In de Kamerlingh Onneslaan wordt druk gebouwd en verbouwd aan het oude gebouw van de telefoondienst. Waar men vroeger tegen een wegkwijnend, verpieterd en met graffiti beschilderd monumentaal pand keek, komen nu appartementen en verschillende faciliteiten voor (buurt-)bewoners. De nieuwe woningen, die als achtertuin Park Frankendael hebben, worden op zijn vroegst medio juli volgend jaar opgeleverd. 

Bram Schutte

Oost is straks een opgeknapte woon- en werkplek rijker. De oude telefooncentrale wordt volledig gerenoveerd. En dit allemaal aan de voet van Park Frankendael. Daar moet een bruisend centrum van woon- en werkverkeer worden gecreëerd. AHAM-vastgoed neemt het gebouw onderhanden en directeur Tim van Schijndel geeft een rondleiding door ‘De Telefoondienst’.

De telefooncentrale is ontstaan als historisch knooppunt binnen de Watergraafsmeer, eerst als centrale van de PTT en later tot 2020 van KPN. De muschelkalkstenen deuromlijsting aan de Kamerlingh Onneslaan is ontworpen door Hildo Krop. Het is een van de vele bewaarde historische elementen in het vernieuwde ontwerp van De Telefoondienst. ‘Je kunt een leeuwenkop zien en, ik denk, indianen die hand in hand staan’, vertelt Van Schijndel. Daarnaast wordt er beweerd dat het pand heeft gefungeerd als onderkomen voor de oudste, automatische telefooncentrale. Dit ‘feitje’ lijkt volgens de bouwers kant noch wal te raken. ‘In het gebouw zijn er toiletten en aan de voorkant zit een brievenbus. Waarom zouden deze faciliteiten hier zitten als er geen mensen kwamen?’

Tim van Schijndel voor de achterzijde van de telefooncentrale

In 2016 kwam het gebouw ter sprake voor AHAM, waarbij meteen al duidelijk werd dat ze er voor wilde gaan. ‘Het viel ons ook gelijk op dat de huizenprijzen hier veel lager liggen dan in West’, aldus Van Schijndel. Het idee voor het project ontstond uit een openbare aanbesteding, waarbij een DRS-Makelaar op de deur klopte en het aanbood. De vastgoedgroep was overtuigd van het ambitieuze project en vond dat het pand twee extra woonlagen nodig had. ‘Wij wilden respect tonen voor het originele gebouw, dus toen de welstandscommissie opperde om hem hoger te maken hebben we een ‘nee’ moeten verkopen. Voor de verhoudingen van het gebouw zijn die extra woonlagen wel belangrijk, maar je moet niet het oorspronkelijke karakter willen verliezen.’

Het restaureren van een monumentaal pand geeft andere problemen en vergt andere oplossingen dan bij een nieuwbouwpand. ‘We proberen alle klassieke componenten te behouden. Het glas en lood, de totale benedenverdieping, de kolommenstructuur, de buitenkant en de oude binnenmuren’, vertelt Van Schijndel. ‘Er wordt vooral veel ‘schoongemaakt’ en gerestaureerd. Behalve het niet-monumentale dak, dat wordt vervangen.

De AHAM moest eerst een vergunning krijgen van de gemeente, voordat ze mochten gaan verbouwen. Dit is altijd het geval als je gaat sleutelen aan een monumentaal stukje Amsterdam. ‘Vaak is dit een bottleneck voor ons, maar de monumentenadviseur was gelijk enthousiast en was zeer te spreken over ons plan.’

De oude telefooncentrale bestaat uit verschillende gebouwtjes, waar de toekomstige inwoners tegen aan kunnen kijken. Aan de zijkant van het pand is een dak te zien, van één van de gebouwtjes, dat nog in handen is van de voormalige eigenaar KPN. ‘Hier wilde we een mooi dakje van maken, want wat er nu staat, is geen uitzicht.’ Hier ging de voormalig eigenaar niet mee akkoord, maar Van Schijndel kan er uiteindelijk wel mee leven: ‘Soms kan iets wel, maar soms ook niet. Het is een nette partij, maar niet heel flexibel.’

‘De buurbewoners zijn heel blij dat het eindelijk ‘bemenst’ kan gaan worden. Er was helemaal geen interactie, er waren alleen maar patchkasten. Niemand uit de buurt is ooit in het gebouw geweest, behalve één man die toevallig een vloer moest leggen. Op die manier merk je weer hoe ver dit gebouw van de normale bevolking af stond.’ De buurtbewoners waren eerst lichtelijk sceptisch over de verbouwing, omdat ze de plannen nog niet goed kenden en het idee van een extra verdieping wel erg eng klonk. Maar dit is naar mening van Van Schijndel helemaal goed gekomen. ‘Iedereen vindt het prachtig en ik denk dat dat komt doordat we op een eerlijke manier hebben gecommuniceerd. Wij willen de buurt ook echt in het project betrekken.’

Niet aan alle eisen van de omliggende bewoners kan AHAM voldoen: ‘Eigenlijk wilden ze in dit pand een museum, maar daar konden we niet in meegaan. We moeten ook gewoon geld verdienen.’ Er is wel ruimte gemaakt voor drie kunstateliers.

In het pand komen 33 appartementen, inclusief twee penthouses met dakterras, variërend van sociaal en middenhuur tot vrije sector huurwoningen. De woningen hebben grote ramen, wat een klassiek onderdeel van het gebouw is, en hoge vides aan de gevel. Toewijzing van sociale- en middenhuurwoningen gebeurt via de gemeente, met voorrang voor onderwijs- en zorgwerkers.

De achterzijde biedt een gedeelde buitenruimte met uitzicht op het park. Voorzieningen, zoals parkeerfaciliteiten, zijn ook aanwezig. Iets wat volgens van Schijndel in een stad als Amsterdam stiekem een overbodige luxe is. ‘Veel Amsterdammers zien de auto eerder als last, zeker jonge koppels. In de stad kun je alles fietsen. Ikzelf gebruik ook GreenWheels, veel handiger.’ Fietsen worden ondergebracht in de ruime kelderstalling of op de binnenplaats.

De blinkvanger is het dakterras, wat een adembenemend uitzicht geeft over de stad. Heel Amsterdam is zichtbaar en waarbij je zelfs over de Ring ‘nieuwe werelden’ kan ontdekken. Drie architecten hebben ideeën geopperd, waar uiteindelijk de keuze is gevallen op de tekening van Van IJssel. Volgens Van Schijndel de meest ingetogen topping. ‘Hij heeft het meest aangesloten op het bestaande gebouw. Het dakterras dient waarvoor het is.’

Van Schijndel kijkt nog even trots en lacht naar zijn dakterras en het uitzicht: ‘Stel je voor dat je hier in de ochtend een kopje koffie kan drinken of in de avond een biertje.’