Home IJopener Elke dag dansen

Elke dag dansen

0

Buurtgenoot Mats Posthumus is danser. In de dop zou je kunnen zeggen, want hij wordt eerdaags veertien. En toch danst hij al zes jaar en heeft hij pas gehoord dat hij overgaat naar het vijfde leerjaar van de vooropleiding van de Nationale Balletacademie. IJopener spreekt hem over het dansgevoel, dromen, idolen en steeds weer doorgaan.

Natanja den Boeft | Foto Marcel de Cnock

Mats is net thuis na een hele ochtend in de dansstudio. De ruimte die hij daar kan innemen en doorkruisen met bijvoorbeeld sprongen staat in groot contrast met de ruimte die hij thuis heeft en waar hij het grootste deel van het afgelopen jaar zijn techniek heeft verbeterd. Als ik Mats vraag hoe het was om weer in de studio te zijn lichten zijn ogen op en spreidt hij zijn armen. Met een zucht: ‘Zo heerlijk! Weer samen dansen met anderen die ook van dansen houden, en springen en de pianist die speelt, ja ja ja, en die open ruimte zonder ditjes en datjes…’ Hij zwijgt alsof hij nog veel meer wil zeggen en tegelijkertijd met zijn lijf voelt hoe het was, en ik zie hem als het ware dansen.

Dansgevoel
En wat is dat dan, dans, vraag ik me af, wat geeft Mats een dansgevoel? Het is even stil, alsof hij met woorden een taal zoekt die in beweging zo vanzelfsprekend is. ‘Het is lastig uit te leggen. Je lichaam helemaal tot het uiterste laten gaan en één worden met de muziek, dat raakt mijn hart.’

Hij vindt dit vooral in ballet. Moderne dans, waarvan ze nu de Graham-techniek leren, is vooral ‘goed voor mijn lichaam’ en werelddans is fijn om even los te gaan.

‘Als je naast ballet geen andere dingen doet die je leuk vindt, kun je niet dansen’

Het is duidelijk dat thuis dansen, in de studio die hij deelt met het gereedschap en de cv-ketel, niet hetzelfde is. ‘Mijn leraar zegt: “Het is niet echt ballet, we doen wat we kunnen. Neem nu geen onnodige beslissingen.” Aan dat laatste heeft Mats zich de afgelopen maanden hard vastgehouden. Want het is niet elke dag makkelijk om op te staan en het hele regime aan oefeningen af te werken in je eentje, in een ruimte die net hoog en breed genoeg is om je armen en benen uit te strekken. Toen drie van de negen jongens in zijn klas besloten hun dansschoenen aan de wilgen te hangen werd het nog lastiger. ‘Dat was een moeilijk moment, om door te gaan in plaats van opgeven. Innerlijk weet ik wel dat dit is wat ik echt wil, maar ik moest mijn best doen om niet mee te gaan in de twijfel en er niet de hele tijd over na te denken. De vriend waarmee ik vanaf het begin danste, nog voor we op de Balletacademie kwamen, staat niet meer naast me in de les; dat is wel gek.’

Het Nationale Ballet
Een paar keer heeft Mats het over doorgaan als het moeilijk is, jezelf pushen als het niet goed gaat, ergens voor gaan, het hoogste halen. Daarin klinkt de topsporter in hem door. Want dans is niet alleen kunst, het is ook topsport. Steeds de grenzen van zijn lichaam verleggen, hard werken en dat het niet na één keer hatseflats goed genoeg is, vindt Mats leuk. Ook met de sportdag op school gaat hij bij elk wedstrijdje voor de winst.

Die mentaliteit is samen met talent en inspiratie nodig om zijn droom waarheid te laten worden: dansen op het podium van de Stopera, bij het Nationale Ballet. Afgelopen jaar was een van zijn huiswerkopdrachten drie gezelschappen beschrijven waar hij wel en drie waar hij niet zou willen dansen. Zonder enige twijfel staat het Nederlandse Nationale Ballet helemaal bovenaan in zijn keuze. ‘Het repertoire is hier mooi, heel gemengd. Niet alleen verhalende balletten zoals bijvoorbeeld in Rusland, maar ook moderne stukken. Daarnaast is het hier goed geregeld.’

