Robijn Tilanus schreef een uitgebreide handleiding over het door haar bedachte begrip ‘klankduiken’. De ondertitel bij Klankduiken luidt: ‘moeiteloos musiceren voor iedereen in dertig seconden per dag’.
Arie van Tol | Foto Anthony Stone | Dwars
Robijn en ik spreken elkaar bij Merkelbach, het café-restaurant van Huize Frankendael. We zitten aan de tafel waaraan Robijn de tekst voor Klankduiken heeft geschreven. In een hoekje met uitzicht op het groen. Als ik haar een eerste vraag stel is er al ruimschoots de tijd genomen voor het maken van een foto.
Omweg
Robijn begon op haar zevende met pianoles. Haar ouders waren muzikaal en stimuleerden het bespelen van een instrument. Het spelen van muziek vond ze geweldig, maar aan studeren van muziek had ze vaak een hekel. Ze wilde componeren, improviseren. Muziek heeft niet altijd voorop gestaan. Robijn vertelt: ‘Serieus doorgaan in de muziek na de middelbare school zou betekenen dat ik vier tot zes uur per dag zou moeten studeren achter de piano. En dan nog zou de vraag zijn hoe ver je zou komen. Ik ging biologie doen aan de universiteit. En wat de muziek betreft had ik als credo: beter een goede amateur dan een middelmatige professional.’
Ze haalde haar doctoraal, vond een goede baan. Maar bij de geboorte van haar dochter werd alles anders. Robijn: ‘Mijn dochter hing als baby en peuter heel erg aan mij. Ik besloot te stoppen met mijn werk bij het Ministerie van Milieu. En als zelfstandige in de muziek wat geld, maar vooral voldoening te vinden. Met het behalen van het staatsexamen conservatorium piano legde ik de basis voor wat ik nu al ruim twintig jaar doe.’
Focus
Bij muziek spelen hoofd, hart en handen ieder hun belangrijke rol volgens Robijn. Bij klankduiken spreekt vooral het hart. ‘Klankduiken is heel kort muzikaal improviseren, zo’n 30 seconden. De meest elementaire vorm van klankduiken is het spelen van één toon, van één toets op de piano, met het pedaal ingedrukt.’ Robijn legt verder uit: ‘Het is niet zo maar even een toon aanslaan, nee, de intensiteit en de ontspannen focus maken het tot klankduiken. Er zijn vier stappen te onderscheiden: 1) de voorbereiding, 2) het spel, 3) het ervaren en 4) het meenemen.’ Verluchtigd met mooie citaten en sprekende verhalen schrijft Robijn in haar boek over de vele aspecten die samenhangen met klankduiken.
Vreugde
‘Meestal geef ik les aan groepen, in workshops. Zo’n 4 a 6 uur samen improviseren door deelnemers met verschillende instrumenten is prachtig. We beginnen altijd met klankduiken. Het mooist is het als aanvankelijke scepsis bij heel goede muzikanten omslaat in groot enthousiasme voor het klankduiken.’
Robijn moet niets hebben van het competitieve in de muziek, van het competitieve in het leven. Ze heeft daarbij het beeld van de musicus die op een ladder staat en zich focust op de mensen boven hem tegen wie hij opkijkt, op wat hij (nog) niet kan, en op de mensen onder hem, op waar hij zijn neus voor ophaalt. ‘Ik probeer in mijn benadering van muziek die prestatiedwang te vermijden. Ontspannen en genieten van muziek staan centraal. De vreugde van het zelf muziek maken, ontdekken en ervaren, dat is mijn intentie.’
‘Iedere dag klankduiken,’ raadt Robijn aan, ’30 seconden is al genoeg.’ Onder andere dwarsfluitist Pedro Pablos is lovend: ‘Door dagelijks te klankduiken voel ik me veel gelukkiger.’ En ja, ook haar dochter heeft natuurlijk een zwak voor muziek.
Andere boeken van Robijn Tilanus: KWINTessens over harmonieleer (‘het hoofd’) en Vrij Spel over improviseren (‘de handen’)
Check www.robijntilanus.nl