Home Indische Buurt Oproep van Rob Geurtsen: ‘Werk mensgericht!’

Oproep van Rob Geurtsen: ‘Werk mensgericht!’

0

‘Ik neem de eerste de beste woning, ongeacht de plek, dacht ik toen ik een woning zocht.’ Dat is niet helemaal gelukt. ‘Voor de bezichtiging heb ik in de buurt rondgelopen. Op twee plekken voelde dat niet goed. Toen ben ik op zoek gegaan naar een buurt die ik wel leuk vind.’ Twee jaar geleden is Rob Geurtsen in de Flevoflat komen wonen. Hij doet mee aan de werkgroep armoede van de Staat van de Indische Buurt.

Martien van Oorsouw

Hij steekt zijn duim op: ‘Oost is geweldig! Alles is er, het is een levendige buurt. De Javastraat en de Van Swindenstraat zijn lekker chaotisch, fietsen staan kriskras door elkaar. En met het kanaal en het park in de buurt heb ik niks anders nodig voor mijn hardlopen. Ik heb veel geluk gehad met deze woning.’

We spreken elkaar bij het daklozenspreekuur van Daadkr8 in West. ‘Als je dakloos bent, heb je zo veel stress, er is geen ruimte in je hoofd om aan iets anders te denken. We vragen nooit waarom cliënten dakloos zijn geworden, het gaat erom dat hun problemen opgelost worden. Ik heb het zelf gemerkt: nu ik AOW heb, heb ik wat meer geld, je gaat makkelijker de deur uit, je snapt de wereld weer. Pas toen ik afstand had, kwam ik erachter hoeveel regelingen er zijn en hoe slecht ze bereikbaar zijn. Als je de voorzieningen laagdrempelig maakt, is er veel te winnen.’

Zijn werk maakt zijn voelsprieten wakker. ‘We zijn bezig dit spreekuur op te zetten in Oost. Het is goed geregeld in Nederland, er zijn veel instellingen, maar die bereiken maar driekwart van hun doelgroep. Veel mensen zijn niet in beeld bij de buurtteams, ook niet via de sleutelfiguren. Ik kan ze de support geven waar ze recht op hebben.’

Met Daadkr8 geeft hij voorlichting aan buurtteams, !Woon over laagdrempelige dienstverlening. ‘Mijn missie is die andere kwart te bereiken, zodat ze uit de stress komen. Of eigenlijk is mijn missie: onafhankelijke cliëntondersteuning. Ik ben er een beetje ingerold. Ik kan recht voor z’n raap een verhaal vertellen over dakloosheid, ik snap het spanningsveld tussen maatschappij, hulpverlener en de cliënt. En je moet het leuk vinden geitenpaadjes te vinden waar je een hulpverlener over kunt adviseren. Bij het monitoren ga je met zachte hand een beetje trekken, een beetje duwen en soms ook laten. Je moet de nadruk niet op het dossier of de productie leggen, je moet mensgericht werken. Ik ken ambtenaren en hulpverleners die hun werk op deze manier willen doen, maar ze durven niet goed, de ruimte daarvoor is erg klein.’

Ymere wil 24 woningen in de Flevoflats reserveren voor mensen met beginnende dementie en hun partner. De bewonerscommissie is het er niet mee eens. ‘Ik wel. Ik vraag elke dag aan mijn buurman of ik iets kan doen.’

Hij is sceptisch over het idee dat mensen langer in hun huis moeten blijven wonen. Liever ziet hij dat er weer ouderenwoningen gebouwd worden. ‘Het moet ze makkelijker gemaakt worden sociale contacten te onderhouden.’Door samen te zingen bijvoorbeeld, of:’Laat ze het groen rond de Flevoflats in beheer nemen. Zijn ze ook lekker buiten bezig,’

Dat de zorg gegarandeerd is, vermindert de eenzaamheid, maar eenzaamheid is een groot probleem en wordt alleen maar groter. ‘Eigenlijk hebben we de eenzaamheid voorgeprogrammeerd door de manier waarop we de wijken ingericht hebben. In de vroegere bejaardenhuizen was sociaal contact makkelijker.’

‘We roddelen ons een ongeluk over de buren,’ besluit hij, ‘iedereen, of -ie in een suit supply pak loopt op de Zuidas of in een djellaba in Oost, praat op dezelfde toonhoogte over dezelfde problemen. Mensen willen niet de hele dag thuiszitten, ze willen een plek waar ze de dag kunnen doorbrengen, kunnen kletsen.’