Home Dwars nieuws Makandra verbindt leerlingen uit Amsterdam-Oost en Suriname

Makandra verbindt leerlingen uit Amsterdam-Oost en Suriname

Kunsteducatieproject over het slavernijverleden

0

‘Ik praat niet over een slavernijverleden. Ik praat over een geschiedenis die ons lot met elkaar verbonden heeft, het besef dat wij broers en zussen zijn. Het gaat erom hoe wij vandaag en morgen met elkaar omgaan.’ 

Tati Wirahadiraksa

Deze zinnen waren uitgangspunt voor een bijzondere uitwisseling tussen leerlingen van de Flevoparkschool (groep 7) en leerlingen van de Margritaschool (groep 6,7,8) in Commewijne in Suriname. Maritza Rietdijk en Noémi Beyer, studenten van de Master Kunsteducatie aan de AHK, namen voor hun afstudeerproject het initiatief voor deze uitwisseling die zij MAKANDRA (Samen) doopten. De leerlingen kregen les over de Transculturele slavernij, werkten met lokale kunstenaars en hadden een digitale live verbinding met elkaar in de klas. De Rode Loper op School organiseert al 5 jaar i.s.m. het NiNsee, de kinderherdenking Keti Koti Junior, waar Makandra onderdeel vanuit maakt.

Makandra

Met MAKANDRA vergroten we de kennis rondom het Nederlands slavernijverleden en maken we kinderen bewust van de nog zichtbare erfenis in de omgeving in het heden. Wat zeggen straatnamen als de Vrolikstraat, Dapperstraat en plekken zoals het Tropenmuseum in Oost over de koloniale geschiedenis? Met de uitwisseling onderzoeken we hoe deze gedeelde geschiedenis op verschillende manieren wordt beleefd.

Pimba, suiker en de Bonitrail

Kinderen van de Flevoparkschool kregen les van NiNsee, gingen naar Sabi Suriname in het Tropenmuseum en werkten met kunstenaar Janne Igbuwe (NL). Zij maakte met de kinderen zelfportretten van pimba (witte klei die gebruikt wordt voor diverse spirituele doeleinden), suiker, koffie en henna. In Suriname hebben de kinderen, na het lopen van de Bonitrail (een reis door het leven van de 18e-eeuwse vrijheidsstrijder Boni) met kunstenares Helga Reigman (Sur) een indrukwekkende kappa (een kom waar suiker in werd verwerkt) gemaakt. De marrons (gevluchte slaaf-gemaakten) gebruikten pimba, witte klei, om zich in het bos onzichtbaar te maken en niet op te vallen. Koffie werd op Frederiksdorp verbouwd en plantages in de omgeving waren suikerplantages. De kinderen bezochten ook het Verhalenmuseum. Commewijne bestrijkt een plantagegebied aan de rechteroever van de Commewijnerivier in Suriname. Het heeft een lange, veelal onbeschreven geschiedenis en roept bij velen herinneringen op, die in het Verhalenmuseum worden verteld.

 Nieuwsgierigheid

Begin april ontmoetten de kinderen elkaar via een digitale live-verbinding, ter afsluiting van dit project. De groepen hebben elkaar vragen gesteld, en speelden het ‘sta op als’ spelletje: sta op als je Hindoestaans bent: in Suriname stonden er 12 van de 14 kinderen op. Sta op als je Marokkaans bent: in Nederland stonden er 14 van de 22 op. Zo leerden ze over elkaars achtergrond. Onder de enthousiaste begeleiding van Ro hebben de kinderen hun opgedane kennis over het slavernijverleden gedeeld en hun kunst gepresenteerd. Na afloop riepen alle kinderen: Makandra! en vroegen ze of ze met elkaar in contact kunnen blijven.

Nieuwsgierig naar elkaar, oprechte interesse, aandacht voor elkaar: Makandra heeft de kinderen bij elkaar gebracht. We spreken dezelfde taal, spelen dezelfde games, ons klaslokaal ziet er anders uit, we hebben allemaal een ander geloof en achtergrond, we delen een geschiedenis. Kunst helpt om dit te verbeelden en bespreekbaar te maken; het biedt een universele taal om je uit te drukken, kunst verbindt in dialoog en ontmoeting. Kunst draagt bij aan een historisch en cultureel bewustzijn: weten waar je vandaan komt, waar je bent en verbeelden waar je naar toe kunt. Kaoutar van de Flevoparkschool zei: ‘Ik vind het een eer dat onze klas aan deze uitwisseling heeft meegedaan!’

Voor De Rode Loper op School is het project een opstap naar een duurzame en structurele samenwerking met scholen, kunstenaars en kunstinstellingen in Suriname.