Home Dwars nieuws Plaquette ter nagedachtenis aan Joodse leerlingen en leraren Sparrenwegschool

Plaquette ter nagedachtenis aan Joodse leerlingen en leraren Sparrenwegschool

0

dwars julPlaquette ter nagedachtenis aan de Joodse leerlingen en leraren van de Sparrenwegschool. De plaquette hangt aan de gevel van Sparrenweg 39, en is op 3 mei onthuld.

Méland Langeveld

De Duitse bezetter verordonneert dat vanaf 1 september 1941 Joodse leerlingen niet langer naar hun lagere school mogen. De kinderen moeten naar speciaal voor hen opgerichte Joodse scholen in de buurt. Joodse leerlingen krijgen afzonderlijk – door de Joodse Raad beheerd – onderwijs, en de Joodse gemeenschap dient de scholen te financieren. De kinderen mogen alleen nog les krijgen van Joodse onderwijzers, wat tot veel overplaatsingen van leerkrachten leidt. Scholen worden opgeheven, verplaatst of samengevoegd. Joodse scholen mogen geen niet-joodse kinderen aannemen.

De Vrolikschool en de Camperschool staan beide in de binnentuin van het huizenblok tussen de Sparrenweg en de Beukenweg. De Duitse bezetter wijst deze twee scholen aan als Joodse scholen: beide krijgen de naam Sparrenwegschool. Er moeten 230 niet-Joodse kinderen van de ruim zevenhonderd leerlingen naar de Boerhaaveschool en de Linnaeusschool, en van die twee scholen gaan veertig Joodse leerlingen naar de Sparrenwegschool. Arnold Houtkruijer wordt waarnemend hoofd van de Sparrenwegschool. Houtkruijer en zijn echtgenote, Mirjam, hebben daardoor een tijdelijke vrijstelling van deportatie. Voor veel kinderen is de achter de poort weggestopte Sparrenwegschool het beginpunt van hun deportatie.

In het najaar van 1942 zijn de transporten naar concentratiekampen in volle gang, waardoor het leerlingenaantal op de Joodse scholen sterk daalt. Enkele scholen sluiten de deuren. Grote razzia’s in mei, juni en september 1943 leggen het openbare leven voor Joden in Amsterdam plat. Meer scholen gaan dicht. De leerlingen zijn opgepakt of ondergedoken. Ook de Sparrenschool sluit, en gaat na de oorlog verder als Louise de Coligny School. Het gebouw is in 1987 afgebroken.

Vrijwel zeker is dat Arnold Houtkruijer begin 1943 naar de gevangenis op de Amstelveenseweg is gebracht. Na kortstondige verblijven in kamp Vught en kamp Westerbork is hij na aankomst in Sobibor vermoord. Begin 1944 pakken de Duitsers Mirjam op. Ook zij is direct bij aankomst in Auschwitz vermoord. De plaquette ter nagedachtenis aan de schoolkinderen, de leraren en het echtpaar Houtkruijer is onthuld door Mirjams nicht Beppie Wallinski.