Home IJopener Column Simone Slotboom | Explosief

Column Simone Slotboom | Explosief

0

Het is zaterdagnacht. Kwart voor drie. Ik lig in bed, maar ben nog wakker. Ik luister naar een rustgevende meditatie om in slaap te vallen. Opeens hoor ik een vreemd geluid. Kort, maar hevig. Doordringend. Een harde klap, een knal of was het meer een plof? Ik weet het niet precies. Ik kan het niet plaatsen. Ik heb een unheimisch gevoel. Onrustig. Angstig zelfs. Er is iets niet oké. De meditatieve staat is in één klap weg. Letterlijk.

Vanuit mijn bed kan ik de KNSM-laan zien. Ik trek het gordijn opzij, maar op straat is het stil. Ik blijf kijken want het gevoel dat er iets goed mis is, blijft. Slapen kan ik pas als ik weet dat alles in orde is.

Ik hoor sirenes aankomen. Brandweer. Maar daar blijft het niet bij. Politie, ambulances, GGD en nog een brandweerauto. Sommige rijden door, andere blijven net uit het zicht staan, op de hoek van het gebouw. De gekleurde zwaailichten knipperen via de spiegelende winkelruiten aan de overkant mijn slaapkamerraam in.

Ik check de 112-meldingen online. Het is op de Levantkade. Een explosie op de gang in ons appartementencomplex. De oorzaak is onbekend. Of er slachtoffers zijn ook. Een veelheid aan mogelijke scenario’s schiet door mijn hoofd. Een geëscaleerde situatie met de jongeren die graag feesten in ons pand? Een uit de hand gelopen drugsdeal? Een wietplantage? Of gewoon een gaslek? Opties genoeg in ons levendige gebouw. Niet weten wat er aan de hand is, veroorzaakt onrust. Niet kunnen inschatten of het veilig is of niet. Een primitieve fysieke reactie. Mijn lichaam is klaar om te vechten, vluchten of bevriezen. Terwijl ik gewoon in bed lig en buiten alle hulpinstanties hard werken om de crisis op te lossen. Welke dat ook is. Toch blijft mijn lijf in stressmodus. Standje gevaar. Adrenaline. Pas als de hulptroepen vertrekken en de dreigend knipperende lichten meenemen op hun weg de nacht in, keert de rust in mij weer terug. Al blijft een alarmpje in mijn achterhoofd aan. Op stand-by.

Best heftig hoe fysiek de reactie op dreiging is. En hoe lastig uit te zetten zonder een ‘het is weer veilig’-signaal. Ik denk aan de familie van mijn Oekraïense buurvrouw die al maanden in een schuilkelder leeft. Al is ‘leeft’ het verkeerde woord. ‘Overleeft’ is het feitelijk. Dag in, dag uit. Voor hen komt er geen groen licht. Zelfs geen pauze. Zij leven voortdurend onder extreme stress. Niet aflatende zorg over hun veiligheid.
Die van hun kinderen, hun familie, hun vrienden. En als het ooit stopt, waar keren ze dan naar terug? Hun spullen, hun huizen, hun stad, hun land: het is verwoest. Heel hun leven is ontploft.

Je veilig weten in je huis. In je stad. In je land. Hoe belangrijk is dat. En hoe vanzelfsprekend. Zo vanzelfsprekend dat we er niet bij stilstaan dat het ineens kan veranderen. Zo heb je alles en zo heb je niets meer. Ben je een vluchteling in een ander land, afhankelijk van liefdadigheid. Of vecht je voor je land. Een gewone burger die soldaatje speelt. In het echt. Een dokter, cassière, verzekeringsagent of tuinman. Met een geweer of een molotovcocktail. Of je zit te wachten. In een kelder. Wachten tot het signaal komt. Een teken dat de dreiging voorbij is. De rust weer terug. Het moment waarop de schade opgemaakt kan worden. Het herstel beginnen. De wederopbouw. Voor zover de schade niet permanent is. De prachtige gebouwen die ik ooit nog wilde bezoeken: ze zijn er niet meer. Mijn vriendin is ook dezelfde niet meer. De dagelijkse stroom van gruwelijke beelden uit haar thuisland veranderen haar. Permanent. De continue angst voor haar geliefden. Ik zie het in haar ogen. Ze zegt het niet, maar ik zie het. Er is iets kapotgegaan in haar. Hoe strijdlustig en hoopvol ze ook praat. Hoe flink ze ook is. En hoe dapper haar familie ook stand houdt.

Als ik over de Levantkade loop, zie ik dat de schade aan het appartement hersteld wordt. Over de toedracht is nog weinig bekend. Er zoemt iets rond over een afrekening in de criminele sfeer. Maar of dat waar is? Het officiële nieuws blijft ongewijzigd: één vrouw is met brandwonden naar het ziekenhuis gebracht. Na sporenonderzoek heeft de politie de zaak in behandeling genomen. In de media zijn er geen updates. Het nieuwtje lijkt er vanaf. Het leven gaat door. Al geldt dat niet voor de betrokkenen. Voor hen breekt een tijd van herstel aan. Voor de gewonde buurvrouw bid ik dat de schade in alle opzichten te herstellen valt. Materieel én immaterieel.

Voor mijn andere buurvrouw bid ik ook. Voor vrede in haar geboorteland Oekraïne. Laten we dat blijven doen. Ook al gaat het leven hier gewoon door, dáár blijft het explosief. Laten we blijven steunen en helpen. Materieel én immaterieel. Zodat overleven weer leven wordt.