‘Bewoners kunnen melden als ze overlast ervaren, maar heeft het wel zin om te melden en wat wordt er vervolgens met deze meldingen gedaan? ‘Bewoners van Oost kunnen een melding doen bij het meldpunt zorg en woonoverlast. Ik hoop dat mensen het melden als ze overlast ervaren, want er zitten hier fantastische mensen die routes weten en je naar de juiste instanties kunnen verwijzen.’

Lennie Haarsma

Binnen het stadsdeel Oost is Carolien de Heer onder andere verantwoordelijk voor de beleidsterreinen veiligheid, sociaal domein/sociale basis en economische zaken/financiën. Vanuit haar jarenlange ervaring als politicus is ze sinds 2022 voorzitter van dit stadsdeel. Een interview over verschillende aspecten van het veiligheidsbeeld in Amsterdam-Oost.

Het komt soms voor dat wij overlast vrij laat horen. Dat gebeurde bij de brand in de Mauritsstraat, waar de bewoonster overleed. Het was een schok voor de buurt. Er waren weinig meldingen geweest, en daardoor was het ons niet duidelijk hoe erg het met deze vrouw gesteld was. Daar heb ik toen echt slecht van geslapen. Soms hebben mensen hulp nodig en deze gebeurtenis laat zien dat zo’n meldpunt heel belangrijk is. Er zijn natuurlijk verschillende soorten meldingen. Soms kunnen we nog niet in actie komen, maar kunnen we wel een dossier opbouwen.’

‘Gelukkig zijn we ook niet alleen afhankelijk van meldingen. We zijn bezig met gebiedsgericht werken en het begint met ‘Ken je omgeving’. We hebben de zogenaamde accountmanagers van het sociaal domein. Zij gaan de wijk in en leggen hun oren en ogen te luisteren om te weten wat er speelt. We hebben mensen van veiligheid die zich richten op verschillende leeftijdsgroepen en die zijn ook de hele tijd in de wijk. En natuurlijk onze gebiedsmakelaars die het eerste aanspreekpunt zijn voor bewoners voor allerlei vragen en kwesties. Als ik iets wil weten hoe het nou gaat, bijvoorbeeld in de Indische Buurt, dan vraag ik het ze. Ook zijn er goede contacten met organisaties en hun betrokkenen. We werken samen om een groot netwerk te creëren. We organiseerden onlangs een bijeenkomst over het nieuwe kader sociale basis en dan zit er wel zeventig man.’

Je moet echt in de haarvaten van de wijk zitten

‘Mijn ambtenaren zijn de spil, zij kennen de buurten en zorgen ervoor dat de connecties worden gelegd. De ene keer zijn het de gebiedsmakelaars, de andere keer is team sociaal of iemand van jeugd en veiligheid. Je hoeft niet van nul af te beginnen, want die gebiedsmakelaars kennen de ondernemers, de omwonenden en de wijkagenten. Zoals wijkagent Dolf Dijkstra. Hij kent iedereen en legt al die verbindingen tussen bewoners en organisaties. En dat is de manier waarop je wilt werken: je moet echt in de haarvaten van zo’n wijk zitten. Het is moeilijker als het gaat om meldingen van overlast achter de voordeur. Dan moet je snel de juiste organisaties inschakelen. Dat is wat we in Oost op gebiedsniveau goed kunnen.’

‘Ik had helemaal niet door dat we voor zoveel overlast zorgden’

Carolien noemt als voorbeeld de overlast van hangjongeren op de Pampuslaan in IJburg en hoe dit in nauwe samenspraak met alle betrokkenen wordt aangepakt. ‘Er was heel veel overlast waar omwonenden en ondernemers last van hadden: scooters die af- en aanreden, geschreeuw en auto’s die in de fik werden gestoken. Met alleen het ophangen van een camera red je het dan niet. We hebben toen omwonenden, ondernemers, zorgorganisaties, handhaving en politie bij elkaar gezet. En een ruimte gehuurd om jongeren, maar ook ouders en andere mensen uit de buurt, samen te brengen.

Als je met elkaar in gesprek gaat, leer je elkaar beter begrijpen

Er zaten jongens bij waar het echt niet goed mee ging. Ik heb een paar gesprekken met ze gevoerd, waarbij eentje me erg is bijgebleven. Hij had ruzie thuis, ging niet meer naar school, had schulden tot hij daar kwam. Hij werd door verschillende organisaties weer op de rit geholpen en hij zei dat het weer beter ging en dat hij dat echt hieraan te danken had. Er was ook een buurvrouw die veel overlast had en veel meldingen maakte. Zij kwam me op een gegeven moment vertellen hoe fantastisch het op die plek was waar ze nu met die jongens in contact komt. Want als je met elkaar in gesprek gaat en elkaar beter leert begrijpen, gaat het ook beter.

