Een klassieker onder de vleesvervanger is tempeh. Je krijgt tempeh als je de gele sojaboon laat fermenteren door een bepaalde schimmel. Dit proces zorgt ervoor dat de tempeh een stevige structuur krijgt, waardoor je hem goed kunt bakken. De fermentatie verhoogt bovendien het vitaminegehalte, en zorgt ervoor doordat die makkelijker wordt opgenomen; een goed verteerbare eiwitbron dus. Geen kleintje bovendien: tempeh bevat zo’n 21 procent eiwit, bijna net zoveel als vlees.
Nou is tempeh niet per se een publiekslieveling, maar dat is een beetje onterecht. Het komt waarschijnlijk door de licht zurige smaak die tempeh heeft. Maar doordat tempeh zo stevig van structuur is, kun je hem heel goed verwerken.
Knapperig bakken in olie werkt natuurlijk altijd goed. Nog lekkerder wordt ‘t, als je de tempeh goed laat marineren, liefst een nacht. Door het fermentatieproces neemt het smaakstoffen goed op.
De ultieme truc is wat ons betreft dat je de reepjes tempeh na het bakken nog even laat karamelliseren in een mengsel van ketjap en sambal. Onweerstaanbaar.
Ook lekker in een maaltijdsalade. Of als borrelhapje.
Inger Boxsem en het team van de Krat
Het recept van de week | Het recept wordt je aangeboden door de Krat
