Hij behoort tot de top van Nederland in zijn leeftijdscategorie. Bij AV’23 heeft hij alle clubrecords op afstanden van vijf tot dertig kilometer bij de mannen 50+. Dat terwijl hij nog maar net lid is en pas op zijn 39ste begon met hardlopen, of misschien juist omdat hij toen pas begon.
Atletiek | Monique Admiraal
Rene (52) is een gepassioneerd hardloper en traint in principe iedere dag. Liever twee keer per dag lopen dan een rustdag, is zijn motto. Hij leest alles over hardlopen en weet precies hoe hij moet trainen om beter te worden. Zijn enthousiasme is aanstekelijk en hij wil graag anderen inspireren om net zoveel te genieten van het hardlopen als hij.
Wanneer werd je lid en hoe kwam je bij AV’23 terecht?
‘Ik ben twee jaar geleden lid geworden. Eigenlijk was ik er al eerder klaar voor om op de baan te gaan lopen. Mijn dochter Laura wilde op atletiek, maar er was geen plek bij AV’23 en ze stond een paar jaar op de wachtlijst. Daarom begon ze bij Phanos en tijdens haar training ging ik zelf op de baan in het Olympisch Stadion rennen. Toen Laura mocht instromen bij AV’23, ben ik samen met haar lid geworden.’
Hoe kwam je bij AV’23 terecht?
‘Ik begon op mijn 39ste met hardlopen. Eigenlijk een beetje om mijn conditie bij te houden. Hardlopen is vrij makkelijk om zelf te doen; schoenen aan en gaan. Ik kon al redelijk snel op een tempo van 15 km per uur lopen en ik kreeg door dat ik redelijk goed was. Omdat ik meer wilde, ben ik bij David Knappstein van Hardlopen Amsterdam gaan lopen. Hij liet mij onder andere zien dat hoge knieën en goede armbewegingen belangrijk zijn, ik heb veel van hem geleerd. Ik ben redelijk competitief ingesteld, we liepen met een groep, deden versnellingen en joegen elkaar op. Mijn medelopers waren best goed, maar op een gegeven moment was ik de snelste. Bij AV’23 ben ik dat niet. Joep Kluwen is beter en dat vind ik leuk, dan heb ik uitdaging. Joep is eigenlijk meer een wielrenner, hij loopt niet eens zoveel, maar hij is beresterk. Op de korte afstand is Joep echt sneller, op de lange afstanden zou het misschien spannend kunnen worden.’
Training
‘Ik train de laatste twee jaar zeven dagen in de week, liever twee keer op een dag dan dat ik een rustdag heb. Twee keer per week train ik bij AV’23 op de baan, bij de dinsdag- en donderdagavond wedstrijdgroep van Jan Mens. Ik heb overwogen om bij Bram Wassenaar te gaan trainen, maar er zijn bij Jan voldoende jongens die mij goed kunnen prikkelen en Jan is ook een goede trainer. Bovendien is AV’23 voor mij dichtbij en bij de Bramsterdammers zou ik elke keer naar een andere baan moeten gaan. Op zondag train ik met Anton Cortesius die ik heb ontmoet bij de gratis Asics trainingen. We staan stipt 8.30 uur op het sportpark van Arsenal en dan doen we samen intervaltraining. Het allerleukste aan Anton is, dat hij er altijd is. En ik ben er ook altijd.’
‘Twee keer per week train ik op de baan’
‘Ik train veel op hartslag, mijn maximale hartslag is 180, lager dan dat van de jongere jongens. De rusthartslag kan je trainen, die is de laatste jaren naar beneden gegaan, van 62 naar 49. Soms doe ik een herstelloopje en het lukt mij om steeds een herstelloopje met een lage hartslag te doen. Ik loop wel met een hartslagmeter om mijn borst, anders vertrouw ik het niet. Een horloge is minder nauwkeurig en ik vind het belangrijk dat de cijfers kloppen, ook op Strava, ‘never cheat’. Na het loopje, komt het spannende moment; het resultaat! Laatst heb ik een 15 km herstelloopje gelopen met tempo 13,1 km per uur met een gemiddelde hartslag van 121 per minuut (4.38 minuten per km). Daar was ik erg tevreden mee.’
