Na twaalf jaar vertrek ik uit Amsterdam. Het zou te ver gaan om te zeggen dat ik in die twaalf jaar nooit westelijker ben gekomen dan Artis, maar het scheelt niet veel. Eerst woonde ik schuin boven de notenwinkel op de Hogeweg in de Watergraafsmeer. Toen verhuisde ik naar de Sumatrastraat, om de hoek van Slagerij het Lange Mes, voordat Bar Basquiat hier kwam.
Sake Slootweg | Illustratie Afra Barentz
Iedereen vraagt of ik Amsterdam niet ga missen. Lang wist ik daar het antwoord niet op. Na al die jaren een knipperende Rembrandttoren in de verte was ik juist wel toe aan een nieuw uitzicht. Een nieuwe horizon en een nieuwe stad. Toen was het tijd om aan Sanne en Sharon van de Java Bookshop te vertellen dat ik weg zou gaan. Ik kreeg het mijn strot bijna niet uit. Ow ja. Nu wist ik wat ik zou gaan missen: mijn winkelvrienden op de Javastraat. Afra en Susan van de vishandel, bakker Khalid en bakker Rob, Mustafa de groenteboer en nog tientallen anderen. Het is een bijzondere relatie, die van winkelier en klant. Ik zie en spreek ze vaker dan m’n eigen moeder. Het zijn vrienden voor het leven. Maar waar ze wonen of wanneer ze jarig zijn? Geen idee. Harold en zijn vrouw van de toko willen altijd precies weten wat ik ga koken. De kleermakers en ik kunnen samen likkebaarden bij onze favoriete Turkse recepten voor kweepeer en met de jongens van de Italiaan bespreek ik het liefst obscure Italiaanse streekgerechten.
Ik riep altijd al ‘Koop lokaal’, maar nu weet ik waarom; mijn winkelvrienden waren er altijd. Iedere dag op dezelfde tijd gingen de luifels uit en waren we blij om elkaar weer te zien. Ik ben zo iemand voor wie dat een grote geruststelling is. Nu ik vertrek uit de Indische Buurt leek een Indisch recept me wel op z’n plaats. Het lekkerste Indische recept dat ik in de buurt heb opgedaan komt van een Molukse buurvrouw: gefrituurde aubergines met paprika en kokossaus. Ik maak een variant met champignons. De roodbruine kleur is misschien niet de fotogeniekste, maar laat dat u niet weerhouden. Ik vind deze saus gruwelijk lekker.
Curry met aubergine en champignons
(Hoofdgerecht voor 2 personen)
1 flinke aubergine
250 g witte champignons
zonnebloemolie
4 knoflooktenen, fijngehakt
1 zuinige eetl. tomatenpuree
250 ml kokosmelk
1 eetlepel Ketjap
Snijd de aubergine in plakjes van ½ tot 1 cm dik en kerf in beide kanten een ondiep rastertje. Leg de schijfjes op keukenpapier en bestrooi zuinig met zout. Draai ze na 30 minuten om, bestrooi de andere kant met zout en laat de schijfjes opnieuw liggen. Spoel een seconde af onder de kraan en dep de aubergineplakken goed droog met keukenpapier of een schone doek.
Snijd ondertussen de champignons in parten. Bak ze in hete zonnebloemolie in ongeveer 10 minuten op laag vuur gaar en goudgeel. Leg op keukenpapier.
Vul de olie in de koekenpan waarin u de champignons heeft gebakken aan tot een royale laag en bak (of frituur) de aubergineschijfjes in etappes op hoog vuur aan beide kanten goudbruin. Pas op voor spatten. Vul de olie tussendoor eventueel bij. Laat de schijfjes uitlekken op keukenpapier naast de champignons.
Schep vier eetlepels olie in een wok of braadpan en fruit de knoflook. Roer de tomatenpuree erdoor en bak kort mee. Giet de kokosmelk erbij. Voeg naar smaak ketjap toe. U kunt eventueel nog een half bouillonblokje toevoegen. Schep de groenten erdoor en warm het geheel goed door. Serveer met rijst en eventueel een tweede groente.