Ook dit jaar is het weer Indische Buurt Festival, en wel op zaterdag 2 september van 12.00 tot 19.00 uur. Buurtinitiatieven, kunstenaars en ondernemers rond de Javastraat bieden het feest aan. De entree is gratis en er is voor elk wat wils. oost-online ging praten met René Janssen van stichting Cultopia, dat voor de vierde keer het festival organiseert.

Anne-Mariken Raukema

‘De buurt laat je niet los’, is dit jaar het thema. En dat kan dubbel worden opgevat. Jij laat de buurt niet los, en de buurt jou niet. Solidariteit van twee kanten. Cultopia is een bewonersinitiatief gerund door vier buurtgenoten, dat al meer dan tien jaar sociaal-culturele evenementen in de Indische Buurt organiseert. Eens per maand is er een possessie in de Meevaart en eens per maand een stand-up comedyavond . De mensen die optreden zijn niet gebonden aan Oost, de bezoekers komen grotendeels wel uit de buurt. Cultopia is in de persoon van Janssen nauw gelieerd aan IBTV (Indische Buurt TV), dat wekelijkse zeven uur documentaires en rapportages vooral over cultuur uitzendt via Salto en hun eigen YouTubekanaal.

 

Voor René Janssen is de komende editie van het Indische Buurt Festival zijn vierde op rij, waar hij als coördinator eindverantwoordelijk voor is. Drie keer eerder al deed hij vanaf de zijlijn mee. De liefde had hem naar de Indische Buurt gebracht en inmiddels is hij er zo geworteld dat hij niet meer weggaat. ‘Tijdens corona, in augustus 2020, polste ik bij het Stadsdeel of er nog budget was voor een buurtfestival en dat bleek er te zijn. We hebben toen in zes weken tijd samen met IBTV acht talkshows gemaakt in de lokale Batjanzaal via livestreaming. Daarmee hebben we de festivaldraad opgepakt en tegelijk overgenomen.’

Rene Janssen

Het belangrijkste doel van het Indische Buurt Festival is het presenteren van bewonersinitiatieven aan de inwoners. Zij kunnen deze dag door een kraam te bemensen en informatie te geven laten zien dat ze er zijn, wat ze doen, en deelnemers en vrijwilligers werven. ‘Nee, we sluiten niets en niemand uit’, zegt Janssen. ‘Het enige criterium is dat het in en uit de Indische Buurt en omstreken moet komen.’ Hij heeft wel te maken met organisaties die in de loop der tijd van een volledig op vrijwilligers steunende club transformeerden tot een met een of meer deels betaalde krachten. ‘Die betalen hun mensen nu meer dan een vrijwilligersvergoeding.’ Het Cultopiateam bestaat voor het festival uit vier professionals en zo’n 25 vrijwilligers.

De kern van het festival wordt gevormd door welzijn. Door Janssen zijn daar lokale ondernemers en culturele organisaties aan toegevoegd. Daarmee onderscheidt het zich meteen van sommige van de andere Indische Buurtfestivals. Er is een kunstmarkt, een ‘kidsplein’ en twee muziekpodia, naast het aanbod van buurtinitiatieven op het gebied van welzijn en natuurlijk de eigen bar. Twee partners zijn van groot belang: Civic Amsterdam-Oost en het gebiedsteam van stadsdeel Oost. ‘Civic levert goed voorbereide vrijwilligers, die weten hoe je met soms kwetsbare mensen moet omgaan. Dat is onbetaalbaar. En het gebiedsteam van het stadsdeel, wat vroeger ‘participatiemakelaars’ heette, kijkt welke initiatieven actief zijn, goed werk doen en ondersteunen deze waar nodig.’

Na afloop van het eendaags festival wordt deze geëvalueerd. Wat ging goed, wat kan beter? In november worden plannen gemaakt voor het nieuwe jaar. Er worden nieuwe contacten aangeboord en bestaande bestendigd. Het grootste deel van de begroting, gaat op aan ‘infrastructuur en programmering’. ‘Infrastructuur?’, vraag ik. René legt uit hoe het gaat met de gemeentelijke bijdrage. Hij is aan vergunningen al € 3500 kwijt, dan moet er nog van alles worden ingekocht bij de gemeente: parkeerverbodsborden, belettering en het afhuren van parkeervakken waar kramen komen. ‘Voor zo’n parkeervak betalen we € 67, en dat maal 130, reken maar uit.’ Daarnaast moeten bij een commercieel bedrijf verkeershekken worden ingekocht. Dit heet rondpompen van belastinggeld. De gemeente, lees stadsdeel, geeft en neemt. Een groot deel van de subsidie moet worden gebruikt om zaken (via de gemeente) geregeld te krijgen. Janssen geeft aan dat hij dat geld veel liever zou gebruiken voor activiteiten van organisaties voor de festivaldag die ze anders nooit voor elkaar zouden krijgen, zoals een catwalk.

Dit keer sluit de feestdag (al) om zeven uur ’s avonds. Eerdere edities duurden tot tien uur. ‘We kregen het dit jaar niet goed rond met de ondernemersvereniging. Natuurlijk hopen we dat ze in 2024 wél genoeg mensen hebben om als partner mee te doen!’
De braderie – vooral een ondernemersding – gaat gewoon door, maar meer ‘low profile’ en dus ook korter. Janssen benadrukt dat dit ook niet het hoofddoel van de dag is. ‘Elke ondernemer kan ervoor kiezen om mee te doen, of niet.’ Wie meedoet krijgt een kraam op een parkeervak en mag zich presenteren. Wie niet meedoet, profiteert wel van de reuring die het festival teweegbrengt.

Met zo’n 3000 bezoekers op een mooie, niet te warme, zonnige dag, is René Janssen erg tevreden. Twee groepen bewoners zijn moeilijk te bereiken: de Turkse gemeenschap – die met de Marokkaanse, Antilliaanse en Surinaamse ruim 40 procent van de gehele populatie van de Indische buurt omvat – en de toenemende groep jonge, hoogopgeleide tweeverdieners die hier de laatste jaren zijn komen wonen. ‘Van hen wordt gezegd dat ze hier alleen maar wonen en slapen en in de binnenstad hun vertier zoeken’, aldus Janssen. Zijn pogingen om hen te binden aan de eigen buurt door te programmeren met goede namen op de muziekpodia heeft inmiddels z’n vruchten afgeworpen.

Ook de aanwezigheid van de eigen bar van Cultopia met speciaalbier (met en zonder alcohol) van Brouwerij ’t IJ komt tegemoet aan de wensen van de nieuwe bewoners. René Janssen is erg blij met de lokale brouwer: ze leveren de bar, de koeling en het bier tegen inkoopprijs. De bescheiden omzet vloeit direct terug in de portemonnees van de vele vrijwilligers van het festival.

Dat de groep Turkse buurtbewoners in groepsverband moeilijk te bereiken is, daar heeft Janssen intussen vrede mee. ‘De lange arm van Istanbul is krachtiger dan we soms denken. Er bestaat gewoon weinig belangstelling voor de eigen buurt. Dat is heel anders bij Surinaamse en Marokkaanse bewoners.’ Intussen kijk ik – als niet-bewoner van de Indische Buurt – anders en positiever aan tegen het Indische Buurt Festival. Wie tijd en gelegenheid heeft op zaterdagmiddag 2 september: ga gewoon eens kijken.

Check www.indischebuurtfestival.nl