Het is even stil en Mats zucht. ‘Poeh, het is wel heel wat. Dat dat mijn doel is, is spannend en ook weleens eng. Het is een harde wereld met veel concurrentie. Er is voortdurend druk op je. En toch doe ik het […] Soms vraag ik me af hoe ik hier terecht ben gekomen, het lijkt allemaal zo snel te gaan, en dan denk ik ga ik dat echt doen?’ Maar toen hij als achtjarige jongen Het Zwanenmeer zag, voelde hij iets en wilde hij op ballet. Want voetbal vond ’ie niks en schermen bleek ’t ook niet te zijn. Zo is ballet er als het ware ingeschoten, zoals hij het zelf verwoordt. Ik kijk naar hem terwijl hij praat en weer komt er die glinstering in zijn ogen die door zijn serieuze woorden heendringt. En ik zie onmiskenbaar iemand met podiumuitstraling, zelfs gewoon thuis op de bank.

Op toneel
‘Weet je wat het is?’, zegt hij. ‘Soms stijgt er iets in me op en dan voel ik het helemaal omhoog komen en dan wil ik het eruit gooien en dat lukt dan niet. Omdat bijvoorbeeld de leraar zit te kijken. Of de leraar zegt dat de bewegingen veel groter moeten en dat voelt dan heel overdreven en raar. En op toneel met kostuums en licht en de donkere zaal lukt het wel, dan kun je helemaal losgaan. Dat is gewoon heerlijk. En als je dat elke dag mag doen…’ Hij legt nog eens uit dat ballet niet zuiver techniek is. De bewegingen moeten vervuld zijn van emotie en uit het hart komen, anders is er niks aan om naar te kijken. ‘Dans, jongens!’, roept zijn leraar vaak door de studio.

Filmpjes kijken
Mats’ dagen zijn gevuld met school, hij gaat na de zomer naar 3-vwo, en met dans. Maar dat mag niet het enige zijn, vindt hij: ‘Als je naast ballet geen andere dingen doet die je leuk vindt kun je niet dansen.’ Dus na school een balletje trappen met de kinderen uit de buurt, filmpjes kijken en gamen zijn ook in het leven van deze danser heel gewoon. En fietsen. ‘Ik vind het heerlijk om na de lessen een half uur naar huis te fietsen, muziekje op en even helemaal in mezelf zijn.’ En in de zomer is hij veel op het strand waar zijn ouders een strandhuisje hebben.

De films die hij kijkt gaan natuurlijk regelmatig over dans. We komen te spreken over de documentaire over Hans van Manen die de NPO een paar maanden geleden uitzond. Weer die glinstering en die armen die rond zijn hoofd dansen. ‘Je zag hoe hij de kern van het ballet Déjà Vu naar boven haalde met de dansers, hoe de emotie erin kwam en hoe mooi het daardoor werd. Echt heel bijzonder.’ Voor de eerste lockdown stond op Mats’ programma het instuderen en uitvoeren van het ballet Unisono, dat Hans van Manen heeft gemaakt voor kinderen. Dat dat uiteindelijk niet doorging vindt Mats heel zonde. Vanwege de dans én vanwege de misgelopen ontmoeting met deze balletgrootheid.

Hij wil nog wel graag benadrukken dat hoewel er veel niet door is gegaan en alleen trainen soms zwaar is, hij ook ziet hoeveel geluk hij heeft dat hij wel elke dag kan doen wat hij het liefste doet, terwijl zijn twee broers en zus dat door alle maatregelen niet konden. Dat dat tot de zomer bovendien kan zonder de druk van overgangsbeoordelingen, is een lekkere bonus.