De eerste associatie die ik bij het Javaplein heb is het gemeentebadhuis. Dit karakteristieke vrijstaande pand, dat inmiddels alweer jaren met wisselend succes in gebruik is als horecagelegenheid, was een van de laatste gelegenheden waar buurtbewoners uit Oost zonder eigen badkamer terechtkonden voor een verfrissende douchebeurt.
Fokko Kuik
In een mooi artikel in het onvolprezen Ons Amsterdam las ik dat het fraai vormgegeven gebouw in 1942 werd opgeleverd, midden in de Tweede Wereldoorlog dus. Citaat uit dit artikel: ‘De meeste mensen wasten zich aan het einde van de week, waardoor het vaak lang wachten was. In de wachtkamers konden de vrouwen bijpraten en legden de mannen een kaartje. Zo gauw er plaats was konden bezoekers ongeveer tien minuten gebruik maken van een cabine met stort- of ligbad’.
Een ontmoetingsplek was het dus al en ook na de sluiting 1987 is het Javaplein altijd een populaire plek gebleven waar je buurtbewoners tegenkomt. Met de horecagelegenheden, de sportschool, de vestiging van de Oba, maar ook met de vintagemarkten en manifestaties die er geregeld worden gehouden is het bijna altijd levendig op het plein.
Qua verkeer is het wel opletten daar, want de Molukkenstraat is druk en er wordt veel overgestoken vanuit alle straten die op het plein uitkomen. Op de vrijdagmiddag dat ik er rondkeek was het nog heerlijk najaarsweer en zaten er nog veel mensen op de terrassen.
Er stond een mobiele bakkerswinkel en ik kwam toevallig een kennis tegen die begin jaren 90 in de inmiddels gesloopte panden woonde waar nu de nieuwbouw staat. De sfeer was toen heel anders -armoediger vooral – maar ik herinnerde me dat daar in de jaren negentig altijd ‘groentevrouwtje Els’ stond met haar groente- en fruitstalletje. Behalve voor de broodnodige vitamines kon je daar altijd terecht voor een gezellig praatje en kregen onze inmiddels volwassen kinderen altijd iets gezonds en lekkers mee.
Het Javaplein is echt een plein zoals dat de stedenbouwkundigen voor ogen staat: een ontmoetingsplek met een mooie mix van bestemmingen, maar ook veel toevallige passanten die spontaan besluiten om er even af of uit te stappen.
Het enige bezwaar dat je zou kunnen aanvoeren is dat het misschien allemaal wat te commercieel geworden is met al die horecazaken. Gelukkig is de Oba-vestiging, waar ik zelf regelmatig even binnenloop om een krantje te lezen, daar een mooie laagdrempelige uitzondering op. Er worden vaak dingen georganiseerd, want een bibliotheek is al lang niet meer een plek waar je stil moet zijn en alleen boeken kunt lenen.
Kortom, voor een verfrissende douchebeurt hoef je niet meer naar het Javaplein, maar je kunt je er wel laven aan de multiculturele mensenmix die de Indische Buurt nu eenmaal is. Laten we hopen dat het niet ontdekt wordt door de TikTok-toeristen. Tot mijn geruststelling verkocht de mobiele bakker er nog geen stroopwafels. Houwen zo!








