Home Indische Buurt De staat van de Indische Buurt: Wie mee wil doen, kan mee...

De staat van de Indische Buurt: Wie mee wil doen, kan mee doen

0

Lotte Frissen is een duizendpoot. Naast projectleider van De staat van de Indische Buurt leidt ze ook tal van andere projecten in de Meevaart en is ze straatmanager van de Javastraat, de Eerste van Swinden en de Dapperstraat. Ze probeert onze vraag ‘Wat is nou de bedoeling van De staat van de Indische Buurt?’ te beantwoorden. Het doel is om een antwoord te geven op de achterliggende vraag: matchen de cijfers wel met de werkelijkheid? Geen flauw gedoe, maar handen uit de mouwen.

Anne-Mariken Raukema | Foto’s Anne-Mariken Raukema en Eddy Ellert

Het idee van De staat van de Indische Buurt ontstond tijdens een gesprek dat Tim Doornewaard, directeur van de Meevaart en buurtbewoners Jan Benjamens hadden met het stadsdeel. ‘Zoals er wel vaker gesprekken plaatsvinden’, aldus projectleider Lotte Frissen. Ze kijkt terug op een goede eerste bijeenkomst op 23 november met buurtbewoners, ondernemers, onderzoekers van het stadsdeel en diverse beroepskrachten zoals ambtenaren, bestuurders en programmamanagers, medewerkers van woningbouwcorporaties en diverse (maatschappelijke) organisaties. Aan de hand van veertien thema’s werd gekeken in hoeverre de cijfers die het stadsdeel geeft overeenkomen met wat daadwerkelijk wordt ervaren in de buurt. Een opmerking op de achterkant van een placemat sprak boekdelen: cijfer de mensen niet weg.

Lotte Frissen: ‘Vaak geven cijfers alléén een vertekend beeld. Het is belangrijk om te weten welke vraag is gesteld om de data te verzamelen, in welke context en bij welke mensen.’ Daarom is de Meevaart in dit gat gesprongen en organiseert meerdere contactmomenten met een steeds groter wordende groep mensen die hun ervaringen en meningen geven. Met als doel om een helder en doorleefd beeld te krijgen hoe de Indische Buurt erbij staat. En te kijken of er gezamenlijke ambities zijn en als die er zijn, welke dat zijn. Om uiteindelijk het gewenste toekomstbeeld dichterbij te halen en realiseerbaar te maken.

Bereik

Dat vaak dezelfde mensen naar soortgelijke bijeenkomsten komen, werd van tevoren al bevroed. Daarom wordt aan de deelnemers gevraagd bij een volgende keer vijf buurtbewoners mee te nemen. Alle deelnemers worden elke twee weken op de hoogte gehouden per nieuwsbrief. Als in een groep bijvoorbeeld geen of weinig ondernemers zitten, wordt een ieders netwerk aangeboord en die missende kennis er alsnog in betrokken. Lotte Frissen licht toe: ‘Als uit cijfers blijkt dat het aantal fietsers in de Javastraat is gestegen, wat zegt dat dan? Is het de snelste weg? Mijden ze de omliggende straten? En waarom dan? Het gaat erom de feiten achter de cijfers boven tafel te krijgen. En daarmee een goed beeld te krijgen hoe het is om hier te wonen en te werken en uiteindelijk een doel voor de nabije toekomst te formuleren. Nabij is zo’n twee jaar.

Zelf doen

In februari liep Lotte Frissen de Meevaart binnen, gewoon als buurtbewoner. Ze werkte toen nog als consultant in een soort ‘Haagse bubbel’. Vanuit die rol had ze goed zicht op veel projecten overal in het land en realiseerde zich dat echte veranderingen ontstaan vanuit intrinsieke motivatie, veelal professionals en ervaringsdeskundigen. Zoiets wilde ze ook voor haar eigen, Indische buurt, en vooral daar ook zelf actief in te worden. Tegelijkertijd realiseerde ze zich heel goed dat in Oost, en ook specifiek de Indische Buurt, al veel projecten, buurtinitiatieven en subsidies liepen. ‘Ondersteuning is nodig en goed. Maar je moet ook kijken wat er weg kan, wat werkt en wat niet’, zegt Lotte Frissen. Ze realiseert zich dat veranderingen vragen om te schieten met hagel. Maar ook dat je afscheid moet kunnen nemen van projecten of programma’s die niet succesvol zijn, mislukt blijken. In haar optiek hebben we het daar nog onvoldoende over.

Het werken aan dit soort projecten en het meekrijgen van betrokkenen, vraagt ook een ander taalgebruik. De veertien thema’s – waaronder ‘welzijn’ – komen duidelijk uit de koker van ambtenaren. Zo werd het thema ‘politieke participatie’ op 23 november veranderd in ‘lokale democratie’. En werd aan het thema ‘werk’ ook ‘stage’ toegevoegd. Sommige thema’s groeien nu al geleidelijk naar elkaar toe, zoals ‘armoede’, ‘economie’ en ‘werk & stage’, omdat daar duidelijk onderlinge samenhang in zit. Datzelfde geldt voor ‘duurzaamheid’ en ‘bewoners & woningmarkt’. Maar alles op een hoop gooien gaat Lotte Frissen te ver. ‘Dan wordt het een bruine soep en we willen juist een sok met veel kleuren.’

