Het zuidelijkste schiereiland in de Amsterdamse haven, Cruquiuseiland, is ooit aangelegd om de industriële scheepvaart die in de negentiende eeuw een enorme vlucht nam te faciliteren. Na voormalig Amvest-directeur Wienke Bodewes gesproken te hebben, maak ik een wandeling door de nieuw bebouwde oostkant.

Inna van den Hogen | Foto’s Björn Martens

Eind vorige eeuw waren de schiereilanden van het Oostelijk Havengebied nog oud-industriegebied, rafelranden. Er zaten krakers, er vonden woeste feesten plaats en alternatieve bedrijven zoals restaurant Het einde van de wereld bloeiden. Dat bleef niet zo. Het gebied vulde zich vanaf het noorden met grote appartementsgebouwen, winkels en horeca.

Aan de westkant van het Cruquiuseiland staat een rij gerenoveerde pakhuizen, met de namen van de dagen van de week. Daarachter nieuwbouw. De oostkant was bedrijfsterrein, met een paar grote bedrijven, zoals een betoncentrale die over een kade beschikt met vier meter diep water. Handig voor de afvoer van hun producten. Verder een overslag voor wijnen en port, een van de grootste van Europa. De wijn, aangekomen als bulk, wacht in enorme silo’s op het bottelen. Ook de gemeente zit er, met een afvalpunt. Er is een oudpapieropslag. Verder kleine bedrijven en ook verval: roestige loodsen en opslagschuurtjes die op instorten staan. Geen plek voor een avondwandeling!

Eerst geen woonbestemming

De gemeente wil dit gebied reserveren voor bedrijfsactiviteiten. Zo staat het ook in het bestemmingsplan. Toch laat Amvest, een grote projectontwikkelaar, het oog erop vallen. Amvest begint een onderzoek en gaat grond opkopen. Het stadsdeel zegt dat er banen voor de Indische Buurt verloren zullen gaan als de bedrijvigheid stopt. Ook dat wordt uitgezocht. Er zijn in de oude situatie minder dan tien banen die ingevuld zijn door een bewoner van de Indische Buurt (op een totaal van 250 arbeidsplaatsen). Met woningen, bedrijven, horeca en winkels op het Cruquiuseiland zullen er veel meer banen komen, zegt Amvest. Het stadsdeel gaat daarin mee en ziet de plannen steeds meer zitten.

Na drie jaar gaat ook de gemeente Amsterdam overstag en kiest voor de bestemming: woningbouw, bedrijven, een school en winkels. (Er zijn nu meer dan 2000 arbeidsplaatsen in het gebied volgens Amvest.) De gemeente laat de teugels vervolgens vieren en kiest voor regulering via spelregels, zodat er veel mogelijk is. De partijen gaan voor een moderne aanpak. De structuur van de wijk komt vast te liggen.

Ik zag foto’s van de borden die in de wijk hingen. Je krijgt tranen in je ogen als je de teksten leest. ‘Circulair, divers, zero waste.’ Of al díe doelen gehaald zijn?

Er zijn bijeenkomsten op het eiland in een vervallen gebouw van de voormalige Sigmafabriek, waar de toekomstige wijk wordt gepresenteerd.

Grote contrasten

Als je halverwege het eiland naar het oosten kijkt, zie je twee grote dozen: de hotels the niu Fender en YAYS. Aan de andere kant van de weg zie je de laagbouw van Lohuizen, een tijdelijke voorziening met simpele huurwoningen. Hoe tijdelijk weet niemand. De bewoners willen graag blijven, want waar moeten ze heen? Voor Lohuizen ligt een flink grasveld met moestuinbakken voor de buurt. Het contrast met het hotel kan niet groter zijn. Achter het hotel staat het gebouw van de Harbour Club. Een prachtig terras aan het water, een groot restaurant en een evenementenhal. Het terrein van Lohuizen grenst aan een groot, ommuurd parkeerterrein. Daar staat je auto de hele dag voor een tientje.

Ook is daar De Openbare Werkplaats, waar vakmensen lesgeven in o.a. loodgieten, houtbewerken, meubelmaken en lassen. Je kunt er ook aan de slag met machines. De Werkplaats is de eigenaar van de grond van de parkeerplaats die op den duur bebouwd gaat worden. Het gebouw zal dezelfde hoogte krijgen als de hotels. De Openbare Werkplaats blijft daar gevestigd. Achter het parkeerterrein zijn een rij oude bedrijfsgebouwen met autoverhuur, een PostNL-punt en een garage. Deze gebouwen blijven staan. Er komt ook een kringloopwinkel in. Aan de andere kant zie ik appartementen (huur) gebouwd op de hal van de Harbour Club, met drie wijnsilo’s bovenop het dak. Het zijn de oude wijnsilo’s van het bedrijf dat niet meer verder kon als wijnopslag: de regels veranderden, wijn mag alleen nog in een fles vervoerd worden. De silo’s zijn omgetoverd tot penthouses. De gebouwen zijn licht van kleur zoals bijna alle nieuwe gebouwen op het eiland. Bedekt met een witachtige steen en wat groene accenten. In Nederland neigt men wel eens te veel naar donkere tinten was de mening van het Amvest-team, wat op een regenachtige dag een sombere uitstraling kan geven. Op het Java-eiland kun je dat goed zien.

