Home Overzicht Twintig jaar na bodemsanering Oostpoort is nu vervuilde Ringvaart aan de beurt

Twintig jaar na bodemsanering Oostpoort is nu vervuilde Ringvaart aan de beurt

0

De bodem van de Ringvaart tussen de Linnaeusstraat en het Stadsloket is vervuild met teer- en olieachtige stoffen. Dat blijkt uit onderzoeken van Waternet. Daarom wordt gedurende de maanden januari en februari de bodem ‘opgeschoond’. Ruim twintig jaar na de grondsanering van de wijk Oostpoort is nu een deel van de Ringvaart voor sanering aan de beurt.

De bodem waarop de woonwijk en winkelcentrum Oostpoort is gebouwd was ernstig verontreinigd door de voormalige Oostergasfabriek die er tot 1923 kolengas maakte. De aanwezigheid van teer en bijbehorende componenten als vluchtige aromaten (vooral benzeen), PAK (vooral naf-taleen) en cyanide, achtergebleven restproducten van de gasfabricage maakten sanering  noodzakelijk. Woningbouw was niet zomaar mogelijk. Van 2004 tot en met 2009 heeft daarom een grootscheepse en kostbare bodemsanering plaatsgevonden. Een van de omvangrijkste van Nederland. Sanering van het gebied kostte 84 miljoen euro.

Waterbodem verontreinigd met teer- en olieachtige stoffen

Uit recent onderzoek van Waternet blijkt nu dat ook de waterbodem tussen de Linnaeusstraat en het Stadsloket is verontreinigd met teer- en olieachtige stoffen. Die verontreiniging van de Ringvaart was er in ieder geval al sinds het sluiten van de Oostergasfabriek. Het zou logisch zijn geweest om bij de sanering van de woningbouwgrond, ook de bodem van de Ringvaart mee te nemen. Waarom de Ringvaart niet eerder is gesaneerd, is onduidelijk. De focus op het bouwklaar maken van de grond in een afgebakend gebied voor de bouw van woningen, lijkt prioriteit te hebben gehad.

Nu stelt de gemeente vast dat de vervuiling van de bodem van de Ringvaart een negatief effect heeft op planten en dieren. Maar ook kunnen mensen die in contact komen met de waterbodem, mogelijk huidirritaties krijgen. De waterbodem van het Stadsloket tot het spoor is minder verontreinigd. Daar is de gemiddelde kwaliteit van de waterbodem hetzelfde als in de rest van Amsterdam, waar ook geen sanering noodzakelijk is.

De werkzaamheden worden uitgevoerd in de maanden januari en  februari omdat de temperaturen dan lager liggen en de lucht vochtiger is. Daardoor komt er minder vervuiling vrij vanuit de opgegraven materialen. Ook zijn mensen in die periode minder vaak buiten, waardoor de overlast wordt beperkt. Als de temperatuur naar het vriespunt daalt, kunnen de werkzaamheden uitlopen.Begin volgend jaar wordt het deel van de waterbodem, waarin teer- en olieachtige vervuiling zit, grotendeels verwijderd. Daarna wordt het overige deel afgedekt. De afdeklaag bestaat uit een gevlochten mat met daartussen een adsorberend materiaal waarin eventueel achtergebleven vervuiling wordt opgenomen en daardoor veilig blijft liggen.

Tijdens de sanering kunnen er mogelijk geuren vrijkomen. Dit wordt doorgaans veroorzaakt door een mengsel van stoffen in de lucht. Sommige stoffen zijn al in zeer lage (niet meetbare) concentraties te ruiken. Daardoor is geur lastig te voorspellen. Daarnaast betekent een geur niet automatisch dat er een risico voor de gezondheid bestaat. Het kan dus zo zijn dat er stank is tijdens de sanering, maar dat het geen effecten op de gezondheid van mensen heeft. De GGD voert regelmatig luchtmetingen uit.