Een groep van twintig enthousiaste natuurliefhebbers verzamelde zich afgelopen week zich in Oost voor een vogelexcursie. Onder leiding van twee ervaren excursieleiders Walter en Mieke van Vogelwerkgroep Amsterdam begon een tocht langs de rustige en waterrijke gebieden van Oost. Vogelaars, van doorgewinterde experts tot nieuwsgierige beginners, liepen goed voorbereid met de verrekijkers te turen naar de eerste takken.
Arie Martijn Schenk
De start van de excursie was op de Nieuwe Ooster, daar werd de groep begroet door veel vogelgeluiden. De eerste zanglijster van januari liet zijn karakteristieke melodieën horen bij het pad tegenover Betondorp. ‘Dat is al vroeg in januari’, vertelde de excursieleider. ‘De zanglijster hoor je meestal later in het vroege voorjaar.’
Tussen de bomen pronkten appelvinken en vuurgoudhaantje met hun subtiele geluiden. ‘De appelvink zit vaak helemaal bovenin’ vertelt Walter. ‘Het vuurgoudhaantje lijkt op de gewone goudhaan, maar onderscheidt zich door de witte wenkbrauwstreep en oranjekleurige zweem op de schouder.’ Hoog in de lucht klonken de schelle roepen van halsbandparkieten, terwijl een groepje sijzen energiek heen en weer sprongen van tak naar tak. Tot verrassing van velen schoot een ijsvogel als een blauwe flits langs het water bij de sloot tegenover Betondorp.

De ochtendzon bracht ook een aantal gaaien en een grote bonte specht in beeld, wat de diversiteit op deze groene begraafplaats benadrukte. ‘Er is hier zo veel te zien, we zagen ook de vink, het gewone goudhaantje net voorbij springen en we hoorden een aantal groenlingen’ aldus Walter.
De route vervolgde richting het Diemerpark en IJburg en onderweg op de fiets zag de groep een roodhalsfuut voorbij gaan. Maar daar bleef het niet bij, ook zwommen er kuifeenden, gewone futen, tafeleenden en de grote zaagbek. De frisse bries over het water hield de groep scherp en geconcentreerd. Een enkele stormmeeuw cirkelde boven de rietkragen, terwijl verder op de dodaars rustig op het water dobberden.

Via de al oude Diemerzeedijk trok de excursie verder richting de Diemer Vijfhoek en Muiden. ‘Met het weidse uitzichten vanaf de dijk waren de vogels hier goed te zien’, lichtte een van de deelnemers toe. ’We kwamen de bekende zeearend tegen. Hij gleed statig langs de horizon, zijn silhouet was een schouwspel en goed te zien via onze verrekijkers.’ Verderop langs de dijk zwommen de middelste zaagbekken over het rustige wateren en een Torenvalk liet zijn indrukwekkende biddende vlucht zien.
Bij het wateroppervlak tuurden de deelnemers nog naar brilduikers en smienten, terwijl grote zilverreiger zich sierlijk langs de oever bewoog. De altijd indrukwekkende buizerd cirkelde in een wijde boog boven het gebied, vergezeld door verschillende soorten meeuwen.

Met koude handen maar een goed gevoel om zoveel vogels al te zien in januari keerde de groep terug richting de Watergraafsmeer. ‘De diversiteit aan vogels, van de speelse staartmezen tot de koninklijke zeearend, maakte deze excursie tot een feestje’, vertelt een van de deelnemers. ‘Er is zoveel moois te zien, zo dicht bij huis. Ik ben elke keer weer verbaasd. Walter en Mieke wisten veel van de vogeldiversiteit van Oost.’