Hoe word je beter? ‘Door interval training, door diep te gaan, door veel kilometers te maken. En de gouden combinatie; zo snel mogelijk kunnen lopen op een zo laag mogelijke hartslag. Door efficiënt te lopen, krijgt je lichaam rust. Het is ook belangrijk om voldoende te slapen (bij voorkeur acht uur per nacht). Verder moet je zorgen voor een goede uitrusting; goede schoenen, fijne kleding en een horloge met GPS en hartslagmeter. Ik heb twaalf paar hardloopschoenen en koop elke paar maanden nieuwe schoenen. Het is niet nodig, maar ik doe het, omdat het kan. Ik heb vier paar Nike vaporfly next%, twee paar Nike vaporfly4% en ook een paar andere merken zoals Saucony endorphin speed en Adidas adizero pro, Asics en Hoka, maar ik loop het liefst op de Nike’s . Helaas mag je met deze Nike vaporfly schoenen geen wedstrijden op de baan lopen.’
De essentie is het onbezorgde rennen
‘Ik vind Strava nu heel leuk omdat er door Corona bijna geen wedstrijden zijn. Je kunt op Strava kijken hoe jouw concurrenten lopen en zij kunnen zien hoe jij ervoor staat en hoe jij traint. Ik heb wel anderen nodig om sneller te worden en te kunnen vergelijken. De hardlopers rekenmachine app (runnerscalculator) is ook heel leuk om op te kijken. Je kunt zien hoe goed je bent en kunt omrekenen hoe goed je zou zijn in een andere leeftijdscategorie. Ik ben wel van de cijfers, dus dat is echt wat voor mij.’
‘Je kunt op Strava kijken hoe jouw concurrenten lopen’
‘Ik zie hardlopen als een gemeenschap. We hebben elkaar nodig en we zijn eerlijk. Het mooiste compliment zou zijn als iemand naar mij toe zou komen en zou zeggen; ‘Door jou weet ik dat je op latere leeftijd toch nog sneller kan worden. Als ik anderen kan inspireren om ook te gaan hardlopen en net zo van hardlopen te genieten als ik. Dat zou toch heel mooi zijn. De essentie is het onbezorgde rennen. Mijn allergrootste doel is op niveau lopen tot ik doodval, wereldklasse op leeftijdsniveau en zo goed mogelijk presteren.’
Beste onderdeel en andere onderdelen Rene heeft clubrecords in de categorie masters 50+ op de afstanden van 5000 meter tot 30 km. De 5000 meter liep hij in 16:27 minuten, 10 km in 33:19, 10 Engelse mijl in 54:37, de halve marathon in 1:12:23 en de 30 km in 1:47:27. Alleen het clubrecord op de marathon op naam van Theo Stelling, tijd 2:35:27, heeft René nog niet kunnen verbreken, maar hij kwam vorig jaar bij de marathon van Amsterdam al heel dichtbij.
‘Ik zou ook de clubrecords op de 1500 meter en 1 mijl kunnen verbreken, want de tijden die er nu staan, zijn geen sterke tijden. Maar de 1500 meter is niet mijn afstand, het is afzien, want je wilt toch sneller lopen en dat is dus pijn van begin tot eind. Mijn favoriete afstand is vanaf 10 km tot en met de marathon. Het is grappig dat Jona Wung Chong zei dat hij tot 2 km wilde rennen en ik kies juist voor de langere afstanden. Ik wist trouwens niet dat hij zo goed is. Mijn beste onderdeel is denk ik de 10 mijl. De tijd die ik liep op de Dam tot Damloop geeft op de runnerscalculator het hoogste percentage.’
Vroeger heb ik aan dammen gedaan
‘Mijn partner dacht dat ze een gezellige niet-sportieve man gevonden had. Ik dronk en ik was een gelegenheidsroker. Intussen is ze er wel aan gewend dat ik zoveel hardloop.’
