Hitte. Vuur. Zuurstof. Koken met elementen. Terwijl apocalyptische bosbranden ons uit de slaap houden en het klimaat ons dwingt elektrisch te koken blijven koks eeuwig aangetrokken worden door vuur.
Als we thuis eten heet het barbecueën. Razend populair, niet alleen als de temperatuur stijgt. De buitenkeuken is een nieuwe hobby voor de zelfbewuste man. Het ene na het andere kookboek over buitengrillen verschijnt. We stoven, smoren, garen. Pulled pork, lamsschouder, dat werk. Met een glansrol voor groenten op het rooster. Geblakerde prei, zo zoet van binnen. Geroosterde spitskool met wat koude kruiden-hangop: een juweel van een gerecht voor minder dan een euro.
Wel blijven opletten: zoals gezegd is barbecueën, anders dan koken, meestal het terrein van de man. Die met leren schort en top notch gereedschap (tang! vork!) in de ondergaande zon de blits maakt bij de gasten, met een goed glas onder handbereik. Iemand anders staat dan in de keuken een salade te maken, brood op te piepen, een sausje te roeren en servetten te zoeken.
Advies: zorg dat je kunt barbecueën!
Inger Boxsem en het team van de Krat