‘Ik vind het heel fijn dat bewoners mij nu gewoon gedag zeggen’

‘Diezelfde jongen zei: ‘Ik had helemaal niet door dat wij voor zoveel overlast zorgden en dat vond ik eigenlijk best wel erg. Ik vind het heel fijn dat bewoners mij nu gewoon gedag zeggen’. Het is fijn als dat lukt, want het is dé manier om te zorgen dat jongeren een opleiding doen, dat ze gaan werken en vooral niet ten prooi raken aan de verkeerde kant, want dat gebeurt natuurlijk ook. Als dat gebeurt, dan hebben wij als stadsdeel ook geen invloed meer. En dat moeten we voor zijn, door bijvoorbeeld de groepsaanpakken in de buurt, in Oud-Oost, waarbij we samenwerken met zorgorganisaties, jongerenwerk, ondernemers en politie. Daarbij komen we vroeg in contact met jongeren door ook de zachte kant aan te bieden, zoals sportactiviteiten, meer welzijnsachtige activiteiten, en scholing om ze de goede kant op te krijgen.’

Daders van drugscriminaliteit worden steeds jonger

In de ochtend van het interview is Carolien geïnterviewd door De Telegraaf over de wietproef in Oost, bedoeld om naast de voordeur, ook de achterdeur – productie en distributie van wiet – te legaliseren. Een meerderheid in de Tweede Kamer stemde tegen uitbreiding van de landelijke proef. De stadsdeelvoorzitter, die negen maanden geleden al vond dat het tijd werd om de achterdeur goed te regelen, betreurt dit besluit: ‘Dat heeft natuurlijk ook connectie met jeugd. Want laten we vooral zorgen dat we de verleidingen voor jongeren om de criminaliteit in te gaan, zo klein mogelijk maken.’

‘Het is zo bizar dat je wiet mag kopen in de coffeeshop, maar de achterdeur niet mag regelen. Dat is namelijk allemaal crimineel. Wat ik moeilijk vind, is het feitenvrij relaas. Alsof met het legaliseren al onze jongeren aan de wiet gaan. Dat blijkt nergens uit en dat vind ik echt moeilijk. Als je de productie en distributie uit handen van criminelen haalt, denk ik dat jongeren minder gevaar lopen. De rest van de bewoners trouwens ook. Hoe vaak we niet wietplantages in woningen vinden. Dat levert direct gevaar op. En door het legaal maken van wiet kunnen we de kwaliteit eveneens beter controleren.’

Overlast in de Dapperbuurt

We lezen dat de politie gedurende de periode augustus 2022 tot juli 2023 9,6 procent meer incidenten heeft geregistreerd in de Dapperbuurt. Uit een enquête onder bewoners en bezoekers van deze buurt blijkt dat 19 procent van de mensen zich onveilig voelt. Hoe veilig voelt Carolien zich op IJburg, de wijk waar ze woont? ‘Ik voel me niet zo snel onveilig, maar dat is, denk ik, ook de aard van het beestje. Ik ben niet zo snel bang, maar ik kan me wel voorstellen dat mensen dat soms zijn. Je hebt verschillende plekken in Oost waar mensen zich onveilig voelen en dat trek ik me wel aan.’

‘Misschien ben ik ook wel minder bang omdat ik al zoveel heb gezien. Ik heb bij de Regenbooggroep en in de GGZ gewerkt en ik schrik er minder van. Maar ik snap wel dat andere mensen dat wel hebben. Zo kan ik me goed voorstellen dat mensen in de Dapperbuurt zich onveilig voelen, omdat er ’s avonds vooral volwassenen – deels met verslavingsproblematiek – rondhangen op het Dapperplein, wat mensen heel onprettig vinden. Cameratoezicht is een instrument dat mensen een gevoel van veiligheid geeft. Het cameratoezicht in de Dapperbuurt is tot eind 2024 verlengd. De camera’s zijn stuk voor stuk beoordeeld en op basis hiervan is besloten om camera’s te verplaatsen. Bijvoorbeeld van de Pieter Vlamingstraat naar het Dapperplein.’

Het liefst wil je dat mensen zorg krijgen

‘Als je het hebt over de Dapperbuurt zie je dat het voornamelijk te maken heeft met een groeiende groep dak- en thuislozen en verslaafden uit het Oosterpark, die daar rondhangen, bedelen. Ik snap dat dat heel vervelend is, het gaat niet altijd op een leuke manier en mensen schrikken ervan. Ik vind het ook wel heftig om te horen dat er steeds meer harddrugsgebruik wordt gezien, terwijl er vroeger meer alcoholisten waren. Je wilt dat mensen daar geen overlast van ervaren. En het liefst wil je dat die mensen zorg krijgen en dat is heel moeilijk. Er is te weinig plek, er zijn te weinig woningen en alles zit propvol. Kijk en het hoort er een beetje bij; we leven in een grote stad en dak- en thuislozen zullen er altijd zijn.’

‘We proberen nu van alles’

‘De trend is wel zorgelijk, vind ik. We proberen nu van alles. We hebben zorgstraten, waar politie en zorgorganisaties samenwerken, maar daar redden we het niet mee. Samen met een collega van het Centrum heb ik dit bij de burgemeester aan de orde gesteld omdat het onvoldoende lukt. Er wordt nu onderzoek gedaan door de GGD over de aard van het onbegrepen gedrag, want we zien dat de incidenten toenemen. Dat loopt nu en we hopen dat we handvatten krijgen om meer te kunnen doen.’

