Zo opgewekt als Ivo de Wijs op televisie en in het theater overkomt, zo is hij ook in het echt. Vrolijk laat hij mij binnen in zijn werkkamer en zegt dat het maar goed is dat zijn vrouw en hij zoveel ruimte hebben. ‘Want wie houdt het met mij nou langer dan een dag vol?’

Lida Geers

Ivo de Wijs (1945) noemt zichzelf maar een ‘gewone versjesschrijver’, maar weet natuurlijk ook wel dat dat niet zo is, te oordelen naar alles wat hij in zijn leven geproduceerd heeft. Dat is echt héél veel. Hij is geboren en opgegroeid in Tilburg in volgens hem een redelijk rooms bolwerk. Tijdens verjaardagen werd er van zijn broer en hem verwacht dat zij een optreden tussen de schuifdeuren verzorgden, wat zij steeds met enthousiasme deden. Ivo: ‘Wij verzonnen dingen en parodieerden dingen die gebeurden. Daar gebruikten wij dan bestaande melodieën voor. Dat vond de hele familie altijd geweldig. Op de middelbare school deden wij hetzelfde.’ Na de middelbare school, hbs-a, is Ivo in Amsterdam Nederlands gaan studeren. Hij wilde altijd al leraar Nederlands worden. Hij was goed in taal, dus het leek hem wel een goed idee daar zijn brood mee te verdienen. Hij haalde het mo-b diploma Nederlands. Dit was een landelijke universitaire lerarenopleiding opgezet voor mms-meisjes, die ook voor zeventig procent door meisjes gevolgd werd. In die tijd moest je als jongen op je achttiende in dienst en dat zag Ivo niet zitten. Je kon er onderuit als je een maatschappelijke functie had.

Het liefst ben ik baas op eigen schip

Onderwijs was een maatschappelijke functie, dus besloot Ivo naast zijn studentencabaret als leraar Nederlands het onderwijs in te gaan. Dat heeft hij vier jaar met veel plezier gedaan. ‘Omdat ik niet zo heel goed was als leraar maakte ik er iedere les weer een soort cabaretvoorstelling van. Heel vermoeiend, maar voor mij toch heel leuk om te doen.’ Toen hij alsnog werd afgekeurd voor de militaire dienst vervaagde zijn interesse in het onderwijs. Het zonder baas kunnen werken trok hem meer en in dezelfde tijd was hij dus ook al bezig met studentencabaret. ‘Mijn voornaamste functie daarin was tekstleverancier. Van 1971 tot 1980 trad ik op met Kabaret Ivo de Wijs.’

Getrouwd stel

Vanaf het begin werkte hij samen met Pieter Nieuwint, later kwam Marnix Kappers erbij. Marnix stierf tot groot verdriet van Ivo in 2016. Met Pieter Nieuwint werkt hij inmiddels 57 jaar. ‘Je kunt ons eigenlijk wel een getrouwd stel noemen. Wij kunnen het heel goed met elkaar vinden en treden nog steeds samen op.’ Op zijn website staat in dit gedichtje hoe zij dat beiden ervaren: Pas als wij gaan lijden – Aan plankenkoorts en drempelvrees – Verlaten wij beiden – De vaderlandse podiae’s.

Naast de losse dingen die Ivo doet, zoals de Open B.A.C. in het Betty Asfalt Complex en binnenkort een optreden op Terschelling, staan Pieter en Ivo samen tien keer per jaar op de planken in Literair Variété. ‘Tien keer is meer dan genoeg’, vindt hij. ‘Het reizen naar de verschillende theaters is uitermate vermoeiend, helemaal in deze tijd nu je er steeds langer over doet om er te komen.’ Zijn vrouw heeft wel eens voorgesteld thuis de liedjes en de sketches te schrijven en die door een ander te laten opvoeren. Maar dat is hij voorlopig niet van plan, want hij vindt optreden juist zo leuk.