Neem veiligheid

Een van de veertien thema’s is veiligheid. Lotte Frissen: ‘Cijfers geven aan dat de buurt steeds veiliger wordt. Maar de veiligheid die ervaren wordt, is laag. In dat geval willen buurtbewoners graag dat er meer wordt gehandhaafd, meer ‘blauw op straat’. Maar de vraag is of dat wel de oplossing van het probleem is.’ Ze wijst erop dat het vaak een kwestie is van de vraag op de juiste plek te leggen en of deze wel voldoende is toegelicht. Ze woont nu zelf twee jaar in de Indische Buurt. Zonder een gevoel van onveiligheid loopt ze ’s avonds na tienen nog een rondje over straat. Maar iemand die er al twintig jaar of langer woont, kent de buurt nog uit andere tijden en die ervaringen leven nog tot op de dag van vandaag door. ‘Het palet is veel meerkleuriger dan de kale cijfers geven’, aldus Lotte Frissen.

De staat van de stad

Sinds 2000 wordt elke twee jaar een inventarisatie (of ‘monitor’) over leefbaarheid en participatie in de hele stad gehouden. Recentelijk werd deze voor de elfde keer gedaan en de uitkomsten gepubliceerd. Daarin staan dezelfde veertien thema’s centraal. De staat van de Indische Buurt is dus een afgeleide op wijkniveau. Dat betekent een verdere verfijning en geeft ook de kans om niet alleen op cijfers af te gaan, maar ook daadwerkelijk te onderzoeken wat er leeft.

Eindproduct

Als het aan Lotte Frissen en haar collega’s Doornewaard en Benjamens ligt, komt er elke twee jaar ook een Staat van de Indische Buurt, net als haar grote stadszus. In april verschijnt een publicatie met de bevindingen en aanbevelingen voor de nabije toekomst. Het moet een sterk visueel document worden, niet alleen met tekst en grafieken. Daarna wordt het initiatief teruggelegd bij de bewoners. Bang dat dit zal verzanden, is Lotte niet. ‘Laat anderen maar boos worden dat ze er niet over mogen meepraten. Ons motto is ‘we proberen je te vinden, je mag je aansluiten, graag zelfs!’ Het gaat erom dat mensen zich niet machteloos voelen als bewoner.’ Ze haalt de onderzoeker Jan Rotmans aan die spreekt over de illusie van machteloosheid en wil iedereen die het beste voorheeft met de buurt uit die illusie halen. Die betrokkenheid vraagt om eigen verantwoordelijkheid nemen. ‘Tim noemt dat ‘maakkracht’, het vermogen om iets in beweging te zetten ook al weet je niet wat eruit komt.’

Bewoners en gebruikers

Nadrukkelijk maakt Lotte Frissen een onderscheid tussen buurtbewoners en buurtgebruikers. Bewoners voelen zich onderdeel van hun plek en willen zich daar ook voor inzetten. Gebruikers maken gebruik van voorzieningen – winkels, de fietsenstalling, horeca, sportzaal. Als de laatste groep niet mee wil doen, hoeft dat niet. Los daarvan onderscheidt ze nog een derde groep: gebruikers die momenteel in overlevingsstand staan, en dat zijn er nadrukkelijk meer dan een jaar geleden, door de inflatie, woningnood en hoge energieprijzen.

De eigenlijk vraag is: wanneer kom je in opstand? Is dat als je in een kleine, donkere woning belandt. De intrinsieke motivatie ontstaat wanneer mensen worden geraakt in wat voor hun eigen belang is. Daarom ook vindt ze ego-motieven niet vies. Die hebben immers te maken met diezelfde intrinsieke motivatie. En eigen belang kan leiden tot maatschappelijke waarde.

Kerstverlichting

Als voorbeeld noemt ze de feestverlichting in de Javastraat. Net als eerdere jaren wilden de ondernemers daar graag lichtjes in de straat voor de donkere decemberdagen. Die werden altijd in de bomen gehangen, maar vanwege de kwetsbaarheid, was dit niet langer mogelijk. Iemand kwam op het idee om deze voortaan aan de balkons te bevestigen. Maar hoe doe je dat met veel hogere energiekosten? Dat leidde tot de vraag of je de lampjes ook kon laten branden met zonnepanelen. En dat kon. Het doel – een gezellig verlichte straat zonder de bomen te beschadigen – was bereikt en voor iedereen een win-winsituatie. Ondernemers, bewoners, gebruikers, stadsdeel: iedereen blij.

Oproep: wil je je aansluiten bij De staat van de Indische Buurt en meedenken? Meld je dan aan bij Lotte Frissen via [email protected]

Check www.meevaart.nl/de-staat-van-de-indische-buurt