In de reeks Sculpturen van Oost de letterkunst van Opland in metrostation Wibautstraat. Het kunstwerk bestaat uit vijf delen, en is daar in 1977 aangebracht.
Méland Langeveld
Tijdens de aanleg van de eerste metrolijn, de Oostlijn, vestigen de Volkskrant, Het Parool en Trouw zich aan de Wibautstraat. De redacties komen dan van de Nieuwezijds Voorburgwal vandaan. Kunstenaar Opland – vooral bekend van zijn politieke spotprenten in de Volkskrant en De Groene Amsterdammer – krijgt de opdracht om voor metrostation Wibautstraat ‘iets journalistieks’ te maken. Zijn vijfdelige kunstwerk vertelt het volledige verhaal van de krant. Te beginnen in de noordelijke hal: daar is boven de trappen een repeterende foto van een straat in De Pijp aangebracht. Een realistisch en herkenbaar beeld van een typisch negentiendeeeuwse straat die zich in afbeeldingen herhaalt. Aan de beide wanden van het perron bevinden zich enorme drukletters in warme, vrolijke kleuren. En op het perron, op de wanden van een betonnen huisje, staan matrijzen van voorpagina’s van kranten afgedrukt. In de zuidelijke hal van het station, verscholen achter brandveiligheidsroosters, een wandschildering die het drukproces van de krant laat zien. Als laatste, boven de trap naar het perron, een knipselcollage waar het nieuws van een willekeurige dag in 1977 te lezen valt. Het beeld is gedateerd en tijdloos tegelijk.
Maar ook aan de Wibautstraat vertrekken de kranten weer. Het Parool verhuist in 2003 naar het voormalige Storkterrein op Oostenburg, en de redacties van de Volkskrant en Trouw gaan daar in februari 2007 eveneens naartoe.
’Vir-niks-nie-bang-nie’
Opland over Opland: ‘Ik ben een arbeider in continue-dienst. Een prentenbakker, een vent die het doorgaans niet te lezen commentaar een beetje populair voor de mensen vertalen kan. Tekeningen die zorgen, dat hoop ik tenminste, dat de mensen een beetje blijven nadenken.’
Het werk dat hij in meer dan vijf decennia het licht laat zien, bevestigt zijn eigen typering: ‘Vir-niks-nie-bangnie’. Een Einzelgänger, die met zijn eigen maatstaven het wereldgebeuren gadeslaat. Opland heeft zichzelf weleens een ‘observator’ genoemd, die vanaf het zijtoneel het gebeuren in ogenschouw neemt. Zijn goedkeuring kan het niet wegdragen wat op het hoofdtoneel plaatsvindt en daarom legt hij even de tekenvinger op de zere plek, zonder daarbij echter de illusie te koesteren dat er onmiddellijk verbeteringen zullen intreden. ‘Hollanditis’ In 1977 start in Nederland de campagne ‘Help de kernwapens de wereld uit, om te beginnen in Nederland’. Demonstraties tegen de plaatsing van kernwapens vonden overal ter wereld plaats. Opland ontwerpt een vrouwtje dat tegen de kruisraket schopt en dit wordt, met tal van varianten, hét logo tegen kernwapens. Het verzet tegen kernwapens is in Nederland zo massaal dat de term ‘Hollanditis’ of ‘Dutch disease’ ontstaat. Opland: ‘Het vrouwtje dat tegen een raket aanschopt werd het nationale én internationale symbool voor de Hollanditis. Ik geloof dat ik dat wel eervol mag vinden.’
Opland, pseudoniem voor Rob Wout, is in 1928 geboren in Amsterdam. Tijdens zijn jeugd is hij al actief als tekenaar, onder andere voor de schoolkrant. Na de HBS begon hij aan een studie politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Om zijn studie te bekostigen, gaat hij werken voor de Groene Amsterdammer. Hij breekt zijn studie echter af en gaat fulltime bij de Volkskrant als tekenaar/cartoonist aan de slag. Daar neemt hij het pseudoniem ‘Opland’ aan, gemaakt uit de gedeeltelijke samenvoeging van de achternamen van twee schoolvrienden. Zijn tekeningen geven commentaar op gebeurtenissen in de politiek. Zijn tekeningen spreken behoorlijk aan, bij het publiek maar ook bij de bespotte politici zelf. Kenmerk van zijn tekeningen is het gebruik van een drukke, barokke, stijl. Er staan vaak veel personen afgebeeld, en er is veel te zien.
Op 19 juli 2001 overlijdt Opland aan botkanker