Home IJopener Protesteren of molesteren?

Protesteren of molesteren?

0

Amsterdam Staking | Dinsdag 19:30 | Molukkenstraat kruispunt
geen kanker genade wil minimaal 200 man zien! We gaan ze laten zien wat WAR is!!!

Ik lees de oproep nog een keer. Ik snap het niet helemaal. Maar ik behoor mogelijk niet tot de doelgroep, al heeft de kleurrijke uitnodiging mij wel bereikt. Waarschijnlijk dankzij de eloquente afsluiting: Deel die shit.

Simone Slotboom

De intro is nog helder: Eindhoven maakt kapot Den Haag maakt kapot Nu is het onze fucking beurt! Deel die shit 020 gaat nog verder! Maar de opsomming van mee te brengen attributen blijft ietwat duister: Vuurwerk, Dynamos, Kraaienpoten, Benzine, Bakstenen, Ruitentikkers, Mokers, Motros haal alles uit de schuur! De intentie is evenwel duidelijk. Los van het feit dat de maker meer aandacht heeft besteed aan knip- en plakwerk dan aan spelling en interpunctie, blijft de woordkeuze intrigeren. Staken? Staken heb ik zelf ook vaak gedaan. Alleen nam ik dan geen gereedschap mee. Ook geen vuurwerk, geen benzine en al helemaal geen molotovcocktails.

De liveopnames van de ‘staking’ spreken verder voor zich. Hordes jongeren laten een spoor van vernieling achter. Ze smijten geparkeerde fietsen de rijweg op, vernielen auto’s en straatmeubilair, gooien winkelramen in, steken vuurwerkbommen af en stichten brand. Rode rook vult de straat. Alles op hun pad gaat kapot. Dit is geen protesteren meer, dit is lukraak molesteren.

Verbazing. Dat is wat bij me opkomt. Wat een woede, wat een agressie. Wat een vernielzucht. En waarvoor? Omdat ze na 21.00 uur niet de straat op kunnen? Tijdelijk, tot de IC’s weer wat leger zijn. Om hun vaders, moeders, opa’s, oma’s en chronisch zieke familieleden te beschermen. Is dit strijden voor vrijheid? Tegen onderdrukking? Of is dit agressie botvieren op spullen die niet van jou zijn? Is dit stoer? Sterk? Of is dit eerder zielig? Ziek?

Vroeger protesteerden we ook veel in Amsterdam. Tegen kernwapens bijvoorbeeld. Ban de bom, scandeerden we massaal. Met buttons en spandoeken liepen we hand in hand. We waren tegen de bom. We namen geen bommen mee. En we protesteerden tegen oorlog. Tegen Vietnam. We lieten niet zien wat ‘WAR’ is. We wilden juist vrede. Geen oorlog.

Waar is het misgegaan? Waar zijn deze jonge mensen zo boos over dat ze hun eigen stad kapot maken? De winkels van hardwerkende mensen. De fietsen en auto’s van gewone buurtbewoners. Mensen die het geld ook niet met pakken in de kast hebben liggen. Gewoon volk. Gewone Amsterdammers. Waarom zou je die mensen het leven zuur maken? Die zelf ook getroffen zijn door alle maatregelen. Maatregelen die er zijn om ons te beschermen tegen een zich snel verspreidend en potentieel dodelijk virus. Tijdelijk. Niet om ons te onderdrukken. En zelfs niet om de pret te drukken. Met constant een afweging maken tussen mensenlevens redden en economische belangen beschermen. In Nederland polderen we. Dat kunnen we goed. We dwingen het liefst zo min mogelijk. Kunnen we daar als burgers niet beter dankbaar voor zijn?

Mijn vrienden in Turkije hebben verplichte lockdowns van vrijdagavond tot maandagochtend. Maar niemand ‘protesteert’. Voor zover er toch mensen op straat zijn, hebben die geen vuurwerk mee. Nee. Die hebben brood bij zich. Brood. Om huis aan huis langs te brengen. Ouderen en chronisch zieken mogen helemaal de deur niet uit. Ook zij krijgen hulp aan huis. Van jongere en sterkere buurtgenoten. Niemand steekt winkels in de fik. Ze zijn druk met boodschappen bezorgen.

Nederland loopt voorop in de wereld met een intelligente lockdown. Hier doen mensen aan zelfquarantaine. Vooral ouderen en chronisch zieken. Ik ben één van hen. En ik ben blij dat ik een keuze heb. Dat ik niet, zoals in Turkije, thuis móét blijven omdat ik bij een kwetsbare groep hoor.

Mijn jongvolwassen zoon beperkt al bijna een jaar zijn sociale contacten. Uit zorg voor mij. Is dat leuk voor hem? Nee. Absoluut niet. Dat is behoorlijk belastend. Maar het is ook liefdevol. Risicoloos leven bestaat niet. Maar we kunnen wel zorg dragen voor elkaar.

Voorlopig blijft het onrustig in de stad. Burgemeester Femke Halsema ging langs op het Javaplein om steun te betuigen aan getroffen ondernemers. En in alle stadsdelen gaan vrijwilligers uit voorzorg de straat op. Om rellende jongeren op andere gedachten te brengen. Om ze te leren zuinig te zijn op wat we hebben. Om dankbaarheid te verspreiden. Voor het leven. Voor alles wat we bezitten. Om daar respectvol mee om te gaan. Om het te behouden voor de toekomst. Om dáárvoor te strijden. Geweldloos. Gewoon door thuis te blijven en te zorgen voor je naasten.