MeerEnergie heeft onlangs een lening van ruim 2 miljoen euro toegezegd gekregen door de gemeente Amsterdam. De buurtcoöperatie werkt al jaren aan een plan om met restenergie van een datacenter in het nabijgelegen Science Park huishoudens in Middenmeer te gaan verwarmen. Goed nieuws voor initiatiefnemer Ardine Nicolai: ‘Nu kunnen we eindelijk echt aan de slag!’
Evelien Groenen
MeerEnergie is gericht op de aanleg en het beheer van een warmtenet waarmee zo’n 5.000 woningen verwarmd kunnen worden in Middenmeer. MeerEnergie wil hiervoor, samen met Firan (onderdeel van Alliander), een warmtebedrijf oprichten. De lening die is vrijgekomen, wordt gebruikt om de volgende fase in het project te bekostigen, vertelt Ardine. ‘We hebben hier jaren naartoe gewerkt. Tot nu toe hebben we met alle vrijwilligers en partners heel wat kunnen doen, maar met het geld dat nu beschikbaar komt, kunnen we echt beginnen met de ontwikkeling van het warmtebedrijf. Want daar is veel menskracht, deskundigheid, tijd en dus geld voor nodig.’
‘Het uiteindelijke doel is om elk huis te kunnen verwarmen en te voorzien van warm tapwater’
Er zijn verschillende stappen die MeerEnergie nu gaat ondernemen. ‘Het is een grote klus. We zijn begonnen met het werven van professionals.’ We hebben het werk opgedeeld in vier werksporen: Techniek, Financiën, Organisatie en Wijkbereik. Het uiteindelijke doel is om elk huis te kunnen verwarmen en te voorzien van warm tapwater met lokale restwarmte als bron, met ons coöperatieve bedrijf, voor en van bewoners. Niet alleen op straat worden leidingen aangelegd, ook thuis moet het een en ander veranderen. ‘Er komt een nieuwe installatie, een zogenaamde ‘afleverset’, in plaats van de huidige cv-ketel. Hiervoor moeten leidingen aangelegd worden in huis. Dit kan een zorg zijn, maar we proberen de bewoners hier zo goed mogelijk over te informeren, en in overleg met hen het zo gemakkelijk mogelijk te maken.’
Het bereiken van bewoners is erg belangrijk voor de coöperatie. ‘We willen antwoorden kunnen geven op eventuele zorgen die bestaan.’ Bijvoorbeeld over de kosten of de toekomstbestendigheid van het plan. ‘Als je van het aardgas af moet, is een collectief warmtenet maatschappelijk gezien het goedkoopst. Ook de toekomstbestendigheid hoeft voor bewoners geen zorg te zijn. We maken langetermijnafspraken- en plannen. Maar dat die vragen er zijn, snappen we natuurlijk wel.’
Inmiddels zijn al zo’n 1000 leden in de buurt verbonden aan het initiatief. Het einddoel is 5000 aangesloten huishoudens. Door middel van buurtbijeenkomsten en informatiedagen worden zoveel mogelijk bewoners geïnformeerd. ‘Ook zijn we op zoek naar vrijwilligers die als een soort energiecoach informatie aan bewoners willen verstrekken. Zo bouwen we een groep op, die ons helpt met het informeren en betrekken van bewoners. Het liefst vinden we ook een locatie in de buurt waar bewoners kunnen binnenlopen met al hun vragen.’
Alles moet dus tot de puntjes uitgewerkt worden. ‘Zo kunnen we de banken overtuigen om een lening toe te kennen voor de oprichting van het warmtebedrijf en de aanleg van de infrastructuur. Daar hebben we miljoenen voor nodig. Als alles goed loopt en de leningen in orde zijn, kunnen we in 2026 beginnen’, zegt Ardine. ‘Hopelijk kunnen we vanaf het jaar daarna de woningen straat voor straat van het aardgas afhalen en onze duurzame energie gaan gebruiken om woningen te verwarmen.’