Van Kalken: ‘We waren altijd een soort buurthuiskamer’

0

IJzerhandel Van Kalken op de Sumatrastraat, decennialang één van de bekendste winkels in de Indische Buurt, is vanaf 1 mei gesloten. Eigenaar Theo van Kalken (66) vindt het genoeg na ruim veertig jaar en gaat met pensioen. Pogingen een opvolger te vinden strandden. Door de onzekere tijden, hoge inflatie, internet en grote bouwmarkten wordt Theo’s eenmanszaak draaiende houden steeds moeilijker.

 Lewis Daniels

Toen Theo op zijn vijfentwintigste de ijzerhandel overnam werkte hij daar al elf jaar. ‘Ik had hier een bijbaan die goed aansloot op wat ik wilde. Ik zou een ijzerwinkel beginnen of een rechercheur in zo’n grijze regenjas worden. Vooral dat laatste leek me wel wat.’ Hij lacht. ‘Dat werd ik dus niet, maar hier was ik al die jaren ook tevreden mee.’ Zijn collega Ron (64) valt hem bij. ‘Die grijze regenjas heb je inmiddels wel, haha.’

Afgelopen decennia was de winkel veel meer dan een ijzerhandel. Buurtgenoten en bekenden kwamen vaak langs voor een leuk gesprek, advies, gezelligheid en een kop koffie. Samen met Willem (vandaag niet aanwezig) helpt Ron sinds jaar en dag mee in de zaak. Voordat hij achtentwintig jaar geleden bij Theo begon, liep hij de winkel dagelijks voorbij. ‘Ik woonde in dezelfde straat, dus dat hij extra mankracht zocht, kwam goed uit.’ Ron werkte daarvoor bij een ijzerhandel in Zuidoost en was conciërge op een lagere school.

Vijftien jaar geleden bedacht Theo zich dat een baan op school hem ook leuk had geleken. ‘Ik ben dol op kinderen en zie het zo voor me dat ik ze help met het plakken van lekke banden.’ Nu zijn agenda vanaf mei leeg is, wil hij meer tijd met zijn (klein)kinderen doorbrengen. ‘Het lijkt me ontzettend leuk ze uit school te halen.’ Hij zal ook vaker een glas wijn bij de buurvrouw drinken en de kroegen in de buurt bezoeken. ‘Door het hebben van een zaak kwam ik daar nauwelijks aan toe.’ Ook kijkt hij uit naar de motorreizen die hij gaat maken. ‘Dat schoot er vaak bij in, terwijl ik dol ben op motorrijden.’

Ron gaat na de sluiting meer tijd besteden aan zijn hobby, het opknappen en repareren van lampen uit de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. ‘Mensen kunnen hun kapotte lamp naar mij brengen. Het enige wat ik bereken zijn de materiaalkosten.’ Hij sluit niet uit ook aan de slag te gaan op een van de reparatiewerkplaatsen in Oost. ‘Ik wil iets blijven doen en werk graag met mijn handen.’ De winkel van Theo overnemen is geen optie. ‘Over twee jaar ga ik zelf met pensioen, dat is te kort dag om nog voor jezelf te beginnen.’ Anderen die probeerden de zaak voort te zetten, kregen dat financieel niet rond.

Nadat Theo de zaak in 1982 overnam, moderniseerde hij die. ‘Het kwam vroeger nogal eens voor dat we spullen niet op voorraad hadden en het lang duurde voordat ze werden geleverd. Ik wilde zoveel mogelijk in huis hebben om de klant beter te kunnen helpen.’ Zijn winkel draaide het best tot de recessie in 2008. In de hoogtijdagen waren er zelfs twee panden. ‘Sterker, de zaak begon ooit in de ruimte hiernaast en werd later pas uitgebreid met het gedeelte dat er nu nog is. Vroeger hadden we zeker tweehonderdvijftig vaste klanten, nu een stuk of veertig.’

Tijdens de lockdown draaide de winkel goed. Veel mensen bleven thuis en gingen klussen. ‘Omdat we ook reparaties deden, mochten we openblijven. Wie iets wilde kopen, kon dat vooraf per mail bij ons bestellen, desnoods hier voor de zaak. De spullen gaven we aan door een luik in de deur. We moesten alles zelf pakken en liepen ons daarom suf. Toch was er amper een wachttijd. Mensen die bij een grote bouwmarkt in lange wachtrijen stonden, belden ons als ze het zat waren. Bleek dat ze hier meteen werden geholpen.’

Leverden grote bouwmarkten tijdens de coronacrisis onbedoeld klanten aan, door de jaren heen hebben ze die vooral weggenomen. ‘Grote winkelketens en internet halen de krenten uit de pap bij speciaalzaken en maken de detailhandel kapot. Mensen denken daar goedkoper uit te zijn, terwijl dat vaak niet zo is. Ik verkoop schroeven per stuk en lever die in sommige gevallen er gratis bij. Daar koop je alles in voorverpakte hoeveelheden en zit je met veel meer aantallen dan nodig is.’ Een ander nadeel van grote bouwmarkten is dat niet al het personeel kennis van zaken heeft. ‘Vaak werken daar scholieren met een bijbaan. Ik begon vijftig jaar geleden ook zo, maar Ron, onze collega Willem en ik haalden een vakdiploma. Daarvoor werkten we altijd onder begeleiding van een specialist. Het gebeurt regelmatig dat mensen in de bouwmarkt iets kopen en mij daarna vragen hoe ze dat moeten bevestigen. Tja…’

Als Theo’s bedrijf wél zou zijn overgenomen, had het roer om gemoeten. ‘Ik ben alleen en kan ervan leven, maar werk zes dagen per week van negen tot zes. ’s Avonds klus ik bij om open te blijven. Op de lange termijn heeft deze winkel alleen toekomst als daar andere producten bijkomen. Eigenlijk moet er ook een webshop zijn. Dat is gelijk een probleem, want zoiets opzetten kost geld. De kosten en huur zijn enorm en in deze onvoorspelbare tijd stijgen de prijzen zo hard dat een offerte nog maar veertien dagen geldig is.’

De mannen zullen de omgang met mensen het meest gaan missen en willen contact met elkaar houden. Door de jaren heen ontstond in de winkel en vriendengroep die uit eten gaat en een keer per jaar een weekend samen weg is. ‘Er zijn zoveel fijne herinneringen aan deze plek. We waren jarenlang een soort buurthuiskamer.’ Terwijl Theo een klant adviseert, ontvangt Ron een bekende die gebak voor bij de koffie heeft meegenomen. Een warm, dagelijks tafereel waar binnenkort na veertig mooie jaren helaas een einde aan komt.