Naast atletiek zit ik ook op de Nederlandse debatclub
‘Vroeger heb ik aan dammen gedaan, ik ben in Schagen kampioen van de basisscholen geweest. Ik heb twee broers die topdammers zijn geworden en mijn oudste broer damt nog steeds. Ik heb ook gevoetbald, maar ik moest het vooral van mijn conditie hebben en was geen technische voetballer. Naast atletiek zit ik ook op de Nederlandse debatclub. Ook zeer competitief.’
Mijn dochter Laura zit op atletiek bij AV’23 en is A1-pupil, ze is goed in de middellange afstand, maar ook in sprint. Haar doel is de 1000 meter binnen 4 minuten te lopen. Als ze mij vraagt om met haar te trainen, dan doe ik dat altijd, ook al ben ik soms moe van mijn eigen training of van een wedstrijd.’
De NK Marathon van Amsterdam
Ik heb mij laten inspireren door Eliud Kipchoge, een Keniaanse langeafstandloper. Hij had twee weken voor deze wedstrijd de marathon binnen de twee uur gelopen, een onofficieel wereldrecord. Kipchoge zegt verstandige dingen. Bijvoorbeeld dat je altijd met een glimlach moet hardlopen. Dus dat heb ik gedaan. Eerst deed ik het expres, later ging het vanzelf. Even voorbij het AV’23 punt aan de Rozenburglaan kon ik mijn dochters op een groot scherm zien, ze riepen ‘Kom op pappie!’. Hartverwarmend, de hele wedstrijd was een geweldige ervaring, ik had ook niet verwacht dat ik zo goed zou lopen. Ik werd toen derde bij de mannen 50+, Patrick Kwist werd eerste, hij is de hardloop God. Ik ben niet teleurgesteld als ik verlies, als ik maar mijn best heb gedaan en een goede tijd loop. De volgende dag heb ik mijn tijd op het strand geschreven; 2:36:43. Als je ergens hard voor hebt gewerkt, er veel moeite voor gedaan hebt en het lukt, dan kan je achteraf steeds weer van genieten.’
Derde bij de mannen 50+
Maar, er zijn meer mooie ervaringen. Afgelopen zondag werd ik in mijn categorie eerste bij 30 van Almere, een nieuw PR en clubrecord. Vorig jaar ben ik eerste geworden bij de Dam tot Damloop in een tijd van 54:37 minuten. Nico Altorf werd tweede, ik had wel een felicitatie van hem verwacht, maar die heb ik helaas niet gehad. Ik feliciteer mijn concurrenten wel altijd. Vorig jaar liep ik ook de Egmond halve marathon. Er stond keiharde wind en op het strand was het volop tegenwind. Nico Altorf kon aansluiten bij de eerste groep en liep daardoor meer uit de wind, terwijl ik voorop liep in de tweede groep. Die wedstrijd won hij van mij.’
Mijn held/idool
‘Ik heb bewondering voor Joshua Cheptegei. Hij is een 24-jarige Oegandese atleet, die is gespecialiseerd in de lange afstand. Onlangs verbeterde hij het wereldrecord op de 5.000 en liep een tijd van 12:51 minuten.
‘Bewondering voor Joshua Cheptegei, Eliud Kipchoge is mijn held’
Maar mijn held is Eliud Kipchoge. Hij komt uit Kenia, is 35 jaar en is gespecialiseerd in de marathon. Op deze afstand is hij de huidige olympische kampioen en sinds 2018 houder van het wereldrecord. Hij doet uitspraken waar je over kan gaan nadenken en ook iets mee kan doen. Over discipline zegt hij bijvoorbeeld: ‘Only the disciplined ones are free in life. If you aren’t disciplined, you are a slave to your moods. You are a slave to your passions. That’s a fact.’ Je moet geen slaaf zijn van je grillen, alleen als je een wil/doel hebt ben je vrij. Het grote doel moet voorop staan.’
‘Ik ben trainer bij de A1-pupillen, de groep van Laura. Jazeker, het is heel leuk om te doen. De samenwerking met de andere trainers is goed, we leren van elkaar. Ik kan als trainer wel een beetje streng zijn en wil de kinderen orde en discipline meegeven. Ik wil dat de kinderen goed en pittig trainen. Jongens en meisjes, het is geen wandelclub, gewoon doorgaan!’