‘Gisteren was ik nog in het Oosterpark en ik vind het treurig om te zien dat er overdag wordt gedeald. Er loopt zo’n dertig man rond, allemaal rond de muziekkoepel. We hebben een camera aangevraagd en dat is unicum. Daarmee zijn de mensen niet weg, het is wel een manier om te zorgen dat we er meer zicht op te krijgen. Het gaat over beheersbaar krijgen. We gaan ook een pilot doen gastheren en – vrouwen in de Eerste Van Swindenstraat en de Dapperstraat, waar het nu het ergst is. We gaan kijken of het werkt en we hebben het afgekeken van het Centrum. Het zijn toezichthouders, ze mogen niet beboeten, maar wel ondernemers ondersteunen die ook heel blij zijn dat we dat gaan doen’.

Ook in Oost komen explosies voor

Ruim een week geleden verscheen een brief van de driehoek van de gemeente Amsterdam over het veiligheidsbeeld in Amsterdam. Daarin werden Nieuw-West, Noord en Zuidoost als kwetsbare wijken genoemd waar ook regelmatig explosies plaatsvinden. Helaas komt het ook geregeld in Oost voor. ‘Wat we in het algemeen zien is dat de daders vaak heel jong zijn, laatst nog een jongen van 12. Dat je zo’n kwetsbaar jong iemand inzet om je vuile werk op te knappen daar kan ik echt woest over worden. Bij de explosie onlangs op de Populierenweg was het trappenhuis zo ontzet dat mensen een tijd niet in hun woning konden en veelal ook niet meer terug willen. Het is zo’n heftige explosie waar mensen erg van schrikken en onschuldige mensen bij betrokken worden. Enorme knallen met kinderen erbij is echt traumatisch. En als je je woning niet meer in kan, is dat verschrikkelijk.’

We doen het met elkaar

‘Sowieso is het opvoeden van kinderen moeilijk, wat elke ouder zal beamen. Ik hoor dat ook heel veel van jongerenwerkers. Die coronatijd heeft er echt ingehakt en dat heeft nog steeds zijn effect. Ook sociale media heeft veel invloed op jongeren waar ouders bijna geen zicht op hebben. Ik hoor dat ook van scholen en op veiligheidsbijeenkomsten op school. Dat is een enorme zorg. Ik spreek ook ouders met een goede baan die ook deze zorg hebben. Als stadsdeel bieden we trainingen voor ouders aan over wat er gebeurt als je kind de straat opgaat door ze wat tools te geven.’

‘In het veiligheidsdomein werken we met buurtvaders en – moeders. Ouderfiguren die bijvoorbeeld rond oud en nieuw en andere grote activiteiten de straat opgaan, met jongeren in gesprek raken om ze een beetje in het gareel te houden. We doen het met elkaar: met bewoners, organisaties en ondernemers. Het gaat erom hoe we het met elkaar beter kunnen maken en daarbij een beetje op elkaar kunnen letten. Want uiteindelijk zijn we als overheid beperkt in wat we kunnen doen en de politie en handhavers kunnen er niet altijd zijn, terwijl bewoners en ondernemers er altijd zijn’.

Vlak voor het interview was Carolien bij de opening van ‘Health & Fitness Gym’, een nieuwe sportschool in het jongerencentrum Jav ‘art aan het Javaplantsoen. Jongeren kunnen daar sporten onder begeleiding van jongerenwerkers van Dynamo om zo op een toegankelijke manier stappen te zetten richting een gezonder en gelukkiger leven, zowel mentaal als fysiek. ‘Hoe de jongerenwerkers daar met die jongeren bezig zijn, daar word ik heel blij van. Ik ben er trots op dat wij dat soort organisaties in ons stadsdeel hebben. Ze proberen jongeren een goede kant op te krijgen en doen daar alles voor. Het is hard nodig dat dit soort plekken er zijn.’

‘Waar ik het voor doe, is dat jongeren een mooi leven en kansen krijgen’

‘Ook een mooi voorbeeld is de Marokko Challenge eind vorig jaar. Jongeren zijn onder begeleiding van jongerenwerkers van Dynamo naar Marokko geweest om daar weeshuizen te bezoeken en donaties te doen. De jongeren hebben het geld voor deze reis zelf opgebracht door hun stagevergoedingen op te sparen en crowdfunding op te zetten. Er is een film van gemaakt die ook in de bioscoop heeft gedraaid. Het was een enorme levenservaring voor de jongeren. Ik wil mensen, jongerenwerkers en politie het mogelijk maken dit soort dingen te doen. Dat jongeren een mooi leven en kansen krijgen, daar doe ik het voor!’

Documentaire Stap voor stap

De inspirerende documentaire Stap voor stap, die gemaakt is door buurtgenoot Kees Hoogeveen, gaat over de rol van bewoners en sleutelfiguren in de buurt bij het bevorderen van de gezondheid van een gemeenschap. Het grootste deel van de film is opgenomen op en rond het Albert Wittenbergplein in de Transvaalbuurt.

Check Marokko Challenge
Lees  Op het Krugerplein met hangjongeren kletsen