Weer of geen weer, de actiegroep Niet Te Koop demonstreert iedere zaterdagmiddag om 15:00 uur bij een te koop staande begane grond woning, ergens in Amsterdam. De actiegroep kiest voor hun acties een sociale huurwoning die door een woningcorporatie in de verkoop is gezet. Dit keer is het een adres in Oost.
Rose Bartholomé | Foto Eddy Ellert
Zaterdagmiddag, zo nu en dan een bui of een waterig zonnetje. Bij de Vrolikstraat 214 huis verzamelt zich langzamerhand een groep mensen. Een politiebus rijdt langs en enkele agenten nemen een kijkje. Ze zien al snel dat deze actiegroep geen plannen heeft om de wet te overtreden.
Langzamerhand komen er steeds mensen bij. Het is geen massale bijeenkomst, maar wel een groep die al voor de 99e keer op zaterdag demonstreert tegen de uitverkoop van sociale huurwoningen.
Wooncorporatie Ymere biedt de benedenwoning van 51 m2 te koop aan voor € 435.000. Boudewijn Ruckert, één van de initiatiefnemers: ‘Ze zouden geen sociale huurwoningen meer verkopen binnen de ring. Dat lijkt een loze belofte.’
Benedenwoningen
In het nieuws verschijnt zo nu en dan dat gebrekkige doorstroming van ouderen en scheefwoners de grootste oorzaak is van de wooncrisis. Ondertussen blijft de uitverkoop van sociale woningen doorgaan en het bouwen van nieuwe woningen onder de maat.
De actiegroep Niet Te Koop richt haar pijlen vooral op beganegrondwoningen binnen de ring. In de redenering van de corporaties is de marktprijs van deze woningen te hoog om ze te bestemmen voor sociale huur. Verkopen levert geld op om nieuw te bouwen.
Anti-speculatiebeding
De koper heeft nu wel zelfbewoningsplicht. Hij of zij mag de woning drie jaar niet verkopen of verhuren. De stedelijke actiegroep Niet Te Koop stuitte eerder op absurde gevallen. In mei 2020 is een woning van De Alliantie verkocht voor € 416.175, in mei 2022 was de verkoopprijs € 574.250. Een verschil van € 158.000. Dat is € 74.000 per jaar verdiend.
Afspraken met de Gemeente
In de zogenaamde Samenwerkingsafspraken 2020-2023 staat dat de Woningbouwcorporaties zorgen dat de voorraad sociale huurwoningen met 3.000 woningen toeneemt. Dat is zou een groei zijn van gemiddeld 750 woningen per jaar. In 2021 kwamen er weliswaar huurwoningen bij, namelijk 619, maar dat ligt nog ruim onder de doelstelling.
In 2021 zijn 868 sociale huurwoningen verkocht. De gemeente zet in op geen verkoop, zegt Wethouder Zita Pels in het Parool. In de Samenwerkingsafspraken staat wel dat de woningcorporaties zoveel woningen mogen verkopen als nodig is om de groei te realiseren.
De maatschappelijk kosten van het verdwijnen van de samenhang in een wijk zijn niet berekend èn niet voor rekening van de corporaties of projectontwikkelaars.
Bij nieuwbouw is de doelstelling een verhouding van 40% sociale huur, 40% midden huur en 20% dure woningen. Toch groeit het aandeel dure huurwoningen. Mensen met een laag of middeninkomen hebben steeds minder kans op een woning. En vorig jaar stonden wel zo’n 4000 appartementen in het dure segment langere tijd leeg. Het college wil dit aanpakken met boetes.
De gemeente vindt het belangrijk dat er meer woningen met tijdelijke huurcontracten en jongerencontracten zijn. Maar na vijf jaar staat de huurder dan weer op straat en mag aansluiten in de lange wachtrij om te huren. Tenzij men inmiddels een jaarinkomen heeft van € 100.000,- voor een hypotheek om een gemiddelde Amsterdamse woning te kopen.
Wekelijkse prikactie
Aan te koop staande sociale woningen geen gebrek, is helaas de al jarenlange ervaring van actiegroep Niet Te Koop. Je zou bijna zeggen dat het de Dwaze huurders van Amsterdam zijn die iedere zaterdagmiddag om 15:00 uur een korte prikactie houden om de aandacht te vestigen op het desastreuze woningbeleid. De aanhouder wint. De plaats van actie maken ze enkele dagen van tevoren bekend.
- Kijk op www.niettekoop.org
