Recent is een brede discussie ontstaan over de zin en de onzin van het aantrekken van datacenters van onder andere Google en Microsoft in de Wieringermeer. Dat is voor de gemeenteraadsleden Kreuger (JA21) en Boomsma (CDA) aanleiding voor het stellen van vragen aan het college over het gigantische (groene) stroom- en waterverbruik door huidige en toekomstige datacenters in Amsterdam.
Datacenters gebruiken enorme hoeveelheden (groene)stroom en kunnen daarnaast de drinkwatervoorziening in gevaar te brengen. Ook is er onduidelijkheid over het gebruik van chemicaliën die aan het water worden toegevoegd voor het koelproces. Dit water zou geloosd worden in het oppervlaktewater of terechtkomen in de waterzuivering.
De indieners van de vragen zeggen niet principieel tegen de bouw van datacenters te zijn, maar zetten wel grote vraagtekens bij het nut en de noodzaak van het op deze schaal aantrekken van datacenters in het licht van de energietransitie. Naar hun mening is het in de toekomst bijna onmogelijk een balans te vinden tussen aan de ene kant de lusten en aan de andere kant de lasten van het aantrekken van datacenters, zeker aangezien Amsterdam zoveel mogelijk elektriciteit wil opwekken met windturbines en zonnepanelen.
AMS-IX op het Science Park het op een na grootste internetknooppunt ter wereld en dus een aantrekkelijke vestigingslocatie voor datacenters. De gemeente zet dan ook proactief in op het aantrekken van deze techreuzen, stellen Kreuger en Boomsma. Uit de themastudie elektriciteitsinfrastructuur van de gemeente Amsterdam en Liander blijkt echter dat de vermogensimpact van datacenters in 2050 kan oplopen tot circa 1.000 Megawatt, wat omgerekend een kwart van het Amsterdamse energieverbruik in 2050 zal zijn.
De raadsleden wijzen er op dat de gemeente Amsterdam aan aan datacenters de eis stelt dat zij hun energie duurzaam inkopen, wat in de huidige context betekent: energie-inkopen uit zonnepanelen of windturbines. Een rekensom leert dat moderne windturbine een vermogen heeft van circa 3 Megawatt. Dat zou volgens Kreuger en Boomsma betekenen dat er omgerekend ruim 333 windturbines nodig zijn om alleen al in de energiebehoefte van de geplande datacenters in Amsterdam te voorzien. Het aantrekken van zowel datacenters als het tegelijkertijd uitrollen van een energietransitie lijkt daarmee een onhaalbare kaart.
De indieners van de schriftelijke vragen vrezen dan ook dat de lasten van extra windturbines, mogelijke watertekorten en milieuverontreiniging ontegenzeggelijk afgewenteld zullen worden op de inwoners terwijl het grote bedrijfsleven de vruchten plukt van het door de gemeente Amsterdam en Nederland gecreëerde gunstige vestigingsklimaat. De groen stroom wordt momenteel gesubsidieerd aan deze techreuzen geleverd.