De bebouwing is hier niet erg hoog en er zijn veel doorkijkmogelijkheden, wat een grote zonbeleving geeft. Geen grote, lange blokken die veel licht tegenhouden en het gebied ontoegankelijk maken. Er is een keuze gemaakt voor omsloten plekken tussen de gebouwen. Dat zijn gemeenschappelijke tuinen voor de bewoners, met doorkijkjes zodat de kade steeds voldoende zon heeft. Ook zijn er veel openbare dwarsstraten zodat iedereen overal de kade op kan. De Allantie bouwt sociale huurwoningen verderop en daarnaast zijn er veel huurwoningen in het middensegment. De koopwoningen variëren van zestig tot meer dan tweehonderd vierkante meter.

Omringd door water

Langs de kade van de Entrepotdokhaven, vanaf de hotels naar het oosten, ligt een prachtige houten vlonder. Er is weinig doorgaand waterverkeer in deze arm van het Amsterdam-Rijnkanaal. Op warme dagen komen hier van alle kanten mensen met hun matjes, picknickmanden en supplanken om te zonnen, zwemmen of kletsen. Jong en oud vermaakt zich hier. Het is een heerlijk en levendig gebeuren. En het water speelt nog een andere rol voor de nieuwe bewoners. Huizen moeten tegenwoordig enorm goed geïsoleerd zijn. Als ontwerper moet je dus goed nadenken hoe je een huis koelt, zeker nu de zomers steeds warmer worden. Met een warmte-koudesysteem, een integraal systeem speciaal ontworpen voor deze wijk, krijgen de bewoners koelte in de zomer van het grondwater dat door hun vloer stroomt. Vervolgens levert dat opgewarmde water ook weer energie voor het warme water dat je ook nodig hebt. In de winter zorgt de warmte uit de aarde voor de verwarming van de appartementen. Daarvoor zijn pompen geslagen, diep in de grond van de haven op zo’n zestig meter diepte. Zo is er toch nog een stukje gerealiseerd van de goede voornemens op de borden van toen: qua verwarming en koeling zijn de huizen redelijk zelfvoorzienend.

Ik loop door en passeer aan de rechterkant school De Kleine Kapitein. Het is een mooi, speels gebouw en op de speelplaats staan veel bomen. Bomen die op het eiland helaas nog te veel ontbreken. Een aantal is gekapt omdat er leidingen moesten komen. Protesten hielpen niet, het kappen ging door. En de bewoners wachten nu met smart op de vervanging. Er is wel plek gereserveerd voor nieuwe boomaanplant, maar omdat er nog veel andere dingen moeten gebeuren, zoals de weg en de inrichting van de stoepen, zal dit nog jaren op zich laten wachten. Het grasveld voor de hotels is erg leeg, een goede plek voor een paar mooie grote exemplaren?

Geen openbaar vervoer

Het OV ontbreekt op het Cruquiuseiland. Er is nu wel een keerlus op de punt, helemaal aan de oostkant, maar die verdwijnt met de bebouwing. En dan? Vroeger was er een rotonde waar mijn wandeling begon. Daar ging bus 22 naartoe, de eindhalte. Misschien een idee om die rotonde weer in ere te herstellen en er een bus naartoe te laten rijden? Dat is toch geen luxe met zoveel woon- en werkverkeer!

Verder zie ik veel gebouwen in aanbouw. Er komt nog een supermarkt en daarboven tiny lofts: betaalbare, kleine koopappartementen voor mensen die werken in Amsterdam in een maatschappelijk belangrijk beroep (de agent, de juf, de verpleegkundige). Ze vlogen weg. Er is een bakker geopend, die letterlijk zoete broodjes bakt, en een fietsenwinkel. Dansles en de tandarts waren al enige tijd geleden goed geregeld. En dan de grotere winkels: stoffering, woninginrichting, een winkel voor architecten met bijzondere spullen. En nog veel meer.

Tijd voor koffie bij Crux, in de oude Oliefabrieken Insulinde. Daar zit ook een bierbrouwerij.

Het Cruquiuseiland, nog lang niet af, maar vol contrasten en verrassend. En je woont er prima!