Home Dwars nieuws Denkend aan Geertje

Denkend aan Geertje

0

Hetty Trijp, één van de vaste medewerksters van Oba Linnaeus, is met pensioen. Mede dankzij haar voelde de bibliotheek als een huiskamer voor bezoekers. Bij een kop thee halen we kort voor Hetty’s pensioendatum – op anderhalve meter afstand – herinneringen op aan één van de vaste bezoekers van de Oba, de eigenzinnige Geertje.

Hella de Groot | Illustratie Anne de Smet

Hetty en ik zitten aan een smetteloos witte tafel tegenover elkaar, omringd door lege stoelen en stapels boeken die op leners wachten. Aan de balie zit de nieuwe ploeg (leuke) medewerkers die het stokje van Hetty overnemen. Er is – ook zonder bezoekers – genoeg te doen. Boeken inwerken, klaarzetten, terugzetten. Hetty zet een kopje thee voor me neer. Ze verzekert me dat ze voor Oba niet verloren is; ze zal regelmatig terugkomen als bezoekster voor het lenen van boeken en tijdschriften. En ze zal zich blijvend ontfermen over de kamerplanten.

Huiskamergevoel

Hetty is vanaf de opening van de vestiging aan de Linnaeusstraat in 2014 een vaste waarde. Ze woont weliswaar in West maar vindt het des te leuker om naar Oost te fietsen, zegt ze. Ze had er al snel haar draai gevonden. Samen met collega’s als Caroline de Jong, een andere pensionada, zorgde ze voor een huiskamergevoel. Hetty vond het altijd belangrijk dat mensen – wie ze ook waren, waar ze ook vandaan kwamen – hier konden zijn. Bezoekers hoefden niet per se boeken te lezen, ze mochten ook even neerstrijken voor een kopje koffie uit de automaat, internet of de krant. Hetty kende ze goed, de bezoekers voor wie de bibliotheek een rustpunt is in een bestaan van vermoede moeilijkheden. En zo komt het gesprek als vanzelf op Geertje, van wie we de achternaam niet kennen.

Geertje kwam vaak langs om de krant te lezen bij een kopje koffie uit de automaat. Ze was tenger, op het magere af, haar grijze haar droeg ze opgestoken. Hoe oud was ze? Geertje was zo iemand die 74 of 80 zou kunnen zijn. Niet dat we het in ons hoofd haalden om haar ernaar te vragen… toen ik Geertje eens vroeg waar ze woonde, antwoordde ze lichtelijk verstoord: ‘Eh… Oosterparkbuurt!’. Nee, persoonlijke vragen stelde ze niet op prijs, er kwam ook niemand bij haar over de vloer, begrepen we later. Aanvankelijk maakte ze volop praatjes met Hetty en andere bezoekers, later las ze liever de krant dan dat ze praatte, al bleef ze graag koffie drinken. En een soepje sloeg ze nooit af.

Soep

Soep was voor mij aanleiding om vaker met Hetty in contact te komen. Ik maakte ter ontspanning regelmatig soep, voor mijzelf en anderen. Wie bezig is met haar handen (ingrediënten hakken, snijden, bereiden) heeft minder tijd om te piekeren. Hetty stelde me voor om bij speciale gelegenheden soep te serveren en dat werd in de loop der jaren een traditie bij Oba Linnaeus. Met kerst, bij lezingen of een andere gelegenheid maakte ik soep die ik in de bibliotheek serveerde aan meestal aangenaam verraste bezoekers (de soep was gratis).

Geertje was er vaak en ze kwam dan in haar lange paarse jas bij de pan met soep staan waar ik in stond te roeren. Met haar mooie stem vroeg ze of ze een kopje mocht. Tuurlijk Geertje. Al vrij snel kwam ze terug voor nóg een kopje. En nóg eens. Ik mompelde dan dat eerst ook de anderen… Geertje knikte, ze begreep het. Maar soms, als er nog soep over was, liep ik toch naar haar toe. ‘Wil je nog een kopje?’ Ze knikte en glimlachte bijna blozend. Was ik maar voor een vijfde keer naar haar toe gegaan, dacht ik achteraf, zeker toen ik later van Hetty hoorde dat Geertje voor maaltijden afhankelijk was van het Leger des Heils. En Hetty had Geertje wel eens buiten, op de stoep voor de Oba, de straatstenen zien afzoeken. Af en toe bukte Geertje om iets op te pakken. Muntjes? vroeg ik. Nee, peuken, denkt Hetty.

Leren zwemmen

Geertje leek niet heel sociaal, maar, benadrukt Hetty, jaren geleden was ze dat nog wel, ze maakte juist goed contact met anderen. Ze heeft ook eens deelgenomen aan een voorleeswedstrijd bij Oba Linnaeus. Geertjes keuze als voorleesboek was opmerkelijk, voegt Hetty eraan toe. Ze had gekozen voor het informatieve boek Zwemles (geschikt voor groep 1 t/m 4). Maar de kinderen die meer waren ingesteld op een vertelverhaal dan op een instructieve tekst keken perplex naar Geertje terwijl ze geduldig Zwemles voorlas.

Zelf leek ze tevreden over haar voorleesbeurt. ‘De kinderen hebben in ieder geval iets geléérd.’

Leger des Heils

Door de jaren heen werd Geertje minder spraakzaam. Ze kwam alleen nog om de krant te lezen bij een kopje koffie. Ze betoonde zich geïrriteerd als Hetty met collega’s in de pauze gezellig in hun hok zaten te kletsen. ‘Kan het wat stiller, ik wil rustig lezen, het is hier namelijk een bibliotheek!’ riep ze bozig, met een grote klap de deur van het hok dichtgooiend. Het viel Hetty op dat Geertje er steeds slechter uit begon te zien.

Begin 2019 kwam een medewerkster van het Leger des Heils langs bij de Oba met de mededeling dat Geertje was overleden. Hartstilstand.

De medewerkster van het Leger zei dat Geertje al negen dagen dood was toen ze werd gevonden. Ze lag voor de voordeur, de plek die ze altijd voor anderen gesloten had gehouden. Gas en licht bleken al langere tijd afgesloten. Ook haar broer, die haar wel eens uit eten nam, nodigde ze nooit thuis uit.

Geertje bleek ooit advocate geweest te zijn, vertelde Hetty, meer dan dat kon ze niet vertellen. Ik kon me Geertje niet voorstellen in een representatief pak, in die ene paarse warme jas liep ze altijd buiten de gebaande paden. Misschien was ze alleen, maar bij Oba kon ze dat zijn met andere mensen om zich heen. Is dat niet een essentiële functie van een buurtbibliotheek?

En Hetty? Die zal ik ook na haar pensioen Oba Linnaeus blijven bezoeken. In ieder geval terug om de planten water te geven. Een pensioen mag geen reden zijn om ze over het hoofd te zien.