Home Oud Nieuws Oud Nieuws | Razzia in de Padangstraat

Oud Nieuws | Razzia in de Padangstraat

0

OUD NIEUWS |  4 januari 1937  De chef van de Vreemdelingendienst houdt tien communisten aan in de Padangstraat, die daar bij een bekende Nederlandse communist (G.H. van M., een bankwerker bij de gemeentetram) een geheime vergadering houden.

Het blijkt om drie Nederlanders en zeven paspoortloze Duitsers te gaan. Er wordt vermoed dat de communisten zich met een illegale actie bezig hielden en in verband daarmee steeds geheime vergaderingen belegden. Papieren, brochures en een filmapparaat, met een film over een 1 mei-viering in Moskou en manoeuvres van de Russische vloot, worden in beslag genomen.

De verdachten worden naar bureau Linnaeusstraat overgebracht, en van daar naar het hoofdbureau van de politie, waar ze aan een langdurig verhoor worden ontworpen. De Duitsers blijken zich al langere tijd in Nederland te bevinden, geen aanwijsbaar middel van bestaan te hebben en vermoedelijk te zijn ondergebracht bij Nederlandse partijgenoten. Zij worden opgesloten, terwijl de Nederlandse communisten in de loop van de nacht weer worden vrijgelaten.

De hele vaderlandse pers spreekt er schande van en ook in Nederlands-Indië laat men zich niet onbetuigd, terwijl de Nederlandse autoriteiten contact opnemen met de Duitse collega’s.

De Duitsers blijken uit verschillende delen van Duitsland afkomstig te zijn, o.a. uit Oost-Pruisen, München en andere Duitse steden. Ze blijken te voet via Drente en Overijssel naar Amsterdam te zijn gekomen. Niet alleen de in de Padangstraat wonende bankwerker bij de gemeentetram blijkt intussen betrokken, maar ook zijn dochter, die lid is van de Jongeren Vredesactie, blijkt zich in de kamer bevonden te hebben, die versierd was met een grote communistische vlag met het portret van Lenin daar op geschilderd.

Het antwoord op de vraag naar inlichtingen bij de Duitse autoriteiten blijft inmiddels op zich wachten. De afdeling politieke politie, bureau Nieuwe Doelenstraat, verdiept haar onderzoek. De Officier van Justitie heeft inmiddels contact opgenomen met de regering over de vraag of de gevangen communisten aan Duitsland kunnen worden uitgeleverd.

Ook het communistische dagblad de Tribune laat nu van zich horen. Zij spreken over de arrestatie van zeven Duitse vluchtelingen die met enige vrienden in de Padangstraat nog het oude jaar wilden vieren. Niet alleen sovietfilms waren aanwezig geweest, maar ook een Charlie Chaplin-film, terwijl de kamer voor de gelegenheid op passende wijze versierd was. Plotseling verschenen die avond echter om kwart over tien ’s avonds twee overvalwagens met een 25-tal agenten met getrokken revolvers, die volkomen ten onrechte de feestelijke bijeenkomst verstoorden. Het ging immers in het geheel niet om een politieke bijeenkomst, maar een feestelijk samenkomen, georganiseerd voor Duitse anti-fascistische vluchtelingen, zoals er zich honderden in Nederland bevinden.

De samenzweerders dan wel vluchtelingen worden inmiddels van het politiebureau naar het huis van bewaring gebracht, waar ze moeten blijven tot het tijdstip dat de minister een beslissing neemt. De beslissing van de minister hebben wij in deze zaak helaas nog niet gedocumenteerd teruggevonden, maar volgens onbevestigde berichten in het Soerabaijasch Dagblad zijn de betreffende Duitse communisten naar Fort Honswijk verplaatst, uiteindelijk vrijgelaten, waarna een aantal van hen naar Spanje zou zijn gereisd om daar aan communistische kant aan de burgeroorlog mee te vechten.

Wat betreft bankwerker G.H. van M. tenslotte: deze wordt door naar aanleiding van het gebeurde door directeur van de Gemeentetram ir. Willem Barend Isaac Hofman voor eervol ontslag voorgedragen bij het Gemeentebestuur. De gemeentelijke wethouder van Arbeidszaken namens de RKSP, Mr. G.C.J.D. (Cor) Kropman, weigert echter de man te ontslaan. Van M. blijft dus in dienst als spil van een ongeveer 40 man tellende communistische cel bij de Gemeentetram, die later een heldhaftige rol zal spelen bij het uitroepen van de Februaristaking in 1941.

Met dank aan Rogier Schravendeel | Foto Stadsarchief