Esther Mutsaers, afgestudeerd kostuumontwerper en oud-chef mode en lifestyle bij de Viva, heeft het duurzame kledingmerk NUTT Amsterdam opgericht vanuit haar eigen woonkamer. De kleding bestaat uit tweedehands afgedankte kledingstukken en dragen een steentje bij aan een duurzamere kledingindustrie.
Sammie Vos
Hoe ben je op het idee voor NUTT Amsterdam gekomen?
‘Ik wist natuurlijk zelf al hoe slecht de kledingindustrie is. Bijvoorbeeld hoeveel water het kost om een spijkerbroek te maken. De realisatie kwam nog meer bij me binnen toen ik op een avond aan het koken was en op de achtergrond een programma opstond over wat er gebeurt als wij kleding weggooien. Er werd onder andere verteld dat als wij kleding in de afvalbak gooien er minimaal 55 procent van in de fik wordt gestoken, omdat het nou eenmaal niet meer her te gebruiken is. Ik schrok daar erg van, omdat ik altijd het idee was dat de kledingbak juist een goed initiatief was.
Er wordt veel slechte kleding van slecht materiaal geproduceerd, vooral door de ‘fast fashion’ zaken, zoals H&M en Zara. We kopen zoveel van dat soort kleding en gooien evenveel weer ervan weg. Die kleding komt in de kledingbakken terecht en de meerderheid daarvan is nou eenmaal te slecht om er nog iets nuttigs mee te doen. Een klein gedeelte van die kleding komt, maar op de juiste plekken terecht, zoals arme landen. De mensen die de balen met kleding krijgen om het te sorteren in landen zoals Chili worden er mee overspoeld. Wat overblijft wordt dus verbrand of het beland op grote hopen in de woestijn. Toen ik die beelden, cijfers en bedragen zag, wilde ik mijn eigen steentje bijdragen en ben ik zo op het idee voor NUTT Amsterdam gekomen. De naam NUTT, komt van nuttig en de dubbel T, omdat de kleding uit twee afgedankte kledingstukken bestaat.’
Hoe ben je vervolgens te werk gegaan om het te realiseren? Wat waren de eerste stappen?
‘Ik kon wel blijven denken over hoe slecht de industrie was, maar kon er ook echt wat aan gaan doen. Jaren geleden ben ik afgestudeerd van de AMFI als kostuumontwerper. Daardoor weet ik veel over technieken en stoffen in de mode. Vervolgens ging ik aan mensen in het Amstel kwartier vragen om in plaats van hun kleding in de bakken te gooien, aan mij te geven. Dan kon ik kijken of ik er nog wat leuks van kon maken. Het begon met van alles en nog wat. Ik kreeg broeken, bloezen, truien en jassen. Ondertussen was ik met veel mensen gaan praten uit mijn oude vak, de mode-industrie. Ik kende ook nog veel journalisten en fotografen van vroeger die ik om tips vroeg. Ik besloot om mij op een kledingstuk te focussen. Blazers werden mijn keuze, omdat het voor mannen en voor vrouwen is en ze zijn van elke tijd. Ze zijn eigenlijk dus voor iedereen. De blazers die ik maak bestaan uit twee afgedankte kledingstukken.’
Wat is volgens jou het belangrijkste doel van Nutt Amsterdam? Wat wil je ermee bereiken?
‘Mijn doel is om het duurzame verhaal te verspreiden. De blazers zien er ook vrij opvallend uit, op die manier hoop ik dat degene die de blazer aan heeft het verhaal weer aan een ander kan doorvertellen. Iedere blazer heeft ook visitekaartjes, zodat die ook weer doorgegeven kunnen worden. Ik geloof ook dat de kledingindustrie alleen zal veranderen als wij als mensen zullen veranderen. Ik hoop dat wij in de toekomst duurzamere kledingkeuzes zullen maken en bewust worden van hoe slecht de industrie eigenlijk is. Mijn instelling is zolang de mode-industrie niet op grote schaal verbeterd wordt, blijf ik dit doen. Of het nou groot wordt of klein blijft, maakt mij verder niet uit. Ik wil mijn best blijven doen.’
Het is momenteel alleen een online webshop, wordt Nutt Amsterdam ooit in een winkel verkocht?
‘In maart wordt het eerste duurzame warenhuis geopend in Leidschendam. Ik probeer zelf om naar alle evenementen te gaan die met dit onderwerp te maken te hebben. Het is belangrijk om zoveel mensen te leren kennen en een netwerk op te bouwen. Zo heb ik de mensen van het warenhuis leren kennen. In het warenhuis komt er een rek waar een aantal van mij NUTT-blazers komen te hangen. Ik heb geen idee wat het gaat doen, maar de mogelijkheid vind ik heel leuk.
Als het op een gegeven moment te veel werk voor mij alleen gaat worden, zal ik in de toekomst wellicht een ateliertje huren en mensen zoeken om mij te helpen. Als het zover is, zou ik graag bijvoorbeeld vluchtelingen willen helpen door ze werk te geven bij NUTT.’
Wat is jouw hoop voor de toekomst van de kledingindustrie?
‘Doordat ik zoveel evenementen over de kledingindustrie bijwoon, merk ik dat er toch heel veel mensen gelukkig mee bezig zijn. Dan krijg ik wel het gevoel dat er hoop is voor verbetering. Ik dat steeds meer mensen geïnspireerd worden om ook duurzamere keuzes te gaan maken als het gaat om kleding kopen. Ik vrees echter wel dat bedrijven zoals Zara en H&M de komende jaren nog niet snel zullen veranderen. Dat zal waarschijnlijk nog langer duren. Toen ik bij de Viva als chef voor mode en lifestyle werkte, moest ik de producties uitzetten. Zoals woon en shop producties. Dat ging vooral over spullen kopen en de consumeermaatschappij die sterk opkwam. Ik voel dus ergens wel een schuldgevoel dat ik daaraan heb meegeholpen. Daardoor ben ik wel blij dat ik nu iets kan terugdoen met duurzame kleding.’
Hoe kunnen mensen zelf ervoor zorgen om milieubewustere modekeuzes te maken? Heb je tips?
‘Kijk bijvoorbeeld wat vaker in je kast om te kijken wat je nog allemaal hebt hangen. Het is goed om minder weg te gooien en te kijken of je oude kledingstukken voor iets kan gebruiken. Ook al is het misschien makkelijker gezegd dan gedaan, help het minder kopen van kleding ook. Als mensen in Oost kleding willen doneren kan dat bij het adres op /www.nuttamsterdam.com . Dat kan iedere eerste zaterdag van de maand tussen tien en elf uur s’ochtends!’
XXXX
