Home Overzicht Meeste Oosterlingen gelaten onder tweede lockdown, ‘Het is als het is’

Meeste Oosterlingen gelaten onder tweede lockdown, ‘Het is als het is’

0

Op het eerste gezicht lijken de gevolgen van de tweede lockdown niet zo ingrijpend als tijdens de eerste dit voorjaar. Eerder genomen maatregelen zijn immers nog steeds geldig. De straten blijven vol. Scholen, fitnessclubs en de markt zijn nog open.  Tot achttien jaar zijn teamsporten toegestaan. Maar schijn bedriegt. Achter de voordeur zijn de gevolgen van de crisis steeds groter. Nog meer bedrijven vallen om. Overal in Oost zijn de meeste inwoners gelaten, maar bezorgd over de toekomst.

Redactie | Lewis Daniels

De café’s en restaurants met terras proberen net als begin dit jaar hun hoofd boven water te houden met een bezorgservice en afhaalpunt. De exploitanten en veel cafégangers hadden een tweede sluiting wel verwacht. Ook Tom (46). ‘Alleen de manier waarop verbaasde mij. Ik ging ervan uit dat ze dat in een keer zouden doen en niet door eerst twee keer de sluitingstijd terug te dringen. Misschien een teken dat ze echt hebben geprobeerd een totale sluiting te voorkomen, maar nu niet anders kunnen door de vaart waarmee het aantal besmettingen stijgt.’

Bang is hij niet. ‘In het voorjaar was ik dat wel. Toen de maatregelen versoepelden, stelde dat mij gerust. Ondanks het stijgende aantal besmettingen is de angst nu niet meer zo sterk. Deels ben ik daar blij om, omdat – hoe je het wendt of keert – het leven toch doorgaat. Anderzijds betrap ik mezelf erop minder alert te zijn. Ik ga niet dicht op anderen zitten zoals sommigen op het terras doen, maar vergeet soms anderhalve meter afstand te houden. Ik denk dat het niet vol te houden is steeds zo scherp te zijn. Eigenlijk is dat heel onnatuurlijk gedrag.’

Bezorgd om besmet te raken is Tom niet. ‘De kans het niet te krijgen is nog altijd vele malen groter dan wel en als het toch gebeurt, is daarmee niet meteen gezegd dat je doodziek wordt. Ik ben wel bang anderen te besmetten en dat de gevolgen daarvan desastreus zijn. Vooral daarom wil ik voorzichtig zijn. Misschien klinkt dat tegenstrijdig.’ Tom verwacht niet dat de cafés en restaurants snel weer open gaan. ‘Half november wordt dat sowieso niet. Een paar café-eigenaren die ik ken gaan uit van begin volgend jaar om kerst- en nieuwjaarsbijeenkomsten zoveel in te dammen. Ik vrees dat ze gelijk hebben.’

Voorlopig maakt Tom zich nog geen zorgen over zijn inkomen. ‘Ik ben vertaler voor diverse opdrachtgevers en de vraag neemt nog niet af. Ik moet hier wel aan toevoegen dat ik mijn etage al lang geleden heb gekocht en daardoor lage woonlasten heb. Dat geeft een hoop ruimte. Buren aan de overkant hebben het veel zwaarder. Zij komen uit de toneel- en muziekwereld en zitten zonder werk. Op dit moment verblijven ze bij vrienden en familie en is hun huis tijdelijk verhuurd om de kosten te kunnen betalen.’

Voor Ray (38) is de maat vol. ‘Al die beperkingen op straat, met uitzondering van grote bijeenkomsten, zijn onzin. Gebleken is dat veruit de meeste besmettingen thuis plaatsvinden. Ik woon alleen, dus loop wat dat betreft geen risico. Ze sluiten nu de horeca, maar daar zijn weinig besmettingen. Mondkapjes worden verplicht in openbare ruimtes, terwijl bewezen is dat die nauwelijks helpen. Het is vreselijk dat corona zoveel slachtoffers maakt, maar dat gaat om een relatief kleine groep. Hij wijst over de Dappermarkt. ‘De coronamaatregelen eisen veel meer slachtoffers. Soms zijn er amper kramen en op het Dapperplein staat meer dan de helft leeg. Ze gaan kapot door de lockdown.’ Als hij een winkel ingaat, doet hij toch een mondkapje op. ‘Ik blijf erbij dat ik het onzin vind, maar andere klanten stellen het op prijs en dan ga ik het winkeliers niet moeilijk maken. Die hebben het al zwaar genoeg.’

Ilse (28) werkt in het OLVG en is goed bekend met de situatie op de IC. ‘Vaak is het zo dat corona het laatste zetje is voor patiënten die al doodziek zijn. Maar daar kun je niet vanuit gaan en dat maakt de ziekte zo onvoorspelbaar.’ Dat ogenschijnlijk gezonde, jonge mensen ook door corona worden geveld kan ze wel verklaren. Bewijs daarvoor is er alleen nog niet. ‘Ik vermoed dat die allergisch zijn voor het virus, net als dat sommige mensen meteen naar het ziekenhuis moeten als ze zijn gestoken door een bij of wesp.’

Ilse heeft haar mondkapje bij de hand, maar draagt dat niet terwijl ze voor een winkel op de Linnaeusstraat wacht tot ze naar binnen mag. Meer dan twee klanten tegelijk zijn niet toegestaan. ‘Het effect van een mondkapje is minimaal. Behalve als je niest of hoest. Als je dat in je elleboog doet, gaat dat verspreiding net zo goed tegen.’ Met het argument dat een mondkapje mensen bewust maakt van de ernst van de huidige situatie is ze het niet helemaal eens. ‘Voor sommigen zal dat zeker opgaan, anderen zullen zich met een mondkapje onaantastbaar wanen en zo ontstaat een schijnveiligheid. Beste remedie naar mijn idee is voldoende afstand houden, goed op je eigen gezondheid letten en thuisblijven bij klachten.’

Dat corona op korte termijn wordt bedwongen is voor haar absoluut niet zeker. ‘Dat vaccin komt er wel, maar voordat alles echt weer normaal is, zijn we zo twee jaar verder. Wie weet hoeveel schade er in de tussentijd nog ontstaat. In de zorg zit ik daar nu bovenop. Ook op de kosten. Het houdt een keer op.’

Aan de ogen van het meisje – met mondkapje – achter de servicebalie van de supermarkt op de Eerste van Swindenstraat zie je dat ze lacht als een klant, ook met mondkapje, gekscherend zegt dat het in de winkel net een gemaskerd bal is. De supermarkt had in de zomer de teugels iets laten vieren en kwam daar voor de aanscherpingen al op terug. Weer één voor één naar binnen en het personeel draagt – anders dan dit voorjaar –  mondkapjes, die vanaf half november verplicht zijn. Klanten zonder mogen nu nog naar binnen, maar zijn al een minderheid. ‘Het is duidelijk dat ons voorbeeld wordt gevolgd.’ Echt gewend aan de situatie is ze nog niet. Ze tikt op haar mondkapje. ‘Dit is weer een stap verder en het afgelopen half jaar voelde al zo onwerkelijk.’ Bang dat ze haar opleiding niet kan afmaken, is ze niet. ‘Vraag is of er daarna nog werk is.’

Naima (32) werkte op de luchthaven en is door de crisis haar baan kwijt. ‘Het is drama’, vertelt ze terwijl ze uit haar auto stapt, een snelle driedeurs met bescheiden afmetingen. ‘Met een paar vluchten per dag houdt geen maatschappij het vol.’ Zorgen of ze de huur nog kan betalen heeft ze niet. ‘Ik ben thuis blijven plakken’, lacht ze. ‘Mijn ouders zijn jaren geleden gescheiden en sindsdien heb ik het rijk alleen met mijn moeder. Daardoor heb ik helemaal geen haast en in deze tijd is het een uitkomst. Behalve banen, zijn woningen ook nog altijd schaars.’ Naima vindt de huidige situatie verontrustend. Angst heeft ze niet. ‘De wereld blijft ronddraaien. Hier zal wel een oplossing voor komen en daarna volgt weer een nieuwe beproeving. Ik besef wel dat we de laatste eeuwen nooit eerder voor een pandemie van dit formaat stonden…’ Ze knikt mat en haalt haar schouders op. ‘Het is balen, maar het is wat het is.’