In 2040 is een verdubbeling van het aantal ponten nodig om mensen heen en weer van het Centrum naar Noord te kunnen vervoeren. Dat blijkt uit onderzoek van de gemeente. Zonder bruggen zijn er 23 ponten nodig om alle mensen van en naar Noord te kunnen brengen. De grenzen van wat het pontsysteem aan kan worden waarschijnlijk al eerder genaderd, rond 2036.
De verbinding met bruggen over het IJ is een lang gekoesterde wens. Die plannen staan al meer dan 170 jaar in de koelkast. Het plan was om in 2026 te beginnen met het bouwen aan de Oostbrug. Voor die bouw was ongeveer vijf jaar uitgetrokken. De Westbrug en een voetgangerstunnel bij het Centraal Station fiets- en voetgangerstunnel zouden dan later dan 2026 worden gebouwd. Dat alles onder de paraplu van het project de ‘Sprong over het IJ’.
De afgelopen jaren is Noord hard gegroeid en is het zaak om dit deel van de stad voor iedereen goed bereikbaar te houden. In 2017 werd al een voorkeursbesluit hierover genomen, vanwege nautische bezwaren werden de afgelopen jaren andere mogelijkheden verkend. Dankzij het advies van de commissie D’Hooghe en de 1600 inspraakreacties is het besluit aangepast. Naast de bestaande en nieuwe veren, zouden er in de toekomst twee bruggen en een tunnel komen om Noord met de rest van de stad te verbinden. Maar wanneer dat zal zijn is niet bekend.
Als de twee geplande bruggen over het IJ uiteindelijk beschikbaar zijn, zullen er 40 procent minder fietsers op de ponten staan. Met een oplevering van de Oostbrug in 2032 en de Westbrug in 2040 wordt de fietsbinnenring van de stad volgens planning afgemaakt. Dan zullen er steeds minder fietsers gebruikmaken van de ponten. Als de twee bruggen er liggen, zijn in 2040 maximaal twaalf ponten in de spits voldoende. Dat is vergelijkbaar met het huidige aantal ponten.
Een van de opties is om de brug van Oost naar Noord ook beschikbaar te maken voor het openbaar vervoer. Samen met de Vervoerregio Amsterdam is onderzocht wat de gevolgen zijn van wel of geen openbaar vervoer over de Oostbrug. Als er geen openbaar vervoer over de Oostbrug komt, worden zowel de Noord/Zuidlijn als bus 37 over de Schellingwouderbrug drukker. Wel zouden beide OV-lijnen volgens dit onderzoek deze extra drukte kunnen opvangen. Daarnaast kost een Oostbrug met openbaar vervoer 2,5 keer zoveel als een fietsbrug.
Samen met de stichting IJbaan onderzoekt de gemeente of een kabelbaan over het IJ een goede en nuttige aanvulling kan zijn op het openbaar vervoer in de stad. De commerciële IJbaan zou vooral een aanvulling kunnen zijn op de Westburg. De gemeente stelt prioriteit voor de bruggen boven de IJbaan, die onderdeel van het openbaar vervoer in de stad zou kunnen worden.
Met enige zekerheid en het oog op het verleden kunnen we zeggen dat de bruggen over het IJ voorlopig er nog niet zijn. De ponten zullen het voorlopig nog moeten doen.