‘Die nieuwkomers pikken onze huizen in en het is geen wonder dat er woningnood is…’, hoor je wel eens iemand zeggen. In ons stadsgroen is er ook woningnood. Vleermuizen, bosuilen, spechten, boomkruipers, dieren die in holtes wonen en nestelen, worden uit hun huis gezet door nieuwkomers.
Dick Feenstra
Halsbandparkieten. In de jaren zestig zijn ze uit Afrika en Zuidoost Azië ingevoerd als huisdier, maar bleken ongeschikt omdat ze een vinger konden afbijten. Bij de dierenambulance trekken ze gewapende handschoenen aan als ze een gewond exemplaar moeten oppakken.
Holenbroeders
Van oorsprong leefde de halsbandparkiet in loofbossen en wouden van India en Pakistan. Er wordt beweerd dat ene Onesikritos, die stuurman was op de vloot van Alexander de Grote, zo’n 2300 jaar geleden de vogels meenam naar Afrika en Europa.
Sinds 1962 heeft het aantal van deze nieuwkomers zich elk jaar verdubbeld, want het is een slimme vogel, de halsbandparkiet. Hij is groen, zo groot als een ekster, heeft ook een lange puntige staart met blauwachtige veren en een rode kromme snavel. Mannetjes hebben een roze band rond de nek, een zwarte vlek op de keel en ze zijn voor het leven trouw aan hun partner met wie ze een vaste woonplek kiezen. Ze leven in groepen van tien à zestien dieren, maar op de grasvelden van sportpark Middenmeer komen ze met een groep van veertig grazen van de zaden.
Men is volop bezig om de vlieggaten van nestkasten te pantseren
Halsbandparkieten zijn holenbroeders. Ze knagen een nestholte in de stam, tot acht paar in één boom. Ook gebruiken ze holtes in muren. Vertoont zich een rover dan gaan ze met zijn allen tot actie over om die met veel kabaal en agressie te verjagen. Tegen schemertijd bereiden ze zich in groepen luid krijsend voor op de komende nacht, wat voor mensen een reden is om ergens anders te gaan wonen.
In de tuin of op het balkon kan de parkiet een plaag zijn. De roze kastanje in de tuin heeft al tien jaar niet meer gebloeid omdat de bloemknoppen zoet zijn en daarom een lekkernij. Voor fruittelers en tuinders is het een verspillend plaagdier en een doorn in het oog als ze een appel plukken, daar een paar hapjes van nemen, waarop ze hem laten vallen om vervolgens aan een nieuwe appel te beginnen.
Oogsten kunnen tot zesenveertig procent worden vernield door de vogels. Eigenlijk eten ze alles. Ook eieren en vlees, maar vooral fruit, vruchten, zaden, knoppen en bloemen. Ze zijn gek op nectar en pinda’s.
Kraak-proof
De eerste Amsterdamse halsbandparkietkolonie ontstond zestig jaar geleden in het Vondelpark. Ondertussen wonen ze in alle grote steden van ons land. In vijfendertig andere landen hebben ze zich weten te vestigen, verspreid over alle continenten behalve Antarctica.
Nieuwkomers zijn welkom, maar deze gaan erg ver. Veel nestkasten die de gemeente en Natuur Je Beste Buur hebben opgehangen zijn binnen een jaar door parkieten gekraakt omdat die van hout zijn en met hun papagaaiensnavel maken ze de vliegopening groot genoeg. Men is volop bezig om die vlieggaten te pantseren, zodat mezen er kunnen blijven broeden want mezen zijn nodig omdat die eikenprocessierupsen aan hun jongen voeren. De vlinder van die rups is ook een nieuwkomer die vaker en in grotere getallen opduikt.
Als het vlieggat van een houten nestkast van een metalen plaatje met een gat van 32 millimeter wordt voorzien, kan halsbandparkiet de mezenwoning niet kraken en is er minder woningnood in het stadse groen.