‘Punk is er voor altijd,’zegt Oscar Smit, ‘ik ga ermee door en zie wel waar ik uitkom.’ Hij is vijf jaar bezig met zijn onderzoek naar punkbands die in Paradiso hebben gespeeld. Deel 4 van De Paradiso punkjaren (1979 – 1981) is onlangs verschenen. ‘Ik probeer een beeld te krijgen dat niet door de geschiedenis geblurd is.’

Martien van Oorsouw

Het is een studie zonder einde naar de punkbeweging aan de hand van bands die in Paradiso hebben gespeeld. ‘Ik wil in dit boek de punk beschrijven in samenhang met de grafitti en het kraken, die een grote rol speelden in de punkscene. De meeste punks woonden in kraakpanden.’

Hoe kom je op het idee om een serie over punk in Nederland te gaan schrijven?

‘Voor mij was punk een soort nulpunt. Ik was erbij toen het begon, het was nog overzichtelijk. Ik hield alles bij, ging platen kopen in Londen. Via de punk ben ik de muziek ingerold, eerst als verkoper bij Boudisque, later kwam ik toevallig bij Vinyl terecht.’ Vinyl was een maandblad dat zich richtte op moderne en experimentele muziek, met extra aandacht voor kleine, beginnende bands. Later werd ook aandacht besteed aan mode, kunst, literatuur. Het verscheen van 1981 tot 1988.

1979 punks lezen fanzine Pin bij Gang of Four Buzzcocks Paradiso 1979 | Foto Erik Verzijl.

‘Dat is wel een grappig verhaal. Eén van de oprichters kwam voor een collega in de winkel, hij zocht iemand die recensies wilde schrijven. Dat wil ik wel doen, zei ik, en zo ben ik voor Vinyl gaan schrijven. Daarna ging ik voor een platenmaatschappij werken.’ Lees hier het artikel van Lewis Daniels op oost-online over Oscars muziekloopbaan.

Wat was de aanleiding?

‘In 2016 hielden we een manifestatie over No Fun, Torso en Plurex, kleine Amsterdamse punklabels uit 1978. Samen met Leonor Faber – Jonker heb ik een catalogus daarvoor gemaakt. Daar hebben we een uitgever voor gevonden, Black Olive Press, die hem in singleformaat op risoprint uitbracht. De uitgever vroeg of ik iets anders wilde maken. Eigenlijk wilde ik de punkboeken ook met Leonor schrijven, maar ze had geen tijd. Ik heb nog iemand anders gevraagd, maar die had ook geen tijd. Toen ben ik het zelf gaan doen. Deel 1 kwam uit in een oplage van 500 exemplaren, later zijn er 250 boeken bijgedrukt.’

Interior.

Risoprint is eigenlijk stencilen zonder dat je vuile handen krijgt. Het apparaat lijkt een beetje op een kopieerapparaat, maar het werkt hetzelfde als een zeefdruk,’ legt hij uit. ‘De eerste drie delen beslaan allemaal een jaar. Voor dit boek heb ik een periode van drie jaar genomen. Je kunt niet overal een datum op plakken, bijvoorbeeld wanneer precies, zoals ik in het boek beschrijf, de punks de drankkast plunderden.’

‘Ik heb veel mensen geïnterviewd, je vraagt ze in hun geheugen te graven naar dingen die veertig jaar geleden gebeurd zijn. Soms ga je terug om nog wat na te vragen. Van Rogier van der Ploeg (Soviet Sex) heb ik een videoband zonder geluid gekregen waar veel bands op staan die ik niet heb kunnen achterhalen.’

The Bugs, Leidseplein 1979 | Foto Martijn de Jong.

In het Instituut voor Internationale Geschiedenis vond hij verslagen van de stafvergaderingen van Paradiso. ‘Ik wilde originele bronnen gebruiken.’ Hij vond veel verwijzingen naar punk en Paradiso op Delpher, het digitale krantenplatform. Hij heeft veel mensen geïnterviewd die zich indertijd met graffiti of kraken bezig hielden, waaronder de bekende graffitikunstenaar Hugo Kaagman. ‘Voor deel 2 heb ik een middag in het punkblaadjesarchief van Diana Ozon kunnen zoeken.’ En natuurlijk veel interviews met oude punks als Peter Mertens en Bobbie Rossini, die bas heeft gespeeld in Claw Boys Claw.

Gospelfuckers november 1979 | Foto Erik Verzijl.

Bacteria.nl bleek een bron van informatie, een website van een jongen in Groningen die punkfanzines verzamelt en digitaliseert. ‘Ergens in het boek schrijf ik dat elk dorp het punkblaadje krijgt dat het verdient. Ik heb in veel blaadjes gekeken, vooral in blaadjes uit de omgeving van Amsterdam. Dan zocht ik of er verslagen in stonden van bandjes die in Paradiso opgetreden hadden.’

Deel 4 is het eerste boek van de serie dat in full color is gedrukt, het was te dik in risoprint. ‘Deel 2 is in twee delen risoprint uitgekomen. Dat wilden we voor dit deel niet. Voordeel van full color is wel dat er meer mogelijkheden met kleur zijn, de foto’s zien er beter uit.’

Het productieproces is als alle delen volgens het punkmotto DIY (do it yourself) verlopen. ‘Iedereen werkte belangeloos mee. Op een enkele foto na konden we ze gratis gebruiken, strips uit die tijd mochten we gebruiken, de vormgever is ook in de punk begonnen. Het is een echt doorbladerboek geworden. Daar ben ik wel trots op.’

Rondos | Foto Erik Verzijl.

Ben je al bezig met deel 5?

‘Ik ben aan het nadenken over een volgend deel. Dat zal ook gaan over punkbands uit andere landen. En verder ga ik door met wat ik doe, mijn radioprogramma, de website, misschien komt er nog een optreden als kerstdj.’ Vorig jaar stelde hij een top 15 kerstliedjes samen voor oost-online.

Elke dinsdagavond presenteert hij Beautiful Extremes, een radioprogramma op facebook en internet.

De Paradiso Punkjaren Deel 4 , 1979-1981 Nederpunk(s) en Ultra is onder andere verkrijgbaar op de website van Black Olive Press en natuurlijk Paradiso. Eveneens bij de winkels Record Palace, Concerto, het Fort van Sjakoo, het Stadsarchief, Scheltema, Zwart Goud en Athenaeum.

Check ook de website van DJ Oscar en Christmas à gogo, zijn kerstwebsite