Home Overzicht Eerste getuigenis vernietigingskamp Sobibor duikt op na 75 jaar

Eerste getuigenis vernietigingskamp Sobibor duikt op na 75 jaar

0

Het Verzetsmuseum heeft een nooit eerder gelezen brief van Jules Schelvis ontdekt in een recente schenking. Schelvis was één van de achttien Nederlanders die vernietigingskamp Sobibor overleefde. Meer dan 33.000 Nederlanders zijn hier vermoord.

De brief is de eerste Nederlandse getuigenverklaring over wat zich in Sobibor heeft afgespeeld, zegt Jos Sinnema, onderzoeker voor het Verzetsmuseum. De beoogde ontvanger van de brief, Jules neef Karel Stroz, leeft nog. Hij is blij dat de brief is ondergebracht in de collectie van het Verzetsmuseum. Afgelopen zondag 13 december bezorgde het museum – met een vertraging van 75 jaar – een facsimile van de brief bij Karel Stroz.

Schelvis schreef de brief op 7 mei 1945 in een ziekenhuis in Zuid-Duitsland. Hij was net bevrijd uit kamp Vaihingen, waar hij vanuit Sobibor naartoe was gebracht. De brief is gericht aan zijn familie. Op de enveloppe schreef Schelvis drie adressen, in de hoop dat op één daarvan nog iemand in leven zou zijn.

Sinnema, die de brief als eerste las, ervoer het als een flashback: ‘Alsof je terug bent in 1945, op het moment dat de familie de brief had moeten lezen. Dat grijpt je naar de keel.’

‘Alles wat hier geschreven staat is de naakte waarheid.’ Jules Schelvis begon op latere leeftijd, na zijn pensioen, te schrijven over Sobibor. Hij wilde dat de wereld zou weten welke gruwelijkheden er hebben plaatsgevonden. Uit de nu gevonden brief blijkt dat hij dit al direct na zijn bevrijding wilde.

In de brief doet hij met ingehouden pijn verslag, en spreekt hij de wens uit dat dit in de krant komt: ‘Alles wat hier geschreven staat is de naakte waarheid.’ Anders dan over Auschwitz was er over Sobibor in Nederland toen nog niets bekend. De eerste keer dat de naam ‘Sobibor’ in een Nederlandse krant genoemd wordt, is december 1945. In de brief richt Jules zich tot zijn oom en tante en zijn nu 90-jarige neef Karel Stroz: ‘Het zal je wel pijn doen, dit alles te lezen’, schrijft hij, maar ik moet het je toch schrijven.’ Van de zeven familieleden die tegelijk in Sobibor aankwamen zijn er vijf ‘naar ik aanneem voor 99 procent direct bij aankomst vergast.’ Onder hen ook zijn vrouw Rachel. ‘Ik schrijf dit alles zo koud’, schrijft hij, ‘daar het vele, wat ik heb gezien en zelf heb meegemaakt, mij hard heeft gemaakt.’

Voor zijn studie van Sobibor ontving Jules Schelvis een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. Schelvis overleed in 2016.