Home Oud Nieuws Oud Nieuws |Het Nint maakt zich op voor de grote sprong IJ-waarts

Oud Nieuws |Het Nint maakt zich op voor de grote sprong IJ-waarts

0
Foto Doriann Kransberg

Oud Nieuws | 19 juli 1990 – Het eerste Science Center in Nederland verrijst eind 1992 midden in het Oosterdok. bovenop de ingang van de IJ-tunnel. Het nieuwe onderkomen van technologie museum Nint zal naar verwachting 600 duizend bezoekers per jaar trekken. “Zonder opvoedend over te komen, willen we de bezoeker een genuanceerd beeld bieden van de voortgang van de technologie,” zegt adjunct-directeur Jeannine van der Vooren.

Horen en zien vergaan als een klas schoolkinderen het Nint (Nederlands instituut voor nijverheid en techniek) binnenstuift. Een meisje blaast enorme zeepbellen terwijl jongens zich verdringen om een doormidden gezaagde auto, waarmee de reactiesnelheid getest kan worden.

In het ‘exploratorium’ van het Nint maakt de bezoeker actief kennis met natuurkrachten en de actuele toepassingen van wetenschap en technologie. Verder zijn er tentoonstellingen over autotechniek, holografie, winkelautomatisering en computertoepassingen.

Het Nint, dat sinds 1983 in de voormalige diamantslijperij van Asscher aan de Tolstraat huist, maakt zich op voor de grote sprong IJ-waarts. De gemeente heeft 25 miljoen gulden toegezegd en de plaats boven de lichtroosters van de IJ-tunnel ter beschikking gesteld.

De vermaarde architect Renzo Piano, bekend geworden door het Centre Pompidou in Parijs, heeft al een werkbezoek aan Amsterdam achter de rug. Binnen enkele maanden zal hij een ontwerp van het nieuwe Science Center presenteren.

Volgens het financiële rapport en de prognoses van het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme ziet de toekomst er rooskleurig uit voor het Science Center. “Er zijn in de wereld driehonderd Science Centers die honderd miljoen bezoekers per jaar trekken. We lopen gewoon wat achter in Nederland,” zegt Jeannine van der Vooren.

Zij verwacht dat in ieder geval 550 duizend mensen – het benodigde aan- Technologiemuseum wordt eerste Science Centre van ons land tal om quitte te draaien – per jaar over de brug komen die het Centraal Station met het Science Center verbindt. “Niemand kan om het nieuwe centrum heen. We liggen op de lijn Centraal Station, Scheepvaartmuseum, Artis, Tropenmuseum. Nu weten veel mensen ons moeilijk te vinden,” zegt medewerkster Erna van Poppel.

De inbreng van het bedrijfsleven is belangrijk voor het Nint. Albert Heijn heeft een winkel nagebouwd waar de werking van de streepjescode wordt verduidelijkt. Van der Vooren is niet bang voor de invloed van het bedrijfsleven. “Bedrijven bepalen het beleid niet, dat doen wij. Het is tweerichtingsverkeer; wij willen de ontwikkeling van de technologie op de voet volgen, en een bedrijf kan zijn imago verbeteren. Bovendien zal een bedrijf wel uitkijken om schreeuwerig reclame te maken, dan raken bezoekers geïrriteerd.”

“Wij willen ook niet afhankelijk zijn van één sponsor. Kijk naar het Evoluon; door een herschikking bij Philips moest het gesloten worden.” Dit jaar verwacht het Nint 100 duizend bezoekers, in 1987 waren dat er 64 duizend. “Het bezoekersaantal neemt toe door de toegenomen vrije tijd. Bovendien staat wetenschap en technologie erg in de belangstelling. Zie de wetenschapsbijlagen van kranten en de vele televisie-programma’s. Ook de overheidscampagne ‘Kies exact’ in het onderwijs bleek van invloed,” zegt Van der Vooren. Veel ouders nemen hun kinderen mee naar het Nint, ook omdat er een bureau voor beroepskeuze in is gevestigd.

Het toekomstige Science Center beslaat 4500 vierkante meter, tegen 1650 vierkante meter in de Tolstraat. In het gebouw aan het IJ komen naast tentoonstellingsruimten drie klaslokalen, twee restaurants, een wetenschapstheater, een theater waar onder andere films worden gedraaid en een restaurant dat ook ’s avonds open is. Mogelijk komt in het Science Center een NOB-studio. Drie leraren komen in vaste dienst om de bezoekende onderwijsgroepen (uit basis- en volwassenenonderwijs) voor te lichten.

“Wij willen niet alleen een speeltuin zijn. Het recreatieve aspect moet aan het educatieve gekoppeld worden. We zijn in geen geval een pretpark,” zegt Van der Vooren.

Waarom lukt het Amsterdam wel een Science Center op te richten terwijl plannen van Rotterdam (Scientopia), Utrecht (Exploratorium), de Efteling (Cosmo), Enschede (Technovia) en Maastricht (Biologica) sneuvelden? Van der Vooren: “Het Nint bestond al, en we hebben altijd goede contacten gehad met het bedrijfsleven. Bovendien past het in de IJ-oeverplannen, het is toch een ideale plek.”

Bron Het Parool – Rob Rombouts
Foto Stadsarchief Amsterdam