. Hier, voor het kantoor van deze mensenrechtenorganisatie die in binnen- en buitenland medische hulp biedt aan mensen die daar geen toegang tot hebben, ontmoet ik de dertigjarige Karlinde, arts en sinds kort bewoner van de Czaar Peterbuurt.

Jannelies Poelstra | Foto Björn Martens

In deze rijdende huisartsenpraktijk gaat Karlinde samen met een collega-arts en een chauffeur naar plekken waar kwetsbare groepen – voornamelijk ongedocumenteerden – onderdak vinden of makkelijk kunnen komen. De zorgbus heeft twee minispreekkamertjes, waar de artsen patiënten kunnen ontvangen.

Het ontbreekt Karlinde overduidelijk niet aan ambitie: ze is al bijna gepromoveerd op onderzoek naar klachten bij vrouwen met borstimplantaten. En dan nog tijd hebben voor vrijwilligerswerk? ‘Ik miste de interactie met patiënten en collega’s uit mijn eerdere coschappen en werk in het ziekenhuis. Vandaar dat ik in 2021 dit vrijwilligerswerk ben gaan doen. Het promotieonderzoek vergt veel computerwerk en ik heb nog maar twee dagen dienst in het ziekenhuis, waardoor ik heel flexibel ben. Het werk op de bus is geen dag hetzelfde en heeft mijn kijk op de wereld veranderd.’

‘In Amsterdam zijn hechte netwerken van arbeidsmigranten uit allerlei werelddelen, zoals uit Brazilië en Indonesië, waarbinnen men elkaar ondersteunt. Mensen die hier al heel lang zijn, maar geen aanspraak kunnen maken op ons zorgstelsel. Dokters van de Wereld vindt dat zij wel toegang tot zorg zouden moeten hebben. Veel van deze mensen worden nu ouder, waardoor ze meer zorg nodig hebben. Daar zullen we als maatschappij een oplossing voor moeten vinden.’

De spreekkamertjes zijn te klein voor uitgebreid lichamelijk onderzoek en behalve een basisuitrusting en een voorraadje paracetamol en maagzuurremmers heeft Karlinde niet veel middelen. ‘We kunnen recepten uitschrijven, een spoedopname regelen en doorverwijzen naar een huisarts. Dat laatste is een hele klus voor ons telefoonteam van vrijwilligers: zij moeten vaak leuren om patiënten die chronische zorg nodig hebben onder te brengen bij een huisarts. Veel praktijken zitten niet te wachten op onverzekerde patiënten, omdat het declareren van de kosten uit een speciaal overheidspotje extra administratieve rompslomp geeft. Het zou fijn zijn als we deze patiënten over praktijken konden verdelen, zodat de lasten ook gedeeld worden.’