Home Overzicht Keti Koti, als vanouds herdacht en gevierd

Keti Koti, als vanouds herdacht en gevierd

0

De eerste dag van juli heeft door de jaren heen een bijzondere betekenis gekregen: herdenking en viering van het einde van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen in 1863. Het Oosterpark is daarvan het middelpunt. Indruk maakte Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank tijdens de herdenking. Hij bood namens de bank excuses aan en start een fonds.

Foto’s Dirk van den Born

Klaas Knot bood excuses aan voor historische betrokkenheid van de bank bij slavernij. De bank start een fonds om verwerking van de slavernij te helpen verminderen. ‘Het geld waarmee De Nederlandsche Bank werd opgericht, is voor een deel verdiend met slavernij. Bestuurders waren persoonlijk betrokken bij slavenhandel en het voortbestaan van slavernij werd verdedigd en de gevolgen werden genegeerd.’

DNB trekt vijf miljoen euro uit voor een fonds dat bijdraagt aan meerjarige projecten die de doorwerking van het slavernijverleden helpen verminderen. De bank gaat ook investeren in het Nationaal Slavernijmuseum en het bijbehorende kenniscentrum. Ook wil de bank zelf ā€˜diverser en inclusieverā€™ worden. ‘In onze samenleving is er nog altijd het racisme, de uitbuiting en de discriminatie die voortkomen uit het slavernijverleden’, zei Knot.

Met een traditioneel plengoffer aan de voorouders opende een wintipriesteres de herdenking bij het Slavernijmonument. Linda Nooitmeer, voorzitter van Ninsee stelde vast dat de afgelopen twintig jaar veel is bereikt. Ze noemde de komst van een slavernijmuseum, excuses van steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht en de Nederlandse overheid die onderzoek doet naar haar rol in de slavernij.

De herdenking in het Oosterpark op 1 juli is vooral gericht op het slavernijverleden en het afschaffen van de slavernij in ‘de West’. Met name in Suriname, op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, op Aruba, CuraƧao en Sint-Maarten. Maar ook in Nederlands-IndiĆ« was er sprake van slavernij. Die was zelfs groter in omvang. In 1750 bijvoorbeeld waren er 75.000 slaven in vestigingen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) tegenover 64.000 in Suriname en de Cariben. De slavernij in het oosten lijkt echter een ondergeschoven kindje in de Nederlandse geschiedschrijving.

In Nederlands-Indiƫ kwam op 1 januari 1860 een einde aan de slavernij. Ondanks de afschaffing van slavernij ging de onvrijheid gewoon door in Nederlands-Indiƫ met het cultuurstelsel (1830-1870). Nederland dong de hongerende bevolking daarbij om producten te produceren voor de export naar Nederland. De winst verdween in Nederlandse zakken, net als in de tijd van de VOC.

Een groeiend aantal organisaties en bedrijven vindt dat 1 juli een nationale feestdag moet worden. Ook de Amsterdamse politiek roert zicht. De afdelingen van GroenLinks, de PvdA en Bij1 hebben zich bij het initiatief aangesloten. Of daarbij ruimte is voor het herdenken van het slavernijverleden in Nederlands-Indiƫ waarbij de VOC een grote rol speelde, is de vraag. Tot dusver is die discussie maar amper gevoerd.

Na de ceremonie bij het Slavernijmonument barstte het Keti Kotifestival los in het hele Oosterpark en werd de afschaffing van de slavernij als vanouds groots en uitbundig gevierd.