Proef zelf maar even’. Eigenaar Henkjan Laats van het Cacaomuseum in de Czaar Peterstraat schuift me een bordje toe met stukjes chocolade. Langzaam smeltend in mijn mond openbaren zich bijzondere smaken, iets van sinaasappel en koffie?

Henny Reubsaet

‘Ja, citrus, mandarijn en koffie, het palet aan smaken in chocolade is heel breed. Er kunnen wel duizend verschillende smaken inzitten. Dat komt niet doordat er smaken aan toegevoegd worden zoals een bierbrouwerij dat doet, maar dat komt door de soort bonen en de manieren waarop de cacaobonen zijn gefermenteerd en geroosterd. De chocolade die je net geproefd hebt, is samengesteld uit bonen die op drie verschillende manieren zijn geroosterd en daarna weer gemengd, en ook op een speciale manier zijn gefermenteerd.’

Proeven is het belangrijkste onderdeel in het proces van chocolade maken heb ik net geleerd. Cacaobonen zijn delicatere boontjes dan koffie. Als je gebrande koffiebonen in handen hebt, heb je meteen het eindproduct, maar chocolade maken is nog lang niet klaar als de bonen gebrand zijn. Er gaan meestal heel wat experimenten aan vooraf voordat een ambachtelijke chocolademaker vindt dat hij een prima reepje chocola geproduceerd heeft. En als persoon die al jaren ‘in de chocola’ zit, heeft Henkjan me toevertrouwd dat hij vindt dat lekkere chocolade maken een dermate moeilijke kunst is, dat er maar weinig echt goede chocolatiers op de wereld te vinden zijn.

Het oprichtingsverhaal blijkt een idealistisch verhaal. De voornaamste reden voor Henkjan Laats om het Cacaomuseum op te starten is dat hij wil bijdragen aan het beschermen van de regenwouden en het welzijn van inheemse volkeren. Dat is ook zijn missie als directeur van de stichting Cross Cultural Bridges, een stichting die hij samen met Gustavo Hernandez in 2002 heeft opgericht toen hij in Peru woonde. Hij wil de kennis van inheemse mensen niet verloren laten gaan en die in andere gebieden zoals Nederland toepassen. Als tropisch cultuurtechnicus heeft hij zo’n vijfentwintig jaar van zijn leven besteed aan bodemconservatie (je kunt ook erosiebestrijding zeggen) en waterhuishouding in de tropen. Met name tijdens zijn 8-jarige verblijf in Peru en 9-jarig verblijf in Bolivia deed hij contacten met cacaoboeren op en leerde veel van hen.

‘Het interessante van cacao is dat het zowel goed voor de natuur en mensen kan zijn als slecht.’ Er is volgens Henkjan geen enkel product waar dat verschil tussen goed en slecht zo groot is. Het Cacaomuseum wil daarom alleen maar chocolade promoten en verkopen die wel goed voor het bos en de mensen is. Dus waar echt eerlijke prijzen voor betaald wordt en die uit duurzame boslandbouwsystemen komt.

Door opgravingen is gebleken dat er in het noorden van Zuid-Amerika al 6000 jaar geleden cacao gebruikt werd bij ceremoniën, door het Marañon volk. ‘Cacao is eigenlijk ook een soort drug, wist je dat? Het doet iets met je hoofd, het is bewustzijnsverruimend. Daarom wordt het in Latijns-Amerika, maar ook in de wetenschap het ‘voedsel van de goden’ genoemd. Hier in Nederland worden er ook steeds meer cacao- ceremonies gehouden. Dat is een verhaal op zich, kom daar maar eens voor terug. Dat kun je ook hier ontdekken in het museum.’

‘Door die vroege cacao-cultuur is er met name in het Amazonegebied een enorme soortenrijkdom van cacao ontstaan. Ik denk dat de mensen daar vooral hebben ingezet op verbetering van de smaak en de geestverruimende werking van de bonen. Heel anders dan de cacaoplantages van tegenwoordig die de grote chocoladeproducenten op hebben gezet’, vult hij meteen aan. ‘Dat zijn geen veredelaars maar vertroebelaars. Zij willen cacaoplanten die resistent zijn tegen ziektes en goed verhandelbaar en vervoerbaar zijn. Het gaat hen niet om de smaak.’

Goed, zijn liefde voor het milieu, duurzaamheid, diversiteit, kleine cacaoboeren, ambachtelijke chocola en inheemse volkeren heeft hij duidelijk gemaakt, maar ik heb nog geen antwoord op de vraag waarom en hoe een cacaomuseum in de Czaar Peterstraat?

‘In 2014 ben ik teruggekomen naar Nederland om mijn dochters hier naar school te laten gaan en dichter bij mijn ouders te zijn. Mijn Peruaanse vrouw had daar mee ingestemd op voorwaarde dat we dan wel in Amsterdam zouden gaan wonen. Ik moest me gaan omscholen want als tropische water- en conflictspecialist zou ik hier moeilijk een baan kunnen vinden. Ik had het altijd vreemd gevonden dat er in Nederland weinig aandacht was voor cacao en chocolade, terwijl de chocola nota bene dankzij een Nederlandse uitvinding kan worden gemaakt. De gebroeders Van Houten hebben namelijk tweehonderd jaar geleden de eerste cacaopers gebouwd in Amsterdam. In België en Duitsland zijn er grote commerciële chocolademuseums, maar ik heb me in mijn businessplan vooral laten inspireren door het ‘Chocomuseo’, een cacaomuseum in Cusco, in Peru.

De Czaar Peterstraat heb ik bij toeval ontdekt, toen ik voor vrienden winkelruimte zocht en de woningbouwvereniging niet warm werd van hun plannen, maar een cacaomuseum wel een interessante aanvulling vond voor de straat.’

Het museum kun je gratis bezoeken. Henkjan vertelt verder. ‘Mijn verdienplan was oorspronkelijk alleen de verkoop van chocolade die ik via een bevriende importeur rechtstreeks van boeren kon krijgen, maar tegenwoordig doe ik van alles. Ik geef workshops chocolade maken en koken met chocola, ik ben ook chef-kok, ik organiseer proeverijen, schilderen met chocolade en geef les op scholen. Scholen komen ook wel hier en een onderdeel van de les is dan soms wandelen door de buurt.

Oost was tot 1970 de grootste cacaohaven ter wereld en de Czaar Peterstraat was een straat voor zeelieden met de meeste kroegen van de stad. Het winkelcentrum Brazilië en het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) aan de Zeeburgerkade waren vroeger cacaopakhuizen. Dus ik prijs me gelukkig dat ik zo’n perfecte plek voor het Cacaomuseum heb gevonden. En dat er door het museum allerlei mensen die ook betrokken zijn bij inheemse volkeren, kleinschalig boeren, ambachtelijke chocolade en duurzaamheid me weten te vinden.’

Bij de rondleiding die hij me even later geeft, waarbij de plek om chocolade te maken zich in het souterrain blijkt te bevinden, zie ik tal van voorwerpen en afbeeldingen die met cacao, chocolade en de cacaohandel te maken hebben. Daar moet ik inderdaad nog maar eens voor terugkomen. Want hij vervolgt zijn verhaal over de lijntjes die voor hem samenkomen in het museum. Zijn kennis over dorpsraden in Zuid-Amerika en commons (een economisch model gebaseerd op het gezamenlijk beheren van natuurlijke hulpbronnen zoals landbouwgronden) heeft hij tot zijn genoegen kunnen inzetten bij buurtvergaderingen, het Maatschappelijk Akkoord Amsterdam (Ma.ak 020) en het begeleiden van studenten bij buurtonderzoek.

Foto byvangeel

Mijn nieuwsgierigheid naar het cacaomuseum heeft me een boeiende ochtend opgeleverd, waarbij ik niet alleen iets geleerd heb over het maakproces van cacaoboon tot chocola, maar ook inzichten heb gekregen over buurten als levend organisme. In het organisme Oost zie ik in mijn verbeelding oost-online nu als wormpje rondkruipen, met oren en ogen open, gericht op nieuws uit de buurt. En daar is vanochtend zomaar, organisch een mondje aangegroeid, door het proeven van heerlijke nieuwe chocoladesmaken!

Check www.cacaomuseum.nl | www.chocoladefestivalamsterdam.nl.
Het festival is op 8 en 9 februari in de Beurs van Berlage.