Teksten voor anderen

Nadat hij Kabaret Ivo de Wijs vaarwel had gezegd, ging hij voor anderen schrijven. Hij schreef liedteksten voor musicals en voor zangeressen als Jenny Arean en Jasperina de Jong. Op dit moment werkt hij als tekstschrijver voor zangeres Britta Maria. Ivo is een soort wandelend rijmwoordenboek en verzint bijna dwangmatig een rijmende zin op alles wat gezegd wordt. Dat gaat bij hem vanzelf. ‘Als kind deed ik dat al.’ Ivo vertelt hoe teksten voor liedjes tot stand komen. ‘In principe is het zo dat je eerst de tekst schrijft en de componist daar dan de melodie op componeert. Soms is het omgekeerd en dat is een stuk ingewikkelder en veel meer werk, maar het levert wel vaak heel verrassende liedjes op. In de tijd dat ik met Joop Stokkermans samenwerkte aan de musical Lang leve de opera met Jasperina de Jong vond hij dat ik niet genoeg opschoot met mijn teksten en daarom componeerde hij maar vast de muziek. Wat het wel spannender maakte, maar een stuk ingewikkelder.’

Pieter Nieuwint en Ivo op een literair variété.

Een van Ivo’s grote inspirators in de dichtkunst is Drs. P (Heinz Polzer). ‘Toen wij nog maar net met studentencabaret bezig waren, kregen wij een uitnodiging voor het Humor Festival in het Belgische Heist. Wij mochten daar optreden op voorwaarde dat we een vedette meenamen. Onze keuze viel op Drs. P en we stuurden hem een brief met de vraag of hij zin had om met ons mee te gaan naar België. Tot onze verbazing vond hij dat een goed idee en toen moesten wij in korte tijd twee programma’s in elkaar zetten. Dat was voor Drs. P niet zo heel moeilijk omdat hij al heel veel teksten had. Wij hebben in België de tijd van ons leven gehad en sindsdien ben ik altijd bevriend met hem geweest. Van hem heb ik de ollekebolleke versvorm geleerd, die hij ontdekt heeft. Dat was nieuw voor de Nederlandse taal en wij hebben deze versvorm heel vaak gebruikt.’

Baas op eigen schip

‘Je moet oppassen cabaret niet te vaak te vermelden’, waarschuwt Ivo lachend, dus gaan we over op een ander onderwerp: radio. ‘In 1985 vroeg de VARA aan mij of ik het natuurprogramma Vroege Vogels wilde presenteren. Dat leek mij geen goed idee. Ik wist helemaal niets van de natuur en ook klassieke muziek, het verbindingsstuk tussen de verschillende onderwerpen, was voor mij een compleet andere wereld. Maar de VARA dacht dat ik dat wel zou leren, dus heb ik ja gezegd.’ Samen met Inge Diepman werd hij het gezicht van Vroege Vogels. ‘Ik heb in de twintig jaar dat ik dit – met heel veel plezier – gedaan heb, heel veel over de natuur en klassieke muziek geleerd.’ Op televisie was hij regelmatig te vinden als panellid, presentator en verslaggever. Daarnaast heeft hij veel boeken geschreven, voor zowel kinderen als volwassenen.

‘Nu ik wat ouder ben, doe ik alleen maar losse dingen. De inspiratie gaat langzamer, stroperiger en soms moeizaam. Daarom is het beter als je niet te ingewikkelde dingen op je bordje neemt.’ Het liefst is Ivo baas op eigen schip. Dat is niet altijd het geval. Voor bijvoorbeeld een musical moet je vaak het bestaande verhaal  gebruiken. Het liefst verzin ik de verhalen zelf. Ik ben naast vader ook opa van twee kleinkinderen, van wie ik erg geniet. Ik stuur ze vaak getekende ansichtkaarten, die meestal een vervolgverhaal vormen. Niet dat ik zo fantastisch kan tekenen, maar het verhaaltje erbij moet het goed maken. Ik reis met die verhaaltjes in mijn fantasie door andere tijden. Voor mij is fantasie de kracht van de menselijke geest en daar maak ik dankbaar gebruik van.’

Check www.ivodewijs.nl