Park Frankendael is een bijzondere combinatie van oud en nieuw. Het park is geheel omringd door water en groen, op het terrein staat Huize Frankendael, er zijn twee restaurants, een volkstuinpark en schooltuinen, scoutinggebouwen en in het zomerseizoen een koffietent. Deel 7 en slot van een serie over parken in Oost.
Anne-Mariken Raukema | Foto’s Paulina Renaud
Het park heeft ook vrienden: de Vrienden van Frankendael. Zij blijven alert op ontwikkelingen in de buurt, met name waar het gaat om behoud en beheer van het groen en bouwen in en rond het park. Marion van der Bliek (voorzitter) en Jacqueline Rijken zijn beiden tien jaar actief in het bestuur van de Vereniging Vrienden van Frankendael. De vereniging viert dit jaar zijn dertigjarig jubileum met een magazine. Ze duiden het park het liefst aan als ‘cultuurhistorisch en ecologisch stadspark met wilde randjes’. Groot is het niet, zo’n 20 ha. Van de ene uithoek naar de andere is hemelsbreed iets meer dan 600 meter. Het bijzondere van Frankendael is het samengaan van oud – Huize Frankendael – en relatief nieuw – volkstuincomplex Klein Dantzig en de schooltuinen. En sinds 2005 is het een park. Het oude deel is 17e en 18e eeuws, het nieuwe is een eeuw oud. Dit jaar vieren de Amsterdamse schooltuinen hun honderdjarig bestaan.
In de 17e eeuw werd het Diemermeer drooggelegd en begin 18e eeuw verrezen er verschillende buitenplaatsen. In de Watergraafsmeer stonden er circa vijfentwintig. Alleen al aan de huidige Middenweg bevonden zich, behalve Frankendael, ook de buitenplaatsen Ceulen, Voorland, Rozenburg en Buitenzorg. De laatste zijn allemaal verdwenen, huize Frankendael en achtergelegen stijltuin restten als enige. In 1866 vestigde de Koninklijke Nederlandse Tuinbouwmaatschappij Linnaeus er een tuinbouwschool, met handelskwekerijen. Eind 19e eeuw kocht de gemeente de grond en vestigde er de stadskwekerij. Beide kwekerijen groeiden uit tot een tuincentrum Van Vliet en Wielinga.
Wat nu de heemtuin is – het deel achter de stijltuin – verrommelde gaandeweg en diende voor een deel als opslag. Op initiatief van een van de hoveniers werd in 1963 begonnen met opruimen en startte de aanleg van de heemtuin, met een Zuid-Limburgse holle weg en lössgrond en een stinzenplantenmilieu.
Veranderingen
Eind jaren 80 werd besloten de stadskwekerij op te heffen, mede als gevolg van het invoeren van de stadsdelen. Dat besluit was aanleiding voor een herindeling, die tussen 1998 en 2006 gefaseerd werd gerealiseerd. Herbestemming als gebied voor woningbouw was een serieuze optie. Het plan stuitte op enorme weerstand van de omwonenden. Zo’n negenhonderd buurtbewoners mobiliseerden zich en zij ontwikkelden met een landschapsarchitect een tegenplan. De bewoners startten de Vereniging Vrienden van Frankendael. Deze zou zich vervolgens ‘bijna overal mee bemoeien.’ Van der Bliek: ‘Van welke bruggetjes er wel of niet moesten komen tot wie een restaurant zou mogen opzetten.’ Het was meer een actiegroep dan een bestuur, met jarenlang Elgar Vos als onvermoeibare trekker.
De vereniging
De vereniging blijft altijd bezig met nieuwe kansen en ontwikkelingen. Dat doen ze zoveel mogelijk samen met de partners in en om het park. Zo organiseren ze jaarlijks een netwerkborrel voor allen die zich dagelijks in het park inzetten, er werken of vrijwilligerswerk doen. Het gegeven dat de laatste jaren 30 procent van het groen binnen de ring is verdwenen motiveert het bestuur van de Vrienden extra goed op te letten. Ze zien ondertussen een toename van de populariteit en het aantal bezoekers in het park. Van der Bliek: ‘Voor veel buurtbewoners is het park hun achtertuin. Het park blijft steeds weer verrassen. Afhankelijk van welke kant je het park betreedt, welk seizoen of deel van de dag het is. De heemtuin is in het voorjaar op zijn mooist en Huize Frankendael geeft mij elke keer weer een gevoel dat je je in een andere tijd waant.’
Nu telt de vereniging zo’n 370 betalende leden. Ze ontvangen twee of drie keer per jaar een digitale nieuwsbrief, tussendoor korte berichten als er actualiteiten zijn en worden regelmatig uitgenodigd mee te doen aan activiteiten. De laatste nieuwsbrief van december 2019 informeert de leden over de bomenkap (‘iets om blijvend aandacht aan te geven’) en activiteiten in het park. Verder een oproep voor schrijvers en fotografen voor het jubileummagazine en een in memoriam voor een zeer betrokken gebiedsmakelaar.
Gebruikers
Niet alleen buurtbewoners komen regelmatig in het park, ook veel andere wandelaars, met en zonder hond. Op het hondenterrein mogen honden loslopen, elders moeten ze zijn aangelijnd. Maar dat gebeurt lang niet altijd en gehandhaafd wordt er helaas weinig. Ook sportgroepjes, van zwangere vrouwen tot tai chi-beoefenaars, bootcampers en voetballers gebruiken het park vaak. Bij mooi weer komen de picknickmanden en barbecues tevoorschijn, worden op het speelveld kinderfeestjes en borrels gehouden. Een feest om al die mensen in het park te zien genieten. Helaas ruimt na afloop niet iedereen alles op. Van der Bliek: ‘Het is voor bezoekers lang niet duidelijk in welk park je nou wel of niet mag barbecueën. Trek daarin als Amsterdam een lijn en wees consequent in handhaven.’
De druk in de zomermaanden op met name het grote speelveld is groot, maar niet te. Beide dames prijzen buurtbewoners die elke dag door het park lopen en andermans rotzooi opruimen. En met de mensen van Pantar die drie keer in de week prullenbakken leeghalen. Daarnaast organiseren de vrienden twee keer per jaar een schoonmaakdag (‘Keep it clean day’ en de Landelijke Opschoondag) met name voor die plekken waar Pantar niet komt. Die van afgelopen jaar begon met koffie in het scoutinggebouw van Gijsbrecht van Aemstel.
Stadsdeel
De bestuurders van de vereniging zijn over het algemeen tevreden over de contacten met het stadsdeel. Zij het dat ze ook aanlopen tegen interne reorganisaties, waardoor er onduidelijker wordt wie waarover gaat. Ze realiseren zich dat deze situatie ook voor de betrokkenen lastig is en soms frustrerend. Dat er elke dag beheerders in het park te vinden zijn die onderhoud plegen, stemt hen blij. Heel erg content zijn ze met Chris Barendse, de hovenier in dienst van stadsdeel Oost, die overal kan worden ingezet en elke dag in Frankendael te vinden is. Rijken: ‘Hij weet heel veel, is behulpzaam en gidst ook, vooral voor de vereniging voor veldbiologie, de KNNV.’ Dat de gemeente steeds meer met ‘onderaannemers’ werkt voor het hovernierswerk, maakt het samenwerken lastiger. De Vrienden hebben daarmee slechter of te laat zicht op wat er met het beheer van het park gebeurt.’
Activiteiten en evenementen
Gedurende het hele jaar is er – behalve genieten van rust en groen – wat te doen in park Frankendael. Een grote groep vrijwilligers is actief in de heemtuin, waar ze vanaf maart tot eind november elke woensdagochtend onder leiding van Chris Barendse werken. De kleine sloten worden er met de hand gebaggerd. ‘Eind oktober organiseerden we de Nacht van de Nacht, zoals ook op 500 andere plaatsen in het land. We zagen toen dat het eilandje naast het volkstuinpark de donkerste plek van het park is.’ Er was een paddenstoelenwandeling.
De Pure Markt, volgens de bestuursleden een evenement dat goed past in Frankendael, vindt elke laatste zondag van de maand plaats in het park. Volgens het gemeentelijk locatieprofiel kunnen er zeventien kleine en middelgrote evenementen in het park plaatsvinden, met maximaal vijfduizend bezoekers. ‘Meer kan echt niet’, aldus Van der Bliek, ‘hulpdiensten kunnen maar via twee wegen het park in.’ Blij zijn ze met de voorstelling van het Holland Festival. ‘Als de opera wordt opgevoerd in de Stopera, kunnen mensen die hier zien vanaf de tribune op groot scherm. Dan is er plaats voor 1.200 mensen. Met mooi weer zitten ze er, met picknickmanden, feestelijk en gezellig’, zegt Rijken.
Goed en beter?
‘Onderhoud en beheer gaan goed’, vat Van der Bliek samen. ‘Natuurlijk zijn er altijd dingen die beter kunnen. Tegelijkertijd baart juist het beheer ons ook zorgen. De contacten met de gemeente, wanneer valt iets onder de centrale stad, wanneer onder het stadsdeel, is onduidelijk. Handhaving kan beter. Bijvoorbeeld: het aantal snorfietsers in het park is naar ons gevoel afgenomen, maar er rijden nog steeds brommers door het park. En als je mensen met loslopende honden aanspreekt in de heemtuin, waar bijzonder vogels nestelen, halen ze hun schouders op. Tegelijkertijd: tel je zegeningen in een grote stad als deze. Het is nog steeds een mooi groen en rustig park voor een groot deel van het jaar.’