Home Overzicht ‘De Dappermarkt lijkt wel oorlogsgebied’

‘De Dappermarkt lijkt wel oorlogsgebied’

0

Sinds maandag gelden er nieuwe regels voor de markten in Amsterdam om bovenmatige drukte tegen te gaan. Hoe is het nu op de Dappermarkt?

Coronacrisis | Henny Reubsaet

‘Ik vond de Dappermarkt altijd één van de gezelligste markten van Amsterdam. Het is een echte volksmarkt. Maar nu zeiden we net nog tegen elkaar: het lijkt wel oorlogsgebied. Toch?’ Vragend kijkt marktmeester Siegfried Palmtak naar zijn collega Milko Baars. Ik tref beide marktmeesters in hun kantoor op de Dappermarkt tijdens hun lunchpauze. Baars knikt instemmend. Ja, er is wel veel veranderd sinds het coronavirus rondwaart.

Zondagavond hadden ze op hun werktelefoon al de nieuwe instructies gekregen zodat ze die meteen maandagochtend konden invoeren. De kramen mogen niet meer direct naast elkaar staan. Er mogen geen plekken meer zijn ingericht om ter plekke iets te eten of te drinken. Er moet streng op worden toegezien dat mensen echt op anderhalve meter afstand van elkaar blijven. Er moeten borden staan met instructies.

 De kramen mogen niet meer direct naast elkaar staan

‘Voor ons werk brengt dat een paar veranderingen met zich mee’, vertelt Baars. ‘Normaal wordt er om 9.00 uur ‘s ochtends geloot. Dan hebben wij gezien hoeveel vaste plaatshouders er zijn gekomen en gaan we de overgebleven plekken verloten onder sollicitanten. Ongeveer 90 procent van de standhouders hebben een anciënniteitsnummer. Die gaan eerst op hun plek staan. Wij bepalen daarna de plaats voor de marktkooplieden die worden ingeloot. Er geldt wel een maximum voor groentekramen om te voorkomen dat ze elkaar kapot concurreren. Dus als dat maximum bereikt is, mag je met een groentekraam niet meeloten, zo simpel is het. Maar nu hoeft er niet geloot te worden want er is plek zat. Ik schat dat er vandaag maar zo’n 40 kramen zijn. Maximaal. Er zijn in totaal 244 plaatsen op de markt.’

Palmtak laat me de registratieformulieren zien. ‘Kijk, allemaal doorgestreept. Die zijn niet gekomen vandaag. Het middenstuk, bij het Dapperplein, is nog het drukste. De vaste standhouders veranderen nu ook van plek, want anders krijg je overal eilandjes. Iedereen moet nu wachten met uitpakken van zijn spullen tot 9.00 uur, en dan bepalen we waar iedereen kan gaan staan. Je wilt nog een beetje gezelligheid overhouden toch?’

De afgelopen dagen hebben de marktmeesters rondgelopen met tellertjes in hun hand. De markt is ongeveer vierhonderd meter lang, elke vijftig meter is er een tussenstraat. Als ze op zo’n stuk tussen twee straten in korte tijd meer dan honderd mensen zouden tellen, zouden ze dat moeten doorgeven aan marktbeheer. Dan zou er moeten worden ingegrepen. Op de Ten Kate markt was dat zaterdag aan de hand, begrepen ze. Maar de Dappermarkt is veel breder en langer, daar kunnen bezoekers gemakkelijker spreiden.

Ze hadden zaterdag wel even een incident gehad bij de visboer. De visboer had lijnen op de grond gespannen zodat klanten op afstand bleven, maar niet iedereen hield zich eraan. Toen moesten zij als toezichthouders wel even in actie komen.

Veel vaste standhouders blijven wel komen

‘De visboer heeft nu pallets geplaatst om mensen voor zijn kraam op de juiste afstand te houden, heeft u dat gezien? Dat is wel slim gedaan. Voor het overige moeten standhouders erop vertrouwen dat iedereen zich aan de regels houdt. Er zijn ook wel vaste standhouders die niet zijn gekomen, ondanks dat zij gewoon moeten doorbetalen voor hun plaats. Ja, er zijn ook oudere mensen tussen hè, die willen dat risico niet nemen. Veel vaste standhouders blijven wel komen, maar ze moeten er nu op toeleggen. Veel non-food marktkooplieden hopen eigenlijk dat de gemeente de markt gaat verbieden, zodat ze hun standgeld niet meer hoeven te betalen.’

Zelf denkt Baars niet dat je meer risico loopt als je op de markt boodschappen gaat doen. ‘Nee, ik denk juist dat het op de markt veiliger is dan in de supermarkt. Je loopt toch in de open lucht en kijk nu maar eens hoe rustig het is buiten. Ongekend gewoon. Het tellen van de mensen hebben we vandaag maar achterwege gelaten. Nu het noodreglement is ingegaan zien we nog maar zo’n 75 mensen per uur voorbijlopen’.

Relatief veel mensen op de markt lopen rond met mondkapjes. Toch vinden de marktmeesters niet dat er een angstige sfeer heerst. ‘Nee, er worden nu veel mondkapjes verkocht op de markt. Geen idee waar ze vandaan komen en of het goede kwaliteit is, maar ze waren er opeens. Eén koopman heeft zijn hele partij aan het OLVG verkocht vorige week. En dus ook aan klanten, zoals we nu zien.’

Nog één andere verandering op de markt komt aan bod. ‘Toen de horeca moest sluiten, hebben we meteen een Dixi toiletcabine besteld voor onze markt. Die heeft de gemeente toen voor alle markten laten plaatsen. Nu onderhouden we ook contact met dat bedrijf, over de schoonmaak van de Dixi.’

Een klein extra taakje dus, maar verder is werk van de marktmeesters veel rustiger dan normaal. Liever zouden de hectiek weer terughebben. Maar de mannen blijven op hun post, want thuiswerken, dat kan niet met hun functies. Gelukkig maar.