Anders dan veel andere spelers heeft Jim Vorster (17) geen familieleden die ook ijshockeyen. Door een ijshockeywedstrijd op tv stopte hij met honkbal en meldde zich aan bij de ijshockeyschool. Elf jaar later is hij defence in het eerste team van de Amsterdam Tigers.
Lewis Daniels
IJshockey en Jim Vorster bleken meteen een goede combinatie. ‘Het spel gaat mij makkelijk af en ik heb redelijk inzicht. Meestal weet ik waar ik op het veld moet staan.’ Jim is jarenlang getraind door oud-ijshockeyers Ron Berteling en Henk Hille. ‘Ik heb met veel plezier veel van ze geleerd. Spelenderwijs heeft mij dat gebracht tot hoe ik nu speel.’ Jim leert nog steeds. ‘We worden uitstekend begeleid door onze coach Ondrej Kratky. Als we een periode wat minder hebben gespeeld weet hij ons te motiveren. Onderling peppen we elkaar op. De oudere spelers in het team coachen de nieuwkomers. Ik sta samen met Tobias Kathan in de verdediging. Connor Barette, Calvin Pohlman en Rocco van Hoorn zijn vaak de aanvallers. Ze delen allemaal hun speelervaring met mij en denken mee.’
Mix tussen fysiek en tactisch spel
Voor Jim is het ideale ijshockey een mix tussen fysiek en tactisch spel. ‘Hard spel hoort erbij, zolang het maar binnen de perken blijft en niet doelloos matten wordt, zoals bij de NHL. Vaak wordt dat gebracht als show. Ik hou van het Europese spel. Dat gaat meer om teamwork en rondpassen. In de NHL wordt veel gescoord met soloacties.’
Jim heeft altijd in Amsterdam geijshockeyd. ‘Dat was het dichtst bij huis, we wonen niet zo ver van de stad.’ Vanaf volgende maand komt hij op eigen gelegenheid naar de Jaap Edenhal. ‘Mijn rijbewijs heb ik al, het is alleen nog wachten tot ik achttien ben. Ik heb zin in mijn eerste auto. Ik wil geen standaard model, maar bijvoorbeeld een oude Saab.’ Dat deze auto’s meer onderhoud nodig hebben vindt hij alleen maar een voordeel. ‘Ik houd van sleutelen. Ik volg een theoretische opleiding, maar ben praktijkgericht. Mijn hobby’s zijn elektronica en houtbewerken, laatst heb ik speakers gebouwd.’
Jim verwacht dit jaar voor het vwo te slagen. Of hij daarna naar de universiteit gaat weet hij nog niet. ‘Ik ben breed georiënteerd. Milieuwetenschappen, bos en natuur en maritieme techniek lijken mij leuk en een timmeropleiding ook. Dat laatste heb ik van mijn opa, die was timmerman.’ Vast staat dat Jim blijft ijshockeyen. ‘Het liefst in de BeNeLeague. Als dat niet valt te combineren met mijn werk of studie speel ik verder in een lagere divisie.’ Komende weken zit Jim aan de kant. ‘Helaas wel. Ik heb een AC-luxatie. Het gewricht tussen mijn schouderdak en sleutelbeen is uit de kom geschoten. Hierdoor mis ik zeker nog twee wedstrijden.’ Waarschijnlijk kan Jim wel deelnemen aan de play-offs. ‘We gaan hoog eindigen. Ik hoop op een mooie rematch tegen Eindhoven. Dan worden wij kampioen en zij eervolle tweede. Makkelijker wordt het niet, want ze hebben een sterk team.’
Ondanks het drukke wedstrijd- en trainschema houdt Jim voldoende tijd over voor een sociaal leven, al schiet uitgaan er bij in. ‘Soms is dat balen, dan zijn je vrienden op pad en heb jij een wedstrijd. Eenmaal op het ijs ben ik dat snel vergeten.’