Toen Rob van Veelen in 2008 als participatiemakelaar in de Indische Buurt kwam werken was het een Vogelaarwijk, oftewel een wijk die volgens de toenmalige minister van Volkshuisvesting Ella Vogelaar veel problemen kende: lage inkomens, criminaliteit, verloedering, werkloosheid, gezondheidsproblemen. De Indische Buurt was een van de onveiligste buurten van Amsterdam, met een tot belwinkels verschraald winkelaanbod, schietpartijen en dodelijke incidenten.

Minister Vogelaar noemde dit soort buurten bij voorkeur prachtwijken of krachtwijken, omdat ze het talent en het maatschappelijk potentieel dat door al die problemen onbenut bleef juist kansen wilde geven. Er moesten participatiemakelaars komen die dat proces op gang moesten brengen.

En precies dat heeft in de Indische Buurt heel goed uitgepakt, zag Rob van Veelen, die participatiemakelaar bleef tot 2016: ‘Vanuit alle gemeenschappen stonden binnen de kortste keren mensen op die mee wilden doen en die ook weer anderen meenamen.’ Rob ging natuurlijk ook zelf de boer op om betrokken buurtbewoners te werven voor de Participatieraad: ‘In elke buurt zijn mensen die wat kunnen en die het leuk vinden om iets op te zetten, de kunst is om ze te vinden. Mijn favoriete jachtgebied waren kapsalons, want daar zitten mensen toch maar te wachten…

Er kwam een samenwerkingsverband van bewonersinitiatieven, het stadsdeel, woningbouw, scholen en politie en die samenwerking geschiedde op basis van gelijkwaardigheid. Dus: samen plannen maken en samen bepalen wie wat zou gaan doen.

Als buurtmakelaar moest Rob van elk probleem een kans zien te maken. Zo werd een rommelige opslagplaats van de gemeente, waar buurtbewoners allerlei rotzooi dumpten en waar vrouwen ’s avonds niet langs durfden in samenwerking met buurtbewoners getransformeerd tot een groen paradijs met een moestuin en een pizzaoven.

En toen Rob in de groenstrook van de Kramatweg iemand in de bosjes zag scharrelen die in het diepste geheim bezig bleek te zijn een illegale vlindertuin tot stand te brengen zorgde hij er persoonlijk voor dat dat werd toegestaan en zelfs kon uitgroeien tot het initiatief Oostindisch groen.

En terwijl het ooit zo was dat de jongens uit de Indische Buurt naar kickboksen of voetbal gingen kunnen ze nu ook naar schaken en inmiddels zijn er ook voor meisjes sportieve activiteiten.

Buurthuis De Meevaart kreeg zelfbestuur: de mensen uit de buurt runnen het buurthuis, uiteraard met steun van de gemeente. Dit was ook de tijd dat er al talloze Amsterdammers met geveltuinen bezig waren. Ze trokken een paar stoeptegels los en zetten er planten in. Dit was aanvankelijk illegaal, vervolgens werd het door de gemeente gedoogd en uiteindelijk werd het beleid. In de Indische Buurt creëerde Ben uit de Balistraat een van de grootste en mooiste geveltuinen van Amsterdam. Ook dit werd eerst gedoogd, met de nodige voorbehouden natuurlijk, toen kreeg Ben een boete, en nu is de gemeente er blij mee.

Even was het Indische Buurt Museum een museum op locatie

Rob van Veelen is nu coördinator van het Indische Buurt museum, een museum zonder muren, want ‘je denkt toch niet dat ik in een kamertje tussen een paar oude theedoeken ga zitten.’ Het Indische Buurt museum is een openluchtmuseum dat de hele Indische Buurt beslaat en waar je prachtig doorheen kunt wandelen. Bij de Java boekshop kun je een wandelgidsje kopen dat je langs alle interessante plekken van de wijk voert, en op elk interessant punt staan informatieborden. Je kunt dus zelf op pad gaan, maar er zijn ook groepsrondleidingen en daarvoor kun je bellen met Rob via 06 5121 7714. Je moet dan wel zelf voor een groep zorgen. Een website waar je je aan kunt melden is er niet want Rob staat, naar eigen zeggen, ‘nog met één been in de negentiende eeuw.’ Dat hij een mobiel heeft is al heel wat…

TIP

Twee jonge creatieve vrouwen uit de buurt zijn, samen met mensen van het Marokkaans ouderen centrum, maken een tentoonstelling over de gebruiken, gebruiksvoorwerpen en de rituelen van de Marokkaanse gastarbeiders van het eerste uur. Die tentoonstelling is te zien bij Oba Javaplein, in samenwerking met het Marokkaans Ouderen Centrum. De opening is op 24 september.

Meer info op de website van de Oba