Home Kunst Vergankelijkheid, sensualiteit en de dood in Tot Zover

Vergankelijkheid, sensualiteit en de dood in Tot Zover

0

Het Nederlands Uitvaartmuseum Tot Zover is een hele bijzondere plek, die is gevestigd op de Nieuwe Ooster. Tot en met eind augustus is er de exposite EAT LOVE DIE van kunstenaar Roos van Geffen. Ze wil iedere bezoeker aan het denken zetten over de dood. Dat hoort voor veel mensen absoluut niet bij het leven, het is echter wel zo belangrijk om er regelmatig aan te denken.

Bert van Galen

Kunstenaar van Geffen (1975) houdt zich bezig met grote thema’s als afscheid, verlangen en vergankelijkheid. Ze is gefascineerd door menselijke emoties. Niet de heftige, maar juist de subtiele, het onderhuidse. Haar werk ontstaat na intensief onderzoek en daarom werkt ze meestal seriematig. Ontmoetingen en ervaringen werkt ze uit tot precieze en intieme beelden. Ze gebruikt de vorm die ze nodig heeft: fotografie, video, installatie of performance. Ze maakt al snel duidelijk dat ze zelf niet zo nodig op de voorgrond hoeft te staan. ‘Het gaat erom dat de bezoeker zijn eigen beleving heeft.’

EAT LOVE DIE omvat alle grote en kleine emoties die samen het leven vormen. De tentoonstelling gaat over vergankelijkheid, sensualiteit en de dood. Van Geffen staat nu zo ongeveer in het midden van haar leven. ’Veel jaren zijn al voorbij, de dood is geen abstract begrip meer, maar een langzaam naderende realiteit.’ Zoals iedereen van haar leeftijd heeft ze veel meegemaakt: geluk volgt op verdriet, blijdschap op angst. Wat betekent dit voor haar kijk op het leven? Welke emoties brengt dit teweeg?

Het is bijzonder knap hoe de kunstenares te werk is gegaan. Ze zoomt voorzichtig in op verschillende emoties en creëert poëtische beelden. Centraal staat daarbij haar vader. Gedurende de laatste periode van zijn leven filmde ze zijn handen. Je ziet in de video-installatie ‘De laatste maand’, in tien korte films, heel goed dat deze man steeds dichter bij het afscheid van deze wereld komt. De handen worden ouder en je kan zien dat het einde er aan komt. Tot beeld waarop je ziet dat vader er niet meer is. Een beeld dat geen enkele bezoeker niet zal treffen.

De vader van de kunstenares, hield van fotografie en verzamelde fotoboeken. Er ontstond een collectie van meer dan duizend boeken. ‘Fotografie is het inventariseren van de sterfelijkheid’, werd ooit door de bekende schrijfster Susan Sontag beweerd. En van Geffen maakt duidelijk aan de bezoeker dat dit klopt. 76 Fotoboeken uit de collectie van haar vader zijn keurig gerangschikt in het werk Media Vita. Als je langs de boeken loopt klinkt het gefluister van audioapparatuur uit de bladzijden.

Van Geffen: ‘Het was voor mij zoeken naar betekenis in die grote collectie fotoboeken vanuit mijn eigen vraag ‘Hoe moet ik leven?’, in de situatie dat mijn vader me vroeg ‘Hoe moet ik sterven?’ Daar begon het eigenlijk mee. Ik zie het werk als een zelfportret, maar ook als een wandeling door de geschiedenis van de fotografie die steeds verbintenissen legt met mijn eigen herinneringen en algemene herinneringen aan een leven. Dat is veel rijker dan ik in woorden kan vangen, daar heb ik beelden voor nodig.’

Tijdens de expositie is er ook aandacht voor de kers. Het gaat om acht zwart-wit foto’s van acht kersen. Er is een videoregistratie van een rode mond die het fruit tot zich neemt. De kersensteeltjes vormen met elkaar een symbool voor het begrip oneindigheid. Heel bijzonder om daar op te komen.

Tenslotte is er ook nog de geluidloze film Smile. Verschillende gezichten staan tegenover een zwarte achtergrond en beginnen te lachen. Dit wordt steeds heftiger waarna er weer andere emoties naar buiten komen. De bezoeker mag zelf weten wat hij er mee kan doen. Bijzonder is het in ieder geval.

Het is uitermate professioneel van de kunstenares dat ze zo min mogelijk wil dat de bezoeker aan haar denkt. Het belang van de bezoeker staat voorop. Na deze exposite is het bewustzijn over de dood anders geworden. Moeder Sylvia en dochter Maaike Buitenhuis, respectievelijk 77 en 54 jaar, zijn blij dat ze naar museum Tot Zover zijn gekomen. Vooral moeder is spraakzaam. ‘We hebben een dierbare waarmee het slecht gaat. Voor een begraafplaats zijn we altijd bang en het heeft ons best moeite gekost om samen naar dit museum gegaan. Ik denk dat onze angst nu beduidend minder is. Het is heel goed wat die mevrouw de kunstenares heeft gemaakt.’

Sylvia is vooral onder de indruk van de foto’s die van Geffen maakte van de handen van haar vader. ‘Ik zie mij dat zelf nog niet doen bij mijn vader. En als ik het wel doe, doe ik dat van zijn gezicht.  Ik schrok ervan dat ik eigenlijk niet eens weet hoe de handen van mijn vader eruit zien. Dat ga ik straks direct doen. We willen Tot Zover en Roos danken en komen zeker nog een keer kijken.’ Over het belang van het museum zijn ze ook duidelijk. ‘Het moet nu maar eens afgelopen zijn met al die angst voor de dood. Het hoort bij het leven.’

‘Eat, Love, Die’ van Roos van Geffen is tot 1 september te zien in Museum Tot Zover.