Home Dwars nieuws Veel meer dan alleen technische handelingen

Veel meer dan alleen technische handelingen

0

Tandarts Emil Kuijpers heeft 36 jaar zijn praktijk gehad in de Watergraafsmeer. Eerst had hij 600 patiënten in zijn praktijk in de Helmholzstraat. Vanaf 2005 had hij met nog 3 andere tandartsen en 6 assistentes zijn praktijk op de Hogeweg. Met 4500 patiënten. Sinds februari is Emil met vervroegd pensioen gegaan.

Lennie Haarsma

‘Eigenlijk heb ik nooit de ambitie gehad om tandarts te worden, maar wilde ik werktuigbouwkunde studeren. Ik was meer een techneut. Mijn ouders dachten nou deze jongen is wel geschikt voor het vak van tandarts. Komt hij onder de mensen, is hij toch zelfstandig en eigen baas. Ik heb mijn ouders gevolgd, me ingeschreven voor tandheelkunde en werd uitgeloot. Een diep stemmetje zei hiep hoi, kan ik toch wat anders doen. Toen kwamen ze naar me toe en zeiden ze ‘Emil, we hebben erover nagedacht, we hebben gespaard en willen je in de gelegenheid stellen om de studie in België te gaan doen’. Ja, dan durf je geen nee te zeggen tegen je ouders. En zo ben ik er toch ingerold. Ik heb een jaar in Gent gestudeerd en na dat jaar heb ik mij opnieuw aangemeld in Nederland en ben ik in Amsterdam terecht gekomen.’

Stok in de broek
‘Ik heb de praktijk overgenomen van een jonge tandarts en daarvoor had hier een tandarts lang gezeten: tandarts Hoedeman. Veel mensen zullen hem nog wel gekend hebben. Hij had veel connecties met de politie. Van hem hoorde ik mooie anekdotes over mensen die met de stok in de broek – boeven dus – in de wachtkamer zaten.

Zelf heb ik een patiënt gehad die gymnastiekdocent was aan een middelbare school; hij was ontzettend dik. Natuurlijk moet je ook als tandarts vragen naar de gezondheid van iemand. Hij heeft diabetes gekregen. De man had geen partner en ik zag het met het gebit slechter en slechter gaan. Toen ik vroeg naar zijn suikerwaarden vertelde hij dat deze erg schommelden. Ik vermoedde dat een zekere discipline deze man vreemd was. Bij navraag bleek dat ook te kloppen. Zowel zijn dieet als het poetsen leden hieronder. Ik heb de man meerdere malen aangesproken en een enkele keer barstte hij in huilen uit. Een kunstgebit lag op de loer. Maar eigenlijk wist ik niet zo goed raad met deze man. Zijn huisarts had ik al een paar keer gebeld, maar die zei dat hij er niets mee kon doen. Hoe kan ik deze man nu helpen?  Ik heb hem verwezen naar ‘bijzondere tandheelkunde van de ACTA’ in de wetenschap dat daar psychologen aan verbonden zijn. De man is daar nooit naar toe gegaan; zo zat hij niet elkaar. Niet veel later is hij overleden.

‘De boxer was op zijn gebit gaan kauwen’

Een andere anekdote: er woonde hier in de straat een meneer die in een Jappenkamp in Indonesië had gezeten en daar toch wel een trauma aan had overgehouden. En dat uitte zich doordat hij mij al bij binnenkomst vertelde ‘ik vind het niet fijn als je achter mij zit; als ik je niet kan zien’. Met wat aanpassingen hebben we deze meneer goed kunnen helpen.

Of iemand die binnenkomt met een kunstgebit in zijn hand, waarbij je je afvraagt wat daarmee is gebeurd. De aap kwam uit de mouw: de boxer had zijn kunstgebit te grazen genomen en was erop gaan zitten kauwen.’

Gezondheid
Tijdens de opleiding en ook in de bijscholing werd ons duidelijk gemaakt dat de mondgezondheid en de algemene gezondheid vaak een verband kent. Die interactie tussen de mondgezondheid en de algehele gezondheid is in de loop der jaren steeds duidelijker geworden. Wat ik net vertelde over die meneer met diabetes is daar ook een voorbeeld van. Zijn diabetes had behalve lichamelijk effect ook invloed op zijn tandvlees en het krijgen van gaatjes. Beide zaken heb ik nooit onder controle kunnen krijgen.

Een tandarts kan best een kleine functie hebben waar het gaat om signaleren van lichamelijke aandoeningen, psychische aandoeningen en zelfs lichamelijke mishandeling. Het is nu eenmaal zo dat een tandarts regelmatiger mensen ziet dan bijvoorbeeld een huisarts. Die functie bestaat dan uit signaleren en doorverwijzen.’

Het intermenselijke
‘Nu terugkijkend is het intermenselijke het leukste aan mijn vak en dat heb ik jaren kunnen combineren met kleine technische handelingen in de mond.  Het levert mij altijd voldoening op als ik iets voor de ander heb kunnen betekenen. Die voldoening is voor mij meer waard dan de beloning die je er financieel voor krijgt. Allerlei ontwikkelingen in de tandheelkunde hielden het vak ook levend. Zo kun je je verdiepen in nieuwe ontwikkelingen op het gebied van wortelkanaalbehandelingen of tandvleesaandoeningen. De laatste jaren had ik ook een geweldige 3d machine, waarmee je met een scanner een afdruk kunt nemen van de mond.  Variatie binnen de tandheelkunde is ook heel leuk.

Nu ik ga stoppen realiseer ik mij meer en meer… ik zal het contact met de mensen gaan missen.’