Home IJopener Intussen aan de Oranje-Vrijstaatkade | Jammer

Intussen aan de Oranje-Vrijstaatkade | Jammer

0

Elk nummer doet IJopener kort verslag van de maandelijkse vergaderingen van de stadsdeelcommissie Oost in de vergaderzaal aan de Oranje-Vrijstaatkade.

Lisa Scheerder

Jammer is toch wel het woord dat het meest wordt gebruikt door de vertegenwoordigers van de stadsdeelcommissies, als zij de evaluatie van het bestuurlijk stelsel bespreken in de gemeenteraadscommissie Democratisering op het stadhuis. U weet misschien nog wel: het huidige bestuurlijke stelsel met de gekozen stadsdeelcommissie en het door het college van burgemeester en wethouders benoemde dagelijks bestuur van het stadsdeel wordt geëvalueerd. En het gebiedsgerichte werken met de burgerparticipatie ook. Allemaal geïntroduceerd na de laatste gemeenteraadsverkiezingen in 2018. En omdat er bij de invoering in 2018 al twijfel bestond of dit nieuwe stelsel de lokale democratie in Amsterdam wel zou versterken, wordt die nu al geëvalueerd; hoe gaat het in de stadsdelen als er eigenlijk geen bevoegdheden meer zijn, behalve het adviesrecht? Niet dat er grote tevredenheid over het ‘oude’ bestuurlijk stelsel was, met zijn onderlinge stammenstrijd (wie gaat waar over) en de bestuurlijke spaghetti (elk stadsdeel zijn eigen beleid). Maar het nieuwe stelsel kwam ruziënd tot stand, bestond uit liefdeloze compromissen en was daarmee vanaf het begin aangeschoten wild. En nu, drie jaar later, blijkt het op geen enkele manier meegevallen; slechts 17% van de Amsterdammers heeft nog vertrouwen in het nieuw opgetuigde bestuurlijke stelsel.

En dat is toch wel erg jammer.

Jammer ook omdat de adviezen die deze nieuwe stadsdeelcommissies uitbrengen, wegwaaien, verdwijnen of zoekraken in de kelders van het stadhuis zodat de gemeenteraad, die nu over alles gaat, vaak helemaal niet weet wat het stadsdeel er van vindt. En daar misschien wel helemaal niet in geïnteresseerd is.

Jammer ook omdat de wethouders van de centrale stad – die allemaal een stadsdeel onder hun hoede hebben – nog nooit zijn afgereisd naar de stadsdelen, om bijvoorbeeld een vergadering van de stadsdeelcommissie bij te wonen of zich te verdiepen in een echt lokaal probleem. Jammer ook omdat de stadsdeelcommissie geen ambtelijke ondersteuning heeft. Daardoor staat de stadsdeelcommissie op achterstand, zeker ten opzichte van het dagelijks bestuur van het stadsdeel, dat wel voldoende ondersteuning heeft; het is moeilijk om onderwerpen te agenderen of met ongevraagde adviezen het beleid te beïnvloeden.Jammer ook van de participatiepolonaise die is ontstaan. Het lijkt zo mooi, burgers direct invloed geven in allerlei participatieprojecten, maar dan moet het college wel bereid zijn om zijn eigen visie opzij te zetten als de participerende burger iets anders wil. Als die bereidheid er eigenlijk niet is dan leidt deze participatiekaravaan alleen maar tot ergernis en teleurstelling.

Jammer is het ook dat er geen aandacht is voor het grote verloop van de gekozen leden van de stadsdeelcommissie. Hele fracties zijn al opgestapt en in de evaluatie is niet gesproken met deze mensen. Ook is niet gesproken met de vele Amsterdammers die zich bij de laatste verkiezing verkiesbaar hebben gesteld, maar niet zijn gekozen in de stadsdeelcommissie, omdat zij het aflegden tegen de politieke partijen die makkelijker de kiesdrempel haalden.

En het is ook jammer dat de Amsterdammers inmiddels weten dat de stadsdeelcommissie nergens meer over gaat, en zich nu in grote getale melden bij de gemeenteraad, daar massaal inspreken en de mailboxen verstoppen waardoor de werkzaamheden in de Stopera volledig vastlopen met als resultaat dat de burger zich nog steeds niet gehoord voelt. Is alles dan jammer? Nee, er is toch wel een lichtpuntje. Het enige voordeel van het nieuwe stelsel schijnt te zijn dat de leden van het dagelijks bestuur van het stadsdeel nu minder ruzie maken met het college in het stadhuis. En laat het nou het college zijn dat aan zet is om de ‘doorontwikkeling van het Amsterdamse bestuurlijke stelsel’ zoals dat nogal onheilspellend heet, in gang te zetten. Na de zomer – ijs en weder dienende – gaat de gemeenteraad de voorstellen bespreken. We gaan zien óf en zo ja, wat er van